Hoe zijn de lokale partijen zo groot geworden?
Hoe zijn de lokale partijen zo groot geworden?
Laatste update: 22-04-2023
Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen staan er op vrijwel elke kieslijst wel één of meerdere lokale partijen, die vaak te herkennen zijn aan namen als Gemeentebelang en Leefbaar. Lokale partijen blijven groeien in aantal en krijgen steeds meer stemmen. Hoe is deze trend ontstaan en wat zegt dat over onze maatschappij?
Redacteur: Marjolein Koster
Helemaal nieuw is de trend niet, maar tijdens gemeenteraadsverkiezingen zijn de lokale partijen meer aanwezig dan ooit. Sterker, alle lokale partijen bij elkaar zijn zelfs de grootste winnaars in 2022. Dit komt deels doordat burgers steeds vaker op hun eigen manier invloed willen uitoefenen en teleurgesteld zijn in de landelijke politiek. De groei van lokale partijen is ook goed terug te zien in de aandacht die hiervoor is vanuit de verschillende media. AVROTROS maakt zelfs een driedelige documentaireserie waarin ze vijf lokale politieke partijen in Nederland volgen. Het resultaat geeft een inkijk in de beweegredenen van deze mensen, de diversiteit aan partijen en in de dynamiek van ons huidige bestuurlijke stelsel.
De hele serie zien? Kijk op NPO Start.
Waarom willen mensen hun eigen partij oprichten?
Het is een trend in de maatschappij dat burgers steeds meer inspraak willen hebben in de besluitvorming. We noemen de westerse samenleving ook wel postmaterialistisch: niet meer het bezit van spullen geeft ons een gevoel van geluk en voldoening, maar we zijn op zoek naar zelfontplooiing en willen iets bijdragen aan de maatschappij. Dat gebeurt op allerlei manieren en dus ook in de politiek. Niet alleen door het oprichten van een eigen partij, maar ook bijvoorbeeld door het opzetten van burgerfora en het bedenken van alternatieve stemmethoden. Een bekend voorbeeld hiervan is David van Reybrouck met zijn boek Tegen Verkiezingen, waarin hij pleit voor een politiek stelsel waarin onze vertegenwoordigers worden gekozen door middel van loting. Zo heeft iedereen even veel kans mee te beslissen.
Een andere ontwikkeling die we in Nederland zien is dat mensen steeds lastiger in hokjes in te delen zijn. Tot in de jaren 60 leeft iedereen in zijn eigen zuil en de meeste mensen stemmen op de partijen die daarbij horen.
Sinds de ontzuiling gaan mensen steeds meer op zoek naar hun eigen identiteit. Het aantal zwevende kiezers stijgt, mensen identificeren zich minder met een partij en sommigen voelen zich dan geroepen een eigen partij op te richten die wel aan hun voorkeuren voldoet.
Daarnaast is er nog een recente trend: lokale fracties van landelijke partijen gaan steeds vaker verder onder een andere naam. Dit doen ze vanwege de negatieve associaties die mensen hebben bij deze partij of omdat ze niet meer gebonden willen zijn aan het landelijk bestuur. Zo doet de PvdA tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 in 322 gemeenten mee, maar in slechts 254 onder haar eigen naam. Zo lijkt het alsof er meer lokale partijen zijn, terwijl er in werkelijkheid soms nog wel banden met Den Haag zijn.
Ook gebeurt het steeds vaker dat er partijen opgericht worden die specifiek voor een bepaalde bevolkingsgroep opkomen. Zo hebben veel studentensteden een partij voor jongeren. Een succesvol voorbeeld hiervan is Studenten Techniek in Politiek (STIP) in Delft. De partij bestaat al sinds 1993 en krijgt in 2022 de meeste stemmen. Ook is het aantal migrantenpartijen flink toegenomen. In Den Haag zijn er in 2018 zelfs drie: de Partij voor de Eenheid, Islam Democraten en NIDA. Maar vier jaar later zijn ze verdwenen of opgegaan in DENK.
Zijn lokale partijen van alle tijden?
Vanwege de snelle groei van lokale partijen de afgelopen jaren en vooral door de komst van alle Leefbaren in de jaren 90, lijkt het soms alsof lokale partijen een nieuw fenomeen in onze maatschappij zijn. Dat is niet het geval. Tot in de jaren 70 besturen namelijk de lokale partijen het katholieke Brabant en Limburg en niet de landelijke. Vrijwel de gehele bevolking in deze provincies stemt landelijk op de KVP. Door deze eensgezindheid spelen ideologie en religie plaatselijk veel minder een rol dan landelijk en in plaats daarvan zijn persoonlijke verhoudingen mogelijke aanstichters voor conflicten en afsplitsingen. De KVP schuilt zich daarom achter de katholieke lokale partijen en mijdt hiermee het risico om geassocieerd te worden met negatieve geluiden. Het keerpunt voor deze trend komt in 1978, wanneer de ontzuiling en ontkerkelijking doorzetten en de verschillen tussen het katholieke zuiden en de rest van het land afnemen. Burgers worden steeds minder trouw aan een partij en door de afschaffing van de opkomstplicht in 1970 is een stem op een KVP-gelieerde partij niet meer vanzelfsprekend.
