Hoort Turkije bij de EU?
Hoort Turkije bij de EU?
Laatste update: 19-12-2024
Turkije en Europa hebben een lange gezamenlijke geschiedenis, eerst als rivalen daarna meer als vrienden. In 1968 probeert Turkije lid te worden van de EU, maar er is weinig enthousiasme vanuit Europa. Turkije krijgt ook steeds meer twijfels over een lidmaatschap, zullen de EU en Turkije ooit samenkomen?
Redacteur: Gülhan Demirci
Wat is 'Europa'?
Als we het over de Europese Unie (EU) hebben dan hebben we het vaak over 'Europa'. Dat is niet helemaal juist, want Europa is meer dan alleen de EU. Europa is een werelddeel en in dat werelddeel zijn verschillende Europese landen geen onderdeel van de EU. Bijvoorbeeld Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Noorwegen en ook Turkije. Turkije ligt namelijk voor een deel op het Europese continent.
De regels over toetreding tot de Europese Unie zijn helder: elk Europees land dat voldoet aan de door de Europese Unie vastgestelde criteria en akkoord is met de uitgangspunten van de Europese Unie kan lid worden. Het probleem is alleen dat er nooit duidelijk is aangegeven wat een ‘Europees’ land is; waar beginnen de grenzen van Europa en waar houden ze op?
'Europa' is in ieder geval niet alleen een groep van landen op de wereldkaart waarvan de buitenste landen de grens van Europa vormen. Volgens de uitgangspunten van de EU hoort bij ‘Europa’ ook een manier van denken over 'de menselijke vrijheid, democratie, rechtsstaat en mensenrechten.' Maar ook deze ‘gemeenschappelijk gedeelde beginselen’ zoals dat zo mooi genoemd wordt door de EU, laten niet duidelijk zien wat 'Europa' is en welke landen daarbij horen.
Wel duidelijk is dat er meer verschillen dan overeenkomsten zijn tussen wat Europeanen onderling belangrijk vinden. Dat is te zien in de Europese Waardenatlas die eens in de negen jaar wordt gemaakt. Daaruit blijkt dat bijvoorbeeld Nederlanders meer aan mensenrechten hechten dan Polen. Omgekeerd is in Polen religie belangrijker dan in Nederland. En vinden mensen in Zweden het klimaat en duurzaamheid weer belangrijker dan Nederlanders. Dit onderzoek laat zien met hoeveel verschillende wensen en meningen rekening gehouden moet worden binnen de EU.
Is er een gezamenlijke geschiedenis?
De band tussen Europa en Turkije gaat heel ver terug. Want al ligt het huidige Turkije niet meer in Europa (behalve een klein gedeelte bij Istanbul), het zwaartepunt van het vroegere Ottomaanse Rijk bevindt zich honderden jaren in Zuidoost-Europa, zo’n beetje waar nu Griekenland en de overige Balkanlanden liggen. Er is over en weer veel handel (vooral in de vroeg Ottomaanse periode tot ongeveer 1883) en ook cultureel is er beïnvloeding.
In de Renaissance is het Ottomaanse Rijk nog een sterk en uitgestrekt rijk en boezemt de Europeanen respect maar ook angst in. Tegen de negentiende eeuw zijn de Europese landen veel sterker geworden dan het Ottomaanse Rijk en daarmee zijn zowel de angst als het respect verdwenen; het Rijk wordt door de Europeanen steeds meer gezien als een barbaars rijk dat (cultureel) minderwaardig is. Andersom kijken de Ottomanen (en later de Turken) met ontzag naar de sterker wordende Europese landen en proberen er aansluiting bij te krijgen.
Waarom wil(de) Turkije bij Europa horen?
Met de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) komt er een definitief einde aan het Ottomaanse Rijk dat aan Duitse kant mee vocht, en dus bij de verliezers hoorde.
Als verliezer, wordt het Ottomaanse Rijk wordt gedwongen het Verdrag van Sèvres te tekenen. In dit verdrag worden grote delen van het rijk verdeeld onder Frankrijk, Engeland, Griekenland en Italië. De Turken zijn alleen rondom de Turkse hoofdstad Ankara nog de baas. Het verdrag wordt door de Turken gezien als een totale vernedering en ze weigeren te tekenen. De onvrede groeit en leidt tot een nationale opstand onder de leiding van Mustafa Kemal Atatürk.
Met deze onafhankelijkheidsoorlog verjagen ze de Britten, Fransen en Grieken en in 1923 wordt de Turkse Republiek gesticht, met Atatürk als eerste president. Het wantrouwen tegen Europa is ontzettend groot en de Turken voelen zich totaal verraden.
Wat zijn de eerste stappen richting Europese integratie?
