Was Christiaan Huygens de grootste uitvinder van de zeventiende eeuw?
Was Christiaan Huygens de grootste uitvinder van de zeventiende eeuw?
Laatste update: 26-04-2024
Natuurkunde, sterrenkunde, muziekwetenschap, techniek, algebra en zelfs de zoektocht naar buitenaards leven. De Nederlandse wetenschapper Christiaan Huygens houdt zich bezig met de meest uiteenlopende vakgebieden. Als kind is hij al nieuwsgierig naar alles om hem heen en veel uitvindingen die we nu nog kennen, komen uit zijn notitieboekjes.
Redacteur: Paul Koster
In welke tijd leeft Christiaan Huygens?
In de zeventiende eeuw bloeit Nederland op als nooit tevoren. Niet alleen in de scheepvaart- en handelssector, ook op tal van andere vlakken. Voor kaartenmakers, filosofen en schilders is het een periode van welvaart en schijnbaar oneindige mogelijkheden. Ook wetenschappers hebben het goed. Er is een ‘wetenschappelijke revolutie’ gaande in de Republiek, met Christiaan Huygens als belangrijke speler.
De zeventiende eeuw staat door deze ontwikkelingen ook wel bekend als de Gouden Eeuw, maar er is ook kritiek op deze term. Want wat een Gouden Eeuw is voor de een, is dat niet voor een ander. Zo was de 'Gouden Eeuw' ook een tijd van oorlog, armoede en slavernij.
Als kind van welvarende ouders van heeft Christiaan Huygens (1629 - 1695) een zorgeloze jeugd, waarin veel ruimte is voor ontplooiing en ontwikkeling. Zijn vader Constantijn is een bekende dichter en een belangrijk persoon aan het hof in Den Haag, hij is secretaris van Frederik Hendrik, de prins van Oranje. Christiaan zelf is op jonge leeftijd ook al erg geïnteresseerd in de wereld om hem heen. Thuis aan de eettafel spreekt het gezin Frans en Latijn met elkaar, om Christiaan en zijn broertje Constantijn jr. voor te bereiden op een leven in de internationale hogere klasse.
Wie de jonge Christiaan een beetje kent, zal niet verbaasd zijn dat hij later in zijn leven tot veel bijzondere dingen in staat blijkt. “Die jongen van jou, die wordt nog groter dan Archimedes,” schrijft een Franse wetenschapper op een dag aan vader Constantijn. En hij krijgt gelijk. Christiaan Huygens wordt een genie.
Wat heeft Huygens uitgevonden?
Christiaan staat bekend om de vele uitvindingen die hij doet in de zeventiende eeuw. Hierbij houdt hij zich niet bij één vakgebied, zijn interesse loopt uiteen van sterrenkunde tot natuurkunde, van muziek tot techniek. En het blijft vaak niet bij interesse alleen. Huygens doet in zijn leven diverse baanbrekende vondsten. Zo stelt hij op zijn zestiende al een wiskundige formule op waarmee hij onderzoek van gerenommeerde wetenschappers Galileo Galilei en Simon Stevin verbetert. Eén van zijn wat meer praktisch toepasbare uitvindingen borduurt voort op onderzoek van diezelfde Galilei. In de zeventiende eeuw bestaan er al wel manieren om de tijd bij te houden, maar die zijn nog niet heel precies. Voor onderzoek dat Huygens doet naar het heelal heeft hij een manier nodig om nauwkeuriger te bepalen hoe laat het is. Hij besluit zelf een klok te ontwerpen die tot op de minuut gelijkloopt. Uiteraard zonder elektriciteit, want dat is er dan nog niet. Hij vindt de slingerklok uit, werkend met gewichten en een slinger.
De slingerklok wordt een groot succes. Niet alleen als meubelstuk bij mensen in huis, maar ook in de wetenschappelijke wereld. Het is nu eindelijk mogelijk om preciezere metingen te doen, bijvoorbeeld naar de beweging van planeten. Mede door zijn uitvinding lukt het Huygens om de grootte van de planeten om ons heen en de baan die ze rond de zon draaien in kaart te brengen. Hij ontwerpt aan de hand van zijn metingen een klein planetarium, een inspiratie voor vele andere planetariumbouwers de eeuwen erna.