De allereerste lokale politieke partij is misschien wel Gemeentebelangen Opmeer. Die partij, opgericht in 1913, bestaat langer dan alle huidige landelijke partijen. In die tijd is er dus nog geen sprake van de term “lokale partij” en de partij is ook niet opgericht als kritisch geluid tegen Den Haag. Wel wil de partij al meer dan 100 jaar “een weerwoord bieden aan de machtige boeren en notabelen in de omgeving” en noemt fractievoorzitter Wim van Hunnik de “wortels in de samenleving” het geheim van hun succes. Dit zijn typische eigenschappen van de lokale partij.
Hoe groot zijn de lokale partijen?
Het aantal lokale partijen groeit de laatste jaren hard. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen zijn er zo'n duizend partijen die niet gebonden zijn aan een landelijke partij. In een aantal gemeenten, zoals Schiermonnikoog, staat geen enkele landelijke partij op de kieslijst. Ook dit is geen nieuwe ontwikkeling. In 1962, tijdens de hoogtijdagen van de katholieke lokale partij, had 84% van de Limburgse gemeenten geen landelijke partij op de lijst en de lokalen haalden samen 65% van alle stemmen in de provincie. In de jaren 80 ervaren de lokale partijen en dip, maar een aantal jaar later komen ze hard terug.
Sinds de jaren 90 zijn de lokale partijen flink gegroeid. Dit gaat ten koste van de landelijke partijen PvdA, VVD en CDA.
Sinds 2006 behalen de lokale partijen winst en 2010 kan gezien worden als het jaar waarin de lokale partijen definitief doorbreken. Voor het eerst halen zij met een geruime meerderheid gezamenlijk meer stemmen dan welke andere partij dan ook en komen ze uit op 24%. Het verschil is dan ook gelijk erg groot; de tweede ‘partij’ is de PvdA, die blijft steken op slechts 16% van de stemmen. Lokale partijen leveren in maar liefst 245 gemeenten wethouders. In 2014 wordt in ruim de helft van de gemeenteraden een lokale partij de grootste fractie.
De groei van lokale partijen zet in de jaren daarna door. Ze bezitten samen ook veruit de meeste zetels. Dit aantal is ook gestegen vanwege het vele aantal afsplitsingen uit landelijke partijen. Uit onderzoek van Trouw blijkt dat in de regeringsperiode van 2014 tot 2018 maar liefst 149 extra fracties zijn ontstaan. De groei zet in 2022 door; ook in het aantal wethouders. Door deze ontwikkelingen zijn gemeenteraden steeds meer gefragmenteerd. Dit kan soms leiden tot een tragere besluitvorming. Er zijn steeds meer kleine partijen met slechts een paar zetels, die wel evenveel taken hebben als de grotere fracties. Ook de verdergaande decentralisatie waarin gemeenten steeds meer overheidstaken overnemen zorgt voor grotere werklast van raadsleden en gemeentebestuur. Volgens sommigen komt dit de lokale democratie niet ten goede.
In de thema-uitzending Lokale Partijen van EenVandaag uit 2014 wordt ook duidelijk wat de hoofdredenen zijn voor mensen om op lokale partijen te stemmen.
Daarnaast is vertrouwen in de politicus een groeiende belangrijke factor. Bekende gezichten in een dorp of stad zijn daarom vaak populair bij de kiezer. Het gaat veel meer om de mensen, dan om de naam van de partij.
Zijn lokale partijen anders dan landelijke?
Tegenwoordig worden lokale partijen vaak opgericht, omdat mensen vinden dat de landelijke niet voldoende functioneren in hun gemeente. Ze zeggen beter te weten wat er leeft bij de mensen en staan dichterbij de bevolking. Een goed voorbeeld van het begin van deze beweging is de lokale partij Dommels Belang. In deze reportage uit 1990 blijkt dat het nog heel bijzonder is dat een partij om input vraagt bij de bevolking. Dommels Belang overleefde nog even in gemeente Valkenswaard, maar sinds de verkiezingen van 2010 is de partij opgegaan in andere lokale partijen.
Lokale partijen zijn vaak minder ideologisch gedreven en minder goed in een links-rechtsspectrum te plaatsen, zoals we dat met landelijke partijen doen. Sowieso is een gemeenteraad meer gefocust op praktische zaken, waarbij ideologie niet altijd een rol speelt. Vaak ontstaat een lokale partij vanuit protest tegen de gevestigde orde of vanuit frustratie dat bepaalde zaken niet aangepakt worden. Deze partij heeft dan de neiging een one-issuepartij te zijn. In het geval van Leefbaar Utrecht heeft dat als gevolg dat ze zichzelf kan opheffen, omdat alle plannen zijn uitgevoerd.