Ondanks het wantrouwen tegen de Europese landen blijven Atatürk en de intellectuelen in die tijd ervan overtuigd dat Turkije alleen kan blijven bestaan als het land seculier en Westers wordt. En zich niet meer op het oosten en de islam richt. Alle nieuwe wetten en hervormingen die Atatürk invoert zijn erop gericht om te moderniseren en aansluiting bij Europa te krijgen.
Na de Tweede Wereldoorlog gaat het economisch niet goed met Turkije en krijgt het een steuntje in de rug door het Marshallplan. De Verenigde Staten geven geld en militaire steun voor de wederopbouw van Europa. Turkije kan het geld goed gebruiken, maar het Marshallplan heeft voor de Turken ook een belangrijke emotionele waarde: het is een bewijs dat ze bij het ‘westerse kamp’ horen. Als ze in 1952 worden toegelaten tot de NAVO wordt dit verder bevestigd. Tijdens de Koude Oorlog is Turkije voor de NAVO een uitstekende bondgenoot. Het ligt vlak bij de Sovjet-Unie en is een perfecte uitvalsbasis, het land heeft een van de grootste legers binnen de NAVO met een enorm potentieel aan materieel en soldaten en het vormt zoals gezegd een goede buffer tussen het westen en de Sovjet-Unie. Deze strategische ligging blijft ook in latere tijden van groot belang.
Eind jaren vijftig wordt de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht, een kleine gemeenschap van zes landen. Uitbreiding is van harte welkom en de deur staat wagenwijd open voor wie belangstelling heeft. Turkije heeft belangstelling.
Als een van de eerste landen sluit Turkije in 1964 een associatieverdrag met de EEG. Een associatieverdrag is niet meer of minder dan een overeenkomst waarin wordt afgesproken dat er betere economische en politieke samenwerking komt, niet dat het land automatisch (op een later tijdstip) lid wordt van de Gemeenschap. Turkije is wel volwaardig lidmaatschap toegezegd, als het voldoet aan de eisen van de EEG, en later de EU.
Het blijkt echter lastig voor Turkije om aan de eisen van Europa te voldoen. De jaren zeventig en tachtig worden in Turkije getekend door geweld en onrust. Zo is er een conflict met Griekenland over het eiland Cyprus en is er binnen Turkije veel geweld tussen linkse en rechtse groepen. Tot twee keer toe doet het Turkse leger een staatsgreep. Van 1980 tot 1983 is er een militaire dictatuur aan de macht waardoor burgerlijke vrijheden, de pers, zelfstandigheid van universiteiten en de bevoegdheden van het Constitutionele Hof ernstig worden ingeperkt.
In 1983 wordt een er nieuwe Grondwet (1983) ingesteld waarin de vrijheid van pers en vereniging en de vrijheid van het individu worden beperkt. De mensenrechtensituatie is zo slecht dat de EEG lange tijd alle onderhandelingen voor een mogelijk Turks lidmaatschap opschort. De decennia daarna blijft deze Grondwet een belangrijk argument tegen onderhandelingen tot toetreding. Vanaf 1995 wordt de Grondwet beetje bij beetje gewijzigd. De grote veranderingen komen vooral nadat de AKP van Recep Tayip Erdoğan aan de macht komt in 2002.
Hoort Turkije bij 'Europa'?
Pas in 1987 vraagt Turkije officieel het lidmaatschap van de EEG, de voorloper van de EU, aan. Turkije wordt in 1990 beleefd afgewezen met de boodschap 'nu nog niet'. Turkije loopt economisch te veel achter, er zijn meer hervormingen nodig, en ook de mensenrechtensituatie (vooral de slechte behandeling van de Koerden en linkse activisten) is niet volgens de Europese waarden. En met de val van het communisme en het einde van de Koude Oorlog is het strategische belang van Turkije een stuk minder groot. De Turken zijn minder hard nodig, maar blijven wel belangrijk genoeg om er geen echte ruzie mee te willen. Als pleister op de wond biedt de EU Turkije een douane-unie aan. In 1995 is de douane-unie een feit. De vrijhandel tussen de twee partijen biedt veel voordelen maar er is nog steeds geen begin gemaakt met onderhandeling over een echt EU-lidmaatschap.
In 1997 worden er onderhandelingen geopend met Oost-Europese landen (Bulgarije, Hongarije, Estland en Polen) en Cyprus om toetreding tot de EU te bespreken, maar niet met Turkijke. Turkije voldoet nog niet aan de voorwaarden volgens de EU. De Turken zijn woedend over wat zij zien als het meten met twee maten. Die woede is te begrijpen want er zijn vraagtekens te plaatsen of de andere landen wel voldoen aan de criteria. Turkije voelt zich onheus behandeld en verbreekt al het contact.