Huygens’ interesse voor de planeten om ons heen manifesteert zich al vroeg. Op jonge leeftijd maken Christiaan en zijn broer al hun eigen telescopen, door gebruik te maken van lenzen van buurtgenoot Baruch Spinoza en lenzen die ze zelf slijpen. Door zelf telescopen in elkaar te zetten kunnen de broers die zo groot maken als ze zelf willen. Want hoe groter, hoe dichterbij je kunt komen. Uiteindelijk lukt het Huygens om met een kijker van ruim 3,5 meter een nieuw hemellichaam te ontdekken: de maan Titan van Saturnus. En met een kijker van meer dan 7 meter kan hij inzoomen op de ringen van Saturnus, dan nog ‘oren’ genoemd.
Buitenaards leven
In een boekje dat na zijn dood uit wordt gebracht, filosofeert Huygens over buitenaards leven. In zijn ‘Cosmotheoros’ schrijft hij “...dat het niet onredelijk is te stellen, dat alle de andere Kloten, zo wel als de onze, hare sieraden, en misschien ook hare bewoners, hebben".
Onderzoek naar Saturnus
Waarom wordt er zo veel ontdekt in de zeventiende eeuw?
Christiaan Huygens is een genie, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar hij heeft ook zijn tijd mee. In dit tijdperk, grofweg tussen 1588 en 1702, zijn de omstandigheden om onderzoek te doen erg gunstig. Er zijn dermate veel ontwikkelingen in de wetenschap dat men ook wel spreekt van een wetenschappelijke revolutie. Een reden voor de opeenvolging van doorbraken is dat Nederland in die tijd rijk is. Burgers van Amsterdam en andere steden verdienen veel geld door de handel van de VOC en daardoor is Nederland een welvarend land waar alles mogelijk lijkt. Daarnaast is er vrijheid, amper censuur van kerk of staat en kun je daardoor zeggen en denken wat je wil. Geen overbodige luxe voor wetenschappers die met omstreden nieuwe ideeën komen.
Op alle gebieden worden nieuwe grenzen verkend, op het water, onder water en in het heelal. De republiek heeft werkelijk greep op de wereld
De vrijheid en welvaart leiden ertoe dat Nederland veel immigranten mag verwelkomen. Onder hen zitten rijke handelaars, maar ook grote denkers en inventieve wetenschappers. Ze zoeken elkaar op en versterken zo elkaars ideeën. Al in 1575 wordt in Leiden de eerste universiteit van Nederland gesticht. Binnen enkele decennia volgen hierop ook universiteiten in Franeker, Groningen, Utrecht en Harderwijk. Voor deze studiecentra worden de beste geleerden uit binnen- en buitenland aangetrokken en er vormt zich in korte tijd een zeer bloeiend academisch milieu.
Christiaan Huygens onderhoudt nauwe contacten met zijn tijdgenoten over de verschillende thema’s waar hij onderzoek naar doet. Met Spinoza correspondeert hij over onder meer natuurkundige verschijnselen, zoals licht en regenbogen. Hij wordt geïnspireerd door René Descartes, die het belangrijk vindt om in de natuurwetenschap vooral zelf te experimenteren en te observeren. En op zijn beurt inspireert Huygens zijn tijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek weer, die veel onderzoek doet naar kleine deeltjes, zoals bacteriën en bloedcellen.
Ontdekt Huygens nog meer?
In de snelkookpan van wetenschappelijke ideeën volgen ontwikkelingen zich snel op. Als René Descartes in het begin van de zeventiende eeuw nieuwe methodes ontwikkelt om wiskundige vergelijkingen op te lossen, is Huygens de eerste die deze algebra toepast op natuurkundige verschijnselen.
De manier waarop Huygens de methodes van Descartes inzet in de natuurkunde is baanbrekend. Hij ziet in de natuur terugkerende bewegingen, patronen en regelmaat die te berekenen zijn en te vatten zijn in formules. Bewegingen, versnellingen, energie en massa in de wereld om ons heen blijken een stuk minder willekeurig dan eerder gedacht. Biograaf en natuurkundige Cees Andriesse legt uit wat nieuw is aan deze zienswijze: “Het was het huwelijk van de strikte logische mathematiek en de natuur in al zijn grilligheid. De natuur bleek beschrijfbaar, bleek mathematiseerbaar”. Dat is in die tijd een heel nieuwe manier van kijken naar de wereld om ons heen en het begin van de moderne natuurkunde.