Er is wellicht nog een andere reden waarom lokale partijen snel succes hebben: ze hebben een charismatische lijsttrekker, bijvoorbeeld een plaatselijke bekendheid. In het geval van Leefbaar Utrecht is dat Henk Westbroek. Het bekendste voorbeeld is Pim Fortuyn, die met zijn Leefbaar Rotterdam in 2002 in een keer 35% van de stemmen binnenhaalde. Tegenwoordig weet oud-wethouder Richard de Mos in Den Haag kiezers aan te trekken. Ondanks een corruptieonderzoek haalt hij met zijn partij Hart voor Den Haag in 2022 zelfs de meeste stemmen in de Hofstad. In 2023 oordeelt de rechter dat hij niet schuldig is en volgt vrijspraak.
Door deze snelle opkomst en later ook weer de neergang van de Leefbaarbeweging, hebben lokale partijen het imago populistisch te zijn. Dat ze slechts inspelen op een negatief sentiment dat speelt, zonder verder constructief mee te kunnen besturen. Dit klopt niet helemaal. Leefbaar Rotterdam is sinds haar ontstaan uitgegroeid tot de grootste partij en behoort inmiddels tot de gevestigde orde in de gemeenteraad. In veel kleinere gemeenten zijn lokale partijen al jarenlang aanwezig en hierin verschillen zij niet van de landelijke.
Het klopt dat lokale partijen net iets vaker dan landelijke partijen ruzie en scheuringen kennen. De populaire lijsttrekker is vaak ook de lijm van de groep en zodra die persoon wegvalt, valt de partij ook uit elkaar. Ook doordat lokale partijen vaak ontstaan zijn als protest- of als one-issuepartij, zijn ze minder ideologisch gedreven en is er soms geen visie op de lange termijn. Hierdoor haken zowel politici als kiezers af.
Soms krijgen lokale partijen ook juist het verwijt dat ze zich te veel focussen op kleine onderwerpen, zoals het openhouden van het zwembad in het dorp. Voor burgers belangrijke zaken omdat bijvoorbeeld leren zwemmen voor hun kinderen in het waterrijke Nederland noodzakelijk is voor hun veiligheid. Maar de landelijke overheid heeft daarnaast steeds meer belangrijke taken naar gemeenten heeft geschoven: denk aan zorg voor jeugd en ouderen.
Zijn lokale partijen een bedreiging voor de landelijke?
Door de groei van lokale partijen hebben landelijke partijen steeds minder inspraak in de verschillende gemeenten en dat terwijl landelijke partijen hun lokale fracties vaak de levensader van de partij noemen. Ook vinden ze het belangrijk afdelingen op verschillende plaatsen te hebben voor onderwerpen die de gemeentegrenzen overschrijden.
Als deze trend blijft doorzetten, hebben de landelijke partijen uiteindelijk steeds minder directe lijnen met de lokale politiek en weten zij daardoor minder goed wat er speelt in de verschillende gemeenten.
Lokale partijen zien het juist als voordeel dat ze niet gelieerd zijn aan een landelijke partij en er bestaan zelfs plannen om landelijke partijen uit te sluiten van lokale verkiezingen. Dat klinkt misschien rigoureus, maar in Griekenland en Canada is dit al zo geregeld. De voorstanders vinden dat ons huidige stelsel in strijd is met de Grondwet, waarin staat dat de verschillende bestuurslagen autonoom zijn en zelfstandig en onafhankelijk moeten kunnen opereren. Het draagvlak voor een dergelijke verandering is in Nederland niet groot. Wat verder een punt van zorg is, is het opkomstpercentage. Dat bereikt in 2022 een historisch dieptepunt met een opkomst van slechts 50,9% procent. Het feest van de democratie lijkt een feest te worden waaraan steeds minder mensen aan deelnemen.
In het kort
Het oprichten van een lokale politieke partij past in de maatschappelijke trend om invloed te willen uitoefenen en mensen willen niet meer in hokjes geplaatst worden.
Lokale partijen zijn erg divers. Zo zijn er protest- of one-issuepartijen en het gebeurt ook vaak dat mensen een partij oprichten om zo een bepaalde groep in de maatschappij te vertegenwoordigen.
Lokale partijen zijn niet nieuw en bestaan soms zelfs al langer dan landelijke partijen. Wel is er een groeiende trend sinds de jaren 90. In 2022 is het aandeel gestegen tot ruim 36 procent.
Doordat lokale partijen vaak minder ideologisch gedreven zijn en soms leunen op een charismatische lijsttrekker is hun bestaan soms kort.
Landelijke partijen noemen hun lokale afdeling de levensader van de partij en wanneer deze steeds meer wegvalt lijkt het contact van de gemeente met Den Haag te verminderen.
En je weet het!
Anderen het laten weten?