Zijn de Nederlandse waterwerken ooit af?
Zijn de Nederlandse waterwerken ooit af?
Laatste update: 06-03-2023
Ons laaggelegen land aan zee, met veel rivieren binnen de grenzen, is heel kwetsbaar. Door de eeuwen heen treffen overstromingen en watersnoden Nederland. Volgens cijfers van de overheid zou 60 procent van Nederland zonder bescherming, zoals dijken en dammen, regelmatig onder water staan. Hoe ontwikkelt de strijd tegen het water zich door de eeuwen heen? Laat het water zich wel bedwingen?
Redacteur: Willemien Groot
Wanneer begint in Nederland de strijd tegen het water?
Het huidige Nederlandse landschap met dijken en waterkeringen is nog maar vrij recent. Toch beschermen de bewoners in het noorden van Nederland zich in de IJzertijd (800 voor Christus tot 50 voor Christus) al tegen overstromingen. In de kuststreken van Friesland en Groningen ligt vruchtbare kleigrond. Een ideale vestigingsplaats voor veehouders. Maar het is er ook onveilig door steeds terugkerende overstromingen. De bewoners leggen verhogingen aan in het landschap. Die zogenoemde terpen zijn een paar meter hoog en groot genoeg om mensen en hun vee te beschermen tegen hoogwater.
In de eeuwen daarna ontstaan honderden bewoonde terpen. Zo'n terpdorp is een kleine gemeenschap met boerderijen en woningen. Het vee graast op de lager gelegen weilanden. In de grotere terpdorpen is ook een kerk. De meeste terpdorpen liggen in de twee noordelijke provincies. Bijvoorbeeld in de Friese gemeente Franekeradeel, waarvan Franeker de belangrijkste stad is. Nu nog liggen er zo'n 120 terpen of overblijfselen ervan. Maar ook in Noord-Holland en op en rond Schokland in het huidige Flevoland, liggen terpen. Tot in de elfde eeuw zijn terpen de belangrijkste bescherming tegen watersnood. Pas daarna leggen Nederlanders de eerste dijken aan.
Uit archeologische opgravingen blijkt dat de Romeinen al dijken bouwen, maar die kennis gaat verloren als hun rijk ineenstort. Pas rond het jaar 1000 herontdekken Nederlandse boeren die oude technieken om rivieren in te dammen en zeeweringen te bouwen. Om de waterwerken op elkaar af te stemmen, ontstaan al in de twaalfde eeuw de eerste heemraden. Dit zijn clubjes van vooraanstaande burgers die verantwoordelijk zijn voor het toezicht. Heemraden zijn de voorlopers van de moderne hoogheemraadschappen en waterschappen.
Welke watersnoodrampen treffen Nederland?
Watersnoodrampen leiden tot enorme schade en slachtoffers, maar ook tot nieuwe inzichten in de strijd tegen het water. De grootste watersnoodrampen op een rijtje:
* 838: De eerste geschiedschrijving over een stormramp in Nederland is die uit het jaar 838. Op Tweede Kerstdag overstroomt een groot deel van Noordwest-Nederland bij een hevige storm. Bij de ramp komen meer dan 2400 mensen om.
* 1170: De Allerheiligenvloed treft vooral het noorden van Nederland. Texel is opeens een eiland. De Allerheiligenvloed is het begin van het ontstaan van de Waddenzee en de Zuiderzee, het huidige IJsselmeer.
* 1421: De Sint-Elisabethsvloed. Op 19 november, de naamdag van de heilige Sint-Elisabeth, zijn er in de jaren 1404, 1421 en 1424 watersnoden. De bekendste is die van 1421. Na een zware noordwesterstorm staan Zeeland en Holland onder water. Bij de overstromingen vallen vermoedelijk 10.000 slachtoffers.
Vroege overstromingen
* 1717: Bij de Kerstvloed van 1717 treft een noordwesterstorm het hele kustgebied van Nederland, Duitsland en Scandinavië. In totaal verdrinken zo'n 14.000 mensen. De meeste slachtoffers vallen in Duitsland. Zelfs de straten van Amsterdam en Haarlem staan blank. De Kerstvloed is de laatste grote overstroming in Noord-Nederland. Dat is te danken aan Thomas van Seeratt. Hij ziet erop toe dat Groningen brede en hoge dijken bouwt. Tussen 1716 en 1721 krijgen alle dijken een opknapbeurt.