Voor het eerst uiten verschillende Europese politici openlijk hun twijfels over of Turkije wel bij de Europese Unie mag en kan horen. Met name christendemocratische politici hebben het over de EU als een unie van landen die dezelfde 'joods-christelijke' normen en waarden delen. Opeens is de vraag: Is het als moslimland wel welkom in de EU?
Europese leiders waaronder de Duitse kanselier Helmut Kohl, de Belgische premier Jean-Luc Dehaene en de Franse president Valéry Giscard d'Estaing, vinden openlijk van niet. "Europa houdt op waar de gotische kathedralen eindigen," zegt Helmut Kohl tijdens een besloten bijeenkomst, waarmee hij bedoelt dat Europa (grotendeels) christelijk is, en Turkije niet. Het "verzwegen argument'' zoals Hans van Mierlo het als Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken in een interview noemt, wordt voor het eerst openlijk uitgesproken: Turkije is als moslimland niet welkom in de EU.
Beginnen de onderhandelingen eindelijk?
Het oorspronkelijke enthousiasme voor de Turkse toetreding tot de EU neemt af als meer landen bij de EU komen. Burgers en bestuurders klagen over een te groot en overzichtelijke EU, hoe kan je goed samenwerken met zoveel landen? Ondertussen blijven de Verenigde Staten bij de EU aandringen op toetreding voor de Turken. De VS zien de Turken tijdens de golfoorlogen als belangrijke bondgenoot voor het Westen om een buffer te vormen voor dreigingen uit het Midden-Oosten.
In 1999 krijgt Turkije de status van ‘kandidaat-lidstaat’. Dit betekent dat de EU officieel accepteert dat Turkije lid wil worden. Het garandeert niet dat het ook echt lid wordt. Voorwaarde blijft dat Turkije aan de Kopenhagen-criteria voldoet.
Om aan deze voorwaarden te voldoen vernieuwt Turkije vele wetten en delen uit de Grondwet. Zo wordt de doodstraf afgeschaft en krijgen minderheden als de Armeniërs en Koerden meer rechten. Verder, wordt de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting verruimd en wordt de macht van de militairen verkleind. In 2002 wint Recep Tayip Erdoğan met zijn conservatieve Islamitische partij, de AKP, de verkiezingen. Tijdens de verkiezingscampagne maakt Erdoğan al duidelijk dat de toetredingsgesprekken hoge prioriteit hebben en door de grote meerderheid in het parlement kan de partij relatief snel de zo gewenste economische en politieke hervormingen doorvoeren.
Erdoğan is openlijk Islamitisch en twijfelt aan de seculiere basis van de Turkse Republiek van Atatürk. Onder seculiere Turken heerst er wantrouwen tegenover de hervormingen van Erdoğan, ze zijn bang dat hij de EU en het toetredingsproces gebruikt om zijn interne vijanden uit te schakelen en geleidelijk de rol van de islam te vergroten. Vooral het terugdringen van het leger, van oudsher gezien als beschermer van de democratie, is wat hen betreft een slecht voorteken.
Onderhandelingen onder Nederlands voorzitterschap
Onder Nederlands voorzitterschap van de EU wordt in 2005 dan eindelijk na lang onderhandelen formeel het startschot gegeven voor onderhandelingen over toetreding tot de EU.
Glijdt Turkije toch weer af?
Amper zijn de onderhandelingen in 2005 gestart of ze komen al in gevaar. Weer wordt hardop de vraag gesteld wat toetreding van Turkije voor de EU zou betekenen, en of dat wel gewenst is. Duitsland en Frankrijk zijn bijvoorbeeld geen voorstanders van een Turks lidmaatschap.
In 2006 worden nieuwe aanvullende voorwaarden gesteld aan kandidaat-lidstaten, dus ook aan Turkije. In die voorwaarden staat onder andere dat onderhandelingen niet automatisch tot lidmaatschap leiden. Een ander belangrijk punt is dat 'toetreding van een land het effectief functioneren van de EU niet onder druk mag zetten,' wat erop neerkomt dat de EU probleemloos moet blijven werken. Dat is een nogal brede formulering, want wanneer functioneert de EU niet meer, en wanneer is dat de schuld van een ander land?
De boodschap van PVV-leider Geert Wilders is al sinds 2004 dat de Turken niet bij de EU horen. Zijn standpunt tegen Europees lidmaatschap van Turkije is een van de redenen waarom hij ooit uit de VVD is gestapt.
Vooral voor de Westers-georiënteerde Turken komt deze anti-houding ten opzichte van hun land als een onaangename verrassing. Door deze Europese houding neemt het enthousiasme in Turkije om te hervormen en toe te treden af. Gevoelens als ‘wat we ook doen, het is nooit goed genoeg’ en ‘ze willen ons toch niet’ worden steeds sterker. Aan het begin van het proces tot toetreding was een ruime meerderheid van de Turkse bevolking (74%) nog voor, nu is dat aantal gezakt tot ruim onder de helft. In 2013 gelooft nog maar 19% van de Turken in een Europees lidmaatschap. Ook de Nederlanders van Turkse komaf geloven steeds minder dat Turkije lid wordt van de EU.
