Vasten is een eeuwenoud religieus fenomeen. Binnen onder andere het christendom, de islam en het hindoeïsme wordt er gevast. Tegenwoordig zijn er allerlei mensen die het een goed idee vinden om bepaalde periodes eten en/of drinken over te slaan om hun gezondheid te verbeteren.

Intermittent fasting is een populaire methode. Er zijn verschillende vormen van. Sommige mensen eten bijvoorbeeld om de dag. Anderen eten een bepaald aantal uren per dag niets. Ook kan je periodiek vasten, waarbij je 1 of 2 dagen per week vast en de rest van de week niet. 

Voedingswetenschapper Guido Camps noemt intermittent fasting vooral een hype. Er is (nog) weinig wetenschappelijk bewijs dat het positieve gezondheidseffecten oplevert. Het kan helpen met afvallen, maar dat komt omdat je de tijd waarin je mag eten beperkt. Daardoor krijg je in totaal vaak minder calorieën binnen en is het moeilijker om te veel te eten. Dit kan mogelijk ook een positief effect hebben op je cholesterolwaarden en je bloeddruk. Als je in totaal evenveel eet als voordat je ging vasten, dan val je er niet van af en doet het dus weinig bijzonders. Over de langetermijneffecten is nog weinig bekend.