* 1820: In de winter van 1820 stijgt het waterpeil in de Nederlandse rivieren na een plotselinge dooiperiode. In combinatie met een noordwesterstorm breken de rivierdijken op verschillende plaatsen door. Ongeveer 1300 vierkante kilometer land staat onder water. De ramp leidt tot de oprichting van De Commissie tot onderzoek der beste rivier-afleidingen. Die commissie begroot de verhoging van de dijken en de aanleg van stuwen in het rivierengebied in 1828 op 12.943766,00 gulden.
* 1916: Grote delen van Nederland overstromen in de nacht van 13 op 14 januari 1916. Het water in de rivieren staat al hoog als een noordwesterstorm die nacht de zee richting de kust stuwt. De grootste problemen ervaren de Nederlanders die wonen rondom de Zuiderzee. Bijna alle polders in het Waterland lopen onder. 51 mensen verdrinken. De Watersnood van 1916 is de eerste overstroming in Nederland die is vastgelegd op film.
Deze ramp geeft de doorslag voor de bouw van de Afsluitdijk. Om Nederland te beschermen moet de Zuiderzee worden afgesloten. Een immense klus: het aanleggen van de 32 kilometer lange dam midden in de zee duurt twaalf jaar.
(Van) Wie is Hans Brinker?
De Amerikaanse kinderboekenschrijfster Mary Mapes Dodge schrijft in 1865 het kinderboek Hans Brinker; or the Silver Skates. De 15-jarige Hans is wereldwijd bekend als 'de jongen met de vinger in de dijk' die de stad Haarlem redt van een overstroming. In werkelijkheid is niet Hans, maar de zoon van een Haarlemse sluiswachter die de stad redt. Het boek is vooral in de VS een succes. Amerikaanse toeristen zoeken in Haarlem jarenlang naar de plek waar Hans Brinker zijn heldendaad verricht. Tevergeefs. Speciaal voor hen plaatst de VVV in 1950 bij de Woerdersluis in Spaarndam, vlakbij Haarlem, een standbeeld voor Hans Brinker. Bij Harlingen staat een kopie van het beeld. Een eerbetoon aan de strijd tegen het water van de provincie Friesland.
* 1953: De Watersnoodramp. In de nacht van 31 januari op 1 februari bezwijkt bijna de helft van alle dijken in Zuidwest-Nederland. De oorzaak is een noordwesterstorm in combinatie met extreem hoogwater en springtij. Er komen 1836 mensen om. Het is de grootste natuurramp die Nederland in de twintigste eeuw treft. Die ramp leidt tot de aanleg van de Deltawerken die internationaal bekend worden. Lees en bekijk verhalen over de ramp in deze story.
Watersnood en Hansje Brinker
* 1995: Een bijna-ramp. Door extreme regenval is het waterpeil in de IJssel, Rijn, Maas en Waal fors gestegen. In de regio Gelderland moeten begin februari 250.000 mensen hun huis tijdelijk verlaten. De massale evacuatie is het startsein voor omvangrijke waterwerken langs de Nederlandse rivieren: Ruimte voor de rivier.
* 2021: Door extreme buien en hoge waterstanden in de rivieren krijgt Limburg te maken met flinke wateroverlast. Maar volgens deskundigen hebben de projecten Ruimte voor de rivier en de Maaswerken hun vruchten afgeworpen: anders was de schade nog veel groter geweest.
Hoe werden de Nederlandse waterwerken een exportproduct?
De Nederlandse kennis over waterwerken en dijken neemt een vlucht na de Watersnoodramp van 1953. Buitenlandse bedrijven en overheden bezoeken vrijwel dagelijks de Deltawerken. Dit stelsel van waterkeringen en sluizen beschermt Nederland tegen nieuwe overstromingen. Na de orkaan Katrina in 2005 staat New Orleans grotendeels onder water. Het Nederlandse onderzoeksinstituut Deltares en de bedrijven Arcadis en Haskoning krijgen de opdracht de Amerikaanse kuststad orkaanbestendig te maken. Nog geen tien jaar later is New Orleans omgeven door stormvloedkeringen en wallen. De dijken zijn verbeterd. De stad heeft bovendien de grootste waterpomp ter wereld tot zijn beschikking.
Het Nederlandse bedrijfsleven is ook actief in landen als Bangladesh, Indonesië en Vietnam. In 2014 is de Nederlandse watersector volgens de Nederlandse Water Monitor goed voor 86.000 banen. De omzet bedraagt ruim 21 miljard euro. Daarvan is 7 miljard euro afkomstig uit het buitenland. De sector richt zich op het hele scala aan diensten, van schoon drinkwater tot waterbouw.
Waarom mogen rivieren weer overstromen?
In de jaren tachtig en negentig treft hoogwater een aantal keer het Nederlandse rivierengebied. In januari 1995 moeten 250.000 mensen hun woning verlaten als het water in de Rijn, de Waal en de Maas blijft stijgen. In de Limburgse dorpen Borgharen en Itteren zijn overstromingen. De overige gebieden ontsnappen aan een ramp. In die tijd ontstaan de eerste plannen om rivieren meer ruimte te geven. Het uitgangspunt is dat rivieren opgesloten liggen achter een dijk. Daardoor kunnen ze hun wateroverschotten niet snel genoeg kwijt. Als die overschotten veilig over het land kunnen uitstromen, daalt de waterstand veel sneller. Dit is een nieuwe benadering om bewoners van het rivierengebied te beschermen tegen hoogwater.
Het project de Maaswerken en het project Ruimte voor de rivier worden gestart om rivieren meer ruimte te geven en zo overstromingen in de toekomst te beperken. Ruimte voor de rivier bestaat uit meer dan dertig waterwerken langs de IJssel, de Nederrijn, Waal en Lek. Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering.
De uitvoering van Ruimte voor de rivier duurt bijna tien jaar. Uiterwaarden zijn uitgegraven en verbreed, rivierbeddingen uitgediept en dijken verlegd. Langs de IJssel ligt een nieuwe watergeul die wateroverschotten opvangt.
Dat gaat zeker niet vanzelf. Ruim honderd mensen moeten gedwongen verhuizen. Verschillende boerderijen moeten naar een andere, hoger gelegen locatie worden verplaatst en mensen krijgen een plaats om te wonen toegewezen op plekken die soms honderden meters verderop liggen.
Begin 2017, precies tien jaar na het begin van de werkzaamheden, is Ruimte voor de Rivier afgerond. Binnen de afgesproken tijd en binnen het budget. De Nederlandse overheid houdt zelfs geld over.
Een nieuwe manier van omgaan met hoogwater: geef ruimte aan de rivier.
Hoe ziet het waterbeleid voor de toekomst eruit?
Als gevolg van klimaatverandering wordt Nederland naar verwachting natter. Het gaat vaker en harder regenen. In het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma staat dat de kans op verdrinken nergens in Nederland groter is dan 1 op 100.000. Zo'n 1100 kilometer aan dijken, vooral in het rivierengebied, voldoet niet aan die eisen. Op veel plaatsen is het onmogelijk om dijken nog hoger en nog breder te maken. Daarom bedenken universiteiten en ingenieursbureaus innovatieve oplossingen. Ankers in een bestaande dijk maken de dijk sterker en voorkomen dat hij bij hoog water gaat schuiven, bijvoorbeeld. En dijken kun je ook versterken met stalen wanden. Bij de IJsseldijk bij Gouda is voor het eerst een bindmiddel, een soort cement, geïnjecteerd en gemengd met de grond van de dijk.
Door wegen en woningbouw is het steeds lastiger om regen snel uit de bebouwde omgeving weg te krijgen. Meer dan vroeger is er aandacht voor waterbeheer in de stad. Lokale waterbergingen moeten wateroverlast voorkomen. Zoals een parkeergarage en een waterplein in Rotterdam.
Een ander probleem dat pas sinds kort de aandacht heeft, is het gevolg van de daling van de Nederlandse bodem. Door droogte, gaswinning en grondwatergebruik voor landbouw en drinkwater klinkt de bodem in. Nederland komt steeds lager te liggen. In het kustgebied treedt verzilting op. Zout water komt langzaam naar boven en bedreigt de landbouw en ons drinkwater. Panklare oplossingen zijn er niet. Er lopen verschillende proeven met ondergrondse zoetwaterbergingen. Zeeland en Texel bereiden zich al voor op een zoutere bodem en experimenteren met zilte landbouw, zoals aardappelrassen broccoli die goed tegen zouter water kunnen. En zo zijn de Nederlandse waterwerken nooit af.
In het kort
Al in de IJzertijd bouwden de Nederlanders beschermde plekken in het landschap, terpen, waar ze veilig waren voor hoogwater.
Ieder jaar bezoeken buitenlandse bedrijven en overheden de Deltawerken. De Nederlandse watersector is goed voor 86.000 banen en een omzet van 21 miljard euro.
Na de grote evacuaties van de jaren negentig in het rivierengebied, begint het project Ruimte voor de rivier. Op sommige plekken mogen rivieren bij hoogwater gecontroleerd overstromen.
Nieuwe veiligheidsnormen bepalen dat de kans op verdrinken nergens in Nederland groter is dan 1 op 100.000.
En je weet het!
Anderen het laten weten?