Wat zijn vaccinaties?

De meeste baby's krijgen enkele weken na de geboorte een prik. Om ze een leven lang te beschermen tegen bepaalde ziektes. Door onderzoek en het Rijksvaccinatieprogramma komen veel besmettelijke ziektes in ons land al niet meer voor. Toch blijft onderzoek nodig, bijvoorbeeld als nieuwe ziektes ontstaan. Lees meer over de werking van vaccins in deze story.

Een paar druppeltjes vloeistof zijn al genoeg voor een vaccin. Maar het gaat er natuurlijk om wat er in die vloeistof zit. De werkzame stoffen worden antigenen genoemd. Ze brengen een reactie in je lichaam op gang. Het is dus belangrijk voor de ontwikkeling van nieuwe vaccins om de juiste stof te maken. Die halen onderzoekers vaak uit de bouwstenen van het ziekmakende virus of bacterie zelf. Hoe die zoektocht en productie gaat, ontdek je hier.

Voordat een vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma wordt opgenomen, moet bewezen zijn dat het werkt. En ook moet natuurlijk eerst duidelijk zijn dat het niet gevaarlijk voor je is. Daarom is de testfase van een vaccin zo belangrijk. Dit duurt vaak jaren, maar kan ook versneld gebeuren. Bij de zoektocht naar een vaccin tegen het coronavirus zijn wetenschappers over de hele wereld snel gaan testen. Wat zo'n test precies inhoudt en wie uiteindelijk toestemming geeft voor het gebruik van een nieuw vaccin, lees je hier.

Verschillende vaccins om je te beschermen tegen het coronavirus werken op basis van RNA-techniek, zoals de vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna. Bij deze mRNA-vaccins wordt een code (instructie) in je lijf gespoten voor het maken van een klein stukje coronavirus. Het is eigenlijk een soort boodschappenlijstje met het recept voor het maken van spike-eiwitten. Op deze manier train je, zonder ziek te worden, je immuunsysteem. Hoe dit precies werkt en wat de verschillen zijn met klassieke vaccins ontdek je in de story.