Huygens verdiept zich niet alleen in de wis- en natuurkunde. Ook muziekwetenschap fascineert hem. Geïnspireerd door zijn vader, die naast dichter ook muzikant is, ontwerpt Christiaan een nieuwe toonladder. In plaats van twaalf tonen in een octaaf, maakt hij een verdeling van 31 tonen. Of het in onze oren mooi klinkt, daar kan over worden gediscussieerd, maar vernieuwend is het wel.
Huygens ontwerpt naast de slingerklok ook de ‘onrust’; een onderdeel van het uurwerk dat het mogelijk maakt om draagbare klokjes te fabriceren. De voorloper van ons horloge is dus bedacht door Huygens. Ook maakt deze onrust het makkelijker om een goed lopende klok mee te nemen op een zeereis, iets wat in de tijd van de VOC geen overbodige luxe is.
Het zou nog jaren duren voor stoommachines hun intrede doen in de maatschappij en onmisbaar zijn voor de industriële revolutie, maar Huygens doet in zijn eigen tijd wel een aanzet tot deze techniek. Als de Franse koning hem vraagt mee te denken over een manier om fonteinen te laten spuiten, ontwerpt Huygens een explosiemotor. Geladen met buskruit komt hieruit veel energie vrij, waarmee de fonteinen kunnen worden aangedreven. Huygens’ assistent Denis Papin voegt een aantal jaar later stoom toe aan de motor en in 1719 gebruikt de Engelse ontwerper Thomas Newcomen dit als voorbeeld voor de allereerste stoommachine. Indirect heeft Huygens dus meegewerkt aan de totstandkoming van stoommachines, ook al zou het tot in de negentiende eeuw duren voor hier in Europa op grote schaal gebruik van wordt gemaakt.
Hoe is Huygens' persoonlijke leven?
Hoe dynamisch zijn werkzame leven ook is met alle ontdekkingen en uitvindingen, het privéleven van Christiaan Huygens is een stuk minder opzienbarend. Hij blijft zijn leven lang ongetrouwd en krijgt ook geen kinderen. Ook lijdt hij naar mate hij ouder wordt aan depressies, waardoor hij weinig eetlust heeft en slecht slaapt. In 1666 verhuist hij op uitnodiging van koning Lodewijk de Veertiende naar Parijs, waar hij benoemd wordt tot eerste onderzoeksdirecteur van de Franse Académie des Sciences. Daar doet hij belangrijk werk op het gebied van mechanica. Huygens blijkt een harde werker en hij ontwikkelt zich in korte tijd tot een internationale autoriteit. Hij is er duidelijk op zijn plaats.
Als de Fransen in de jaren hierna steeds wantrouwender worden ten opzichte van protestanten en buitenlanders, is het er niet langer veilig voor Christiaan Huygens. Helemaal omdat zijn broer inmiddels een belangrijke positie heeft binnen het Nederlandse hof, waar Willem II steeds meer anti-Frankrijk is geworden. Christiaan Huygens keert in 1681 terug naar het buitenhuis van zijn vader: Hofwijck in Voorburg.
Christiaan is een bescheiden man, hij publiceert alleen als hij ergens heel zeker van is. In zijn tijd wordt hij al gezien als één van de grootste genieën uit de geschiedenis van Nederland. Zijn uitgebreide aantekeningen en correspondentie met andere geleerden zijn in de loop van de vorige eeuw gebundeld uitgegeven. Een verzameling van 22 dikke delen van het werk van Huygens is, samen met zijn uitvindingen, een waardevolle nalatenschap van de Willie Wortel van de zeventiende eeuw.
In het kort
Tijdens de zeventiende eeuw is niet alleen de scheepvaart een bloeiende sector, ook binnen de wetenschap worden er veel ontdekkingen gedaan.
Welvaart, vrijheid en immigratie zijn oorzaken van deze ‘wetenschappelijke revolutie’ in Nederland en omringende landen.
Christiaan Huygens, zoon van welvarende ouders, ontdekt in zijn leven van alles: Een maan bij Saturnus, een wiskundige regelmaat in de natuur en een manier om een preciezere klok te maken.
Nadat hij onder meer in Frankrijk aan het hoofd staat van de Académie des Sciences, is hij een internationale bekendheid en is men het erover eens: Huygens is een genie.
En je weet het!
Anderen het laten weten?