In 2007 wordt Erdoğan met grote meerderheid herkozen en richt zich steeds minder op hervormingen en steeds meer op het versterken van zijn macht. Zijn buitenlandbeleid richt zich meer op het Midden-Oosten en Europa raakt op de achtergrond. Erdoğan gaat steeds meer regeren als een alleenheerser en staat kritiek op zijn beleid niet langer toe: kritische kranten worden gesloten en journalisten worden gevangengezet, zoals Can Dündar en Erdem Gül.
Als deze twee journalisten later weer worden vrijgesproken door het Turkse Constitutionele Hof, verklaart Erdoğan dat hij het Hof niet meer respecteert als ze hem tegenspreken. Dit zorgt ervoor dat de onderhandelingen met de EU stil komen te liggen, Turkije blijft wel nog steeds kandidaat-lid.
Heeft Turkije weer een nieuwe bufferfunctie?
Als in 2011 door de Syrische burgeroorlog een grote groep vluchtelingen naar de EU reist, wordt Turkije weer een strategische partner. De grote aantallen vluchtelingen zorgen in EU-landen voor problemen met opvang en veel negatieve reacties vanuit de bevolking van de verschillende EU-landen. Dit zorgt voor toenemende spanningen in de samenlevingen van de EU-landen. De EU zoekt naar een oplossing en sluit een 'vluchtelingendeal' met Turkije. Turkije gaat vluchtelingen opvangen en zorgt dat ze niet verder reizen. In ruil hiervoor krijgt het land zes miljard euro en wordt afgesproken dat Turkse inwoners zonder visum naar de EU mogen reizen en dat de onderhandelingen voor een EU-lidmaatschap weer worden hervat.
Maar na de mislukte staatsgreep tegen Erdogan op 15 juli 2016 en vooral de harde maatregelen die daarna genomen worden – het oppakken van journalisten, het sluiten van kritische televisie zenders en kranten en het ontslaan van rechters, leerkrachten en ambtenaren – komt er veel kritiek vanuit Europa. De onderhandelingen komen weer stil te liggen. Ondanks harde woorden en dreiging met helemaal stopzetten van de gesprekken houdt Europa de deuren op een kiertje. Dit komt omdat de EU niet in staat is om de vluchtenproblematiek op te lossen. Erdoğan heeft de EU in een houdgreep, zodra er wordt gedreigd met het stopzetten van de onderhandelingen dreigt Erdoğan met het opengooien van de grenzen.
De Europese landen hebben vanaf het begin een dubbele houding tegenover Turkije. Aan de ene kant wordt begonnen met onderhandeling voor toetreding, aan de andere kant is er twijfel of Turkije überhaupt ooit zal toetreden. Turkije wil graag bij Europa horen en klopt al decennialang aan de deuren maar is tot nu toe nog niet verder gekomen dan een kandidaat-lidmaatschap.
Momenteel is Turkije door binnenlandse problemen in zichzelf gekeerd. Het heeft zich van Europa afgekeerd. Toch blijft het land soms ook een bemiddelende rol spelen tussen Europa en de rest van de wereld. Bijvoorbeeld door tijdens de Oekraïne-oorlog in 2022 met Rusland een graandeal te sluiten waardoor export van graan vanuit Oekraïne weer op gang kan komen naar Afrika. De wens van veel Turken blijft nog steeds een lidmaatschap, vooral de hoger opgeleiden en minderheden zijn grote voorstanders.
En Europa houdt zo haar eigen problemen. Naast een vluchtelingencrisis is er de onderliggende identiteitscrisis over de vraag wat Europa is en waar de (letterlijke) grenzen liggen.
Tijdslijn toetreding
1959: Turkije vraagt associatielidmaatschap aan
1963: Turkije ontvangt associatielidmaatschap
1980: Associatielidmaatschap geschrapt door staatsgreep
1987: Turkije vraagt lidmaatschap aan
1988: Associatielidmaatschap weer geldig
1989: EG wijst aanvraag lidmaatschap af
1993: EG stelt Kopenhagen-criteria op
1996: Totstandkoming douane-unie tussen EU en Turkije
1999: Turkije wordt kandidaat-lid EU
2002: EU belooft eind 2004 startdatum onderhandelingen te hebben
2005: Onderhandelingen over een lidmaatschap starten weer
2015: gesprekken over lidmaatschap worden opgepakt in kader van vluchtelingendeal
Geraadpleegde bronnen
En je weet het!
Anderen het laten weten?