Hoe werkt spermadonatie?

een moeder met haar kind in haar armen

Hoe werkt spermadonatie?

Laatste update: 29-10-2025

Een kind krijgen kan vanzelfsprekend lijken, maar dat is het lang niet voor iedereen. Voor sommige stellen of alleenstaande vrouwen is spermadonatie een manier om hun kinderwens in vervulling te laten gaan. Daarbij komt vaak veel kijken: praktische vragen, emoties en keuzes over hoe je het wilt aanpakken. In dit artikel leggen we uit hoe spermadonatie werkt, hoe je een spermadonor kan vinden en wat de regels in Nederland zijn.

Redacteur: Manon Vonkeman

Spermadonatie of zaaddonatie betekent dat iemand zijn sperma doneert, zodat iemand anders daarmee zwanger kan worden. Dit kan bijvoorbeeld een uitkomst zijn voor een alleenstaande vrouw, een lesbisch stel of een stel waarbij de man onvruchtbaar is. Zij worden meestal 'wensouder' of 'wensouders' genoemd. De donatie kan plaatsvinden via een ziekenhuis of fertiliteitskliniek, maar kan ook ook buiten de kliniek gebeuren, bijvoorbeeld thuis. 

Hoe vind je een spermadonor?

Er zijn verschillende manieren waarop je een spermadonor kan vinden. De meest bekende weg is via een ziekenhuis of fertiliteitskliniek in Nederland. Zij hebben spermabanken waar ze sperma van zaaddonoren invriezen en bewaren. Het voordeel van deze route is dat alles medisch en wettelijk is vastgelegd. Denk dan bijvoorbeeld aan eisen die worden gesteld aan een donor en aan de vraag wie er ouderlijk gezag heeft over het kind.

Daar staat wel tegenover dat de wachtlijsten vaak lang zijn en je niet uit heel veel donoren kan kiezen, omdat er een groot tekort is aan donoren in Nederland. Vaak is de wachttijd meerdere jaren. Zodra je aan de beurt bent, krijg je meestal een beperkt aantal donoren waar je uit kan kiezen. Je krijgt informatie over de donor, bijvoorbeeld over het uiterlijk, de afkomst en soms over interesses, opleiding of beroep. 

"Ik vond dat best een nobel doel." Bekijk hier de hele aflevering van Spoorloos: sporen van een spermabank.

"Meestal was het gewoon in een kwartier of 20 minuten gebeurd." Bekijk hier de hele aflevering van Spoorloos: sporen van een spermabank.

Je kan ook kiezen voor een buitenlandse spermabank. Bijvoorbeeld in Denemarken, zoals Cryos International of European Sperm Bank. Daar is de keuze groter en kan je vaak uitgebreide profielen bekijken, met ook informatie over uiterlijk, interesses en achtergrond. Ook zijn de wachttijden meestal kort. 

Maar aan een buitenlandse spermabank zitten ook nadelen en risico's. Zo weet je niet altijd of er goed toezicht wordt gehouden en welke regels in dat land gelden rondom spermadonatie. Bijvoorbeeld over hoeveel kinderen een donor mag verwekken. Het kan bovendien lastiger zijn om de donor later terug te vinden, bijvoorbeeld omdat gegevens verouderd of niet goed bijgehouden zijn. Ook kan het zijn dat je kind veel halfbroers- en zussen in verschillende landen heeft. Hier lees je meer over de risico's.

Sommige Nederlandse klinieken gebruiken overigens ook sperma uit het buitenland. Maar ook dan moeten ze zich houden aan de Nederlandse regels. 

"Het probleem van buitenlands zaad is dat het oncontroleerbaar is en wereldwijd tot honderden halfbroers en -zussen kan leiden." Bekijk hier het hele item van Nieuwsuur.

Naast spermabanken is er nog een andere optie: zelf een donor zoeken in je omgeving of via je netwerk. Bijvoorbeeld een vriend of familielid die graag wil helpen om je kinderwens te vervullen. Dit heet ‘bekende donatie’. Het voordeel van zelf een donor zoeken is dat je het contact met de donor zelf kan regelen. Ook kan het een fijn idee zijn dat je de donor persoonlijk kent. Wel is het belangrijk dat je samen duidelijke afspraken maakt over zijn rol, rechten en verantwoordelijkheden. Het is slim om dit ook juridisch vast te leggen, zodat er later geen misverstanden ontstaan. 

Bibi en Lotte vertellen hoe ze in hun eigen omgeving een zaaddonor vonden.

Martijn wordt zaaddonor voor zijn goede vrienden Bibi en Lotte en vertelt waarom hij hiervoor kiest. 

een vrouw met haar twee kinderen

Wie mag in Nederland spermadonor worden?

Spermabanken in Nederland moeten aan een aantal eisen voldoen. Niet iedereen kan zomaar sperma donoren. Zo moet je minstens 18 jaar zijn en meestal niet ouder dan 45 jaar. Ook krijg je een medisch onderzoek. Je wordt dan onder andere getest op infectieziekten en soa’s, zoals hiv en hepatitis. Ook wordt de kwaliteit van je sperma gecheckt. Er moet voldoende sperma zijn en de zaadcellen moeten goed bewegen. Daarnaast krijg je vaak een psychologische screening, zodat duidelijk is dat je goed na hebt gedacht over wat donorschap inhoudt. 

