Wie is Jean-Paul Sartre?

Na de Tweede Wereldoorlog komt Frankrijk bij van de onderdrukking door de nazi’s. Sartres radicale idee over vrijheid slaat in als een bom. Volgens Sartre is ieder mens vrij. Bij je geboorte ligt nog niet vast wie je bent of wie je moet worden. Je wordt wie je bent door de keuzes die je maakt. Je hebt dus ook zelf de verantwoordelijkheid voor die keuzes vindt hij. Je kan je niet verschuilen achter gewoonten, bevelen van anderen of religieuze regels. Sartre zegt daarom ook wel: “De mens is veroordeeld tot vrijheid.” 

Volgens sommigen is Sartre pessimistisch. Zijn jonge fans dragen allemaal zwarte coltruien en brengen hun tijd discussiërend door in keldercafé’s. Ze worden ‘de ratten’ genoemd. Maar Sartre vindt zichzelf helemaal geen pessimist. In zijn romans en toneelstukken verwoordt hij wel de keerzijde van radicale vrijheid. Volgens hem kan die vrijheid eng zijn. En we zijn altijd bang dat anderen onze vrijheid beperken, bijvoorbeeld door verwachtingen die mensen van je hebben. In Sartres woorden: “De hel, dat is de ander.” Maar het lot in eigen handen nemen is juist ook heel optimistisch volgens hem.  
 
Niet alleen jongeren, maar ook de media volgen iedere stap van Sartre en zijn partner Simone de Beauvoir. De twee ontmoeten elkaar jong en sluiten een pact om elkaar volledig vrij te laten – ook seksueel. Het huwelijk is volgens hen een onderdrukkend systeem.