Verder geldt (vanaf 2018) dat een donor in Nederland maximaal 12 gezinnen mag helpen. Daar zijn verschillende redenen voor. Eén daarvan is het risico dat kinderen van dezelfde donorvader elkaar later tegenkomen en een relatie beginnen – zonder te weten dat ze familie van elkaar zijn. Tot 2018 was de richtlijn niet meer dan 25 kinderen per donor, maar dat blijkt niet altijd netjes te zijn nageleefd door klinieken. Sinds 2004 zijn er minstens 85 massadonoren bekend:

Lees en bekijk hier het hele item van Nieuwsuur.

Vroeger mochten donoren in Nederland anoniem blijven. Het idee was dat dit beter was voor donoren, wensouders én donorkinderen. Maar in 2004 verandert de wet. Anoniem sperma doneren wordt dan verboden. Ouders kunnen het donorpaspoort opvragen als het kind 12 jaar of jonger is. Hierin staat bijvoorbeeld informatie over het uiterlijk, karakter en de leefsituatie van de donor. Als het kind 12 jaar of ouder is, mogen ze het zelf opvragen. En vanaf hun 16e kunnen ze ook de naam, geboortedatum en woonplaats krijgen. In de volgende video vertelt een donorkind waarom ze het belangrijk vindt meer over de donor te weten:

Hoe gaat het traject voor wensouders?

Als iemand uit je eigen netwerk zaad wil doneren, kan je kiezen voor geslachtsgemeenschap (seks), thuisinseminatie of inseminatie in een kliniek. De donor kan zich laten testen op soa’s en de kwaliteit van zijn sperma laten testen via de huisarts.

Kies je als wensouder voor een behandeling via een Nederlandse kliniek of een Nederlands ziekenhuis, dan moet je eerst een traject doorlopen. Het maakt daarvoor niet uit of je zelf al een zaaddonor hebt gevonden of dat je een zaaddonor via de spermabank van de kliniek of het ziekenhuis wil. Het begint met een aanmelding en een intakegesprek, waarin je praat over je situatie, je gezondheid en je wensen. Daarna volgt meestal een medisch onderzoek om te kijken of er geen belemmeringen zijn voor een zwangerschap. Ook krijg je vaak een gesprek met een psycholoog of maatschappelijk werker. Dat is om je goed voor te bereiden op de gevolgen van donorschap voor jou, je eventuele partner en voor het kind. 

wensouders op gesprek bij een kliniek

Als je zelf geen donor hebt gevonden, komt hierna de keuze voor een donor. Dit kan dus een tijd duren, omdat je moet wachten tot er donoren beschikbaar zijn. Wanneer er een donor is, kan de behandeling beginnen. Afhankelijk van je medische situatie kan dit een IUI zijn of een ivf-behandeling. Tijdens dit traject krijg je begeleiding en worden de resultaten bijgehouden. Soms lukt het na een paar pogingen om zwanger te worden, maar het kan ook langer duren. Als je een kind krijgt, registreert de kliniek dit ook bij het landelijke Donorregister, zodat je kind later toegang heeft tot de gegevens van de donor.

Hoeveel kost het?

Meestal wordt de behandeling zelf vergoed. Als de wensmoeder een medische indicatie heeft, gaat dat via de basiszorgverzekering. Bij IVF zit er wel een maximum op de vergoeding van 3 pogingen en moet de vrouw onder de 43 jaar zijn. Is er geen indicatie, dan wordt het sinds 2020 vaak vergoed vanuit de Subsidieregeling KID als er geen mannelijke partner in beeld is of de mannelijke partner met een vrouwelijk lichaam geboren is. Je betaalt dan wel een eigen bijdrage. 

De kosten van het bewaren en invriezen van het donorsperma worden niet vergoed. Deze kosten verschillen per spermabank. Het kan gaan om een paar honderd tot meer dan duizend euro.

een lesbisch koppel met hun peuter

In het kort:

  • Er zijn verschillende manieren waarop je een spermadonor kan vinden. Bijvoorbeeld via je eigen netwerk, via een Nederlandse spermabank of via een buitenlandse spermabank.

  • Een spermadonor moet minstens 18 jaar zijn en mag vaak niet ouder dan 45 zijn, de kwaliteit van het sperma moet goed zijn en de donor wordt getest op soa's en infectieziektes. Verder geldt dat een donor in Nederland maximaal 12 gezinnen mag helpen. 

  • In Nederland mogen donoren sinds 2004 niet anoniem blijven. Als het donorkind 16 jaar of ouder is, kan je de naam, geboortedatum en woonplaats van de donor krijgen. 

  • Als iemand uit je eigen netwerk zaad wil doneren, kan je kiezen voor geslachtsgemeenschap, thuisinseminatie of inseminatie in een kliniek. 

  • Kies je voor een behandeling via een kliniek of ziekenhuis, dan moet je eerst een traject doorlopen. Die bestaat vaak uit een intakegesprek, medisch onderzoek en gesprek met psycholoog of maatschappelijk werker. 

  • Wanneer er een donor is, kan de behandeling beginnen. Afhankelijk van je medische situatie kan dit een IUI zijn of een ivf-behandeling. Soms lukt het na een paar pogingen om zwanger te worden, maar het kan ook langer duren. 

Geraadpleegde bronnen

    En je weet het!

    Anderen het laten weten?

    auteur

    Door Manon Vonkeman

    Wil je nog meer?

    Blijf op de hoogte met de
    wekelijkse nieuwsbrief

    Velden met een * zijn verplicht.

    Volg ons op social: