Sinds wanneer hoort vuurwerk bij oud en nieuw?

Sinds wanneer hoort vuurwerk bij oud en nieuw?
Laatste update: 25-11-2025
Vuurwerk tijdens de jaarwisseling hoort er volgens veel mensen bij. Toch is het voor Nederland nog maar een jonge traditie. Bovendien is het ook omstreden, want vuurwerk heeft altijd fans én critici gehad. De regelgeving rondom vuurwerk wordt daarom regelmatig aangepast.
Waar komt de vuurwerktraditie vandaan?
Vuurwerk is waarschijnlijk uitgevonden in China. Al rond het begin van onze jaartelling gebruiken Chinezen voorlopers van vuurwerk om boze geesten te verdrijven. Het maakt daarom vaak deel uit van religieuze festivals. Ook soldaten maken gebruik van vuurwerk, bijvoorbeeld om lichtsignalen te sturen. Na de uitvinding van buskruit - een mengsel van salpeter, zwavel en houtskool - ontstaan er steeds meer soorten vuurwerk, zoals vuurpijlen en bommen. Met vuurpijlen kan je bijvoorbeeld ’s nachts terreinen verlichten of signalen afgeven.
In de 13e eeuw doet vuurwerk zijn intrede in Europa via migranten en handelaren. Ook Europeanen gebruiken het voor oorlogsvoering en tijdens feestelijkheden, zoals koninklijke feesten en overwinningen. Zo vieren Nederlanders het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 met vuurwerk op de Dam in Amsterdam. En in de 17e eeuw zijn bij het Franse Paleis van Versailles, vlakbij Parijs, regelmatig vuurwerkspektakels te zien.
In de 19e eeuw gaan burgers voor het eerst vuurwerk afsteken rondom oud en nieuw. Ook ontstaan de eerste vuurwerkfabrieken in deze tijd. Maar pas na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) neemt de traditie echt een vlucht. Waarschijnlijk nemen migranten uit de voormalige kolonie Nederlands-Indië deze gewoonte mee uit Indonesië. Maar nog veel belangrijker is dat vuurwerk steeds makkelijker verkrijgbaar wordt vanaf de jaren 60 door import van goedkoop vuurwerk uit China. Door de stijgende welvaart in deze tijd kunnen steeds meer mensen het bovendien betalen.
De oude Germanen verjoegen de boze geesten al met veel lawaai.
Carbidschieten
Vooral in het noorden en oosten van het land hoort ook het carbidschieten bij de jaarwisseling. Daarbij worden melkbussen gevuld met carbid en water. Het gas dat vervolgens ontstaat, steek je aan. Wat volgt is een oorverdovende knal en het wegvliegen van het deksel van de melkbus – of een voetbal die je in plaats van een deksel op de melkbus legt.
Waarom worden de regels over vuurwerk strenger?
Even oud als de traditie van het afsteken van vuurwerk tijdens de jaarwisseling, is ook de discussie over de veiligheid ervan. In de jaren 60 en 70 nemen de zorgen over knalvuurwerk toe. Zo wordt er gewaarschuwd om gehoorschade en vallen er jaarlijks duizenden gewonden. De overheid neemt daarom maatregelen. In wetten wordt onder andere vastgelegd hoeveel geluid vuurwerk mag maken, waardoor een deel van het knalvuurwerk verboden wordt. Ook komen er steeds vaker overheidscampagnes, zoals de voor velen bekende campagne 'Je bent een rund, als je met vuurwerk stunt'.

Na de ramp in een vuurwerkfabriek in Culemborg (1991) en de vuurwerkramp die de wijk Roombeek in Enschede in puin legt (2000), worden ook de regels voor opslag en verkoop flink aangescherpt. Bij de vuurwerkramp in Enschede vat de voorraad van het bedrijf S.E. Fireworks vlam, waarna verschillende opslagbunkers exploderen. Er komen 23 mensen om het leven en honderden mensen raken gewond. De krater die door de ontploffing in de wijk is ontstaan, is nog steeds zichtbaar als vijver. Na de ramp besluit de overheid onder andere dat bedrijven die grote hoeveelheden vuurwerk opslaan niet meer dicht bij huizen en scholen mogen staan. Ook mag vuurwerk niet meer in containers worden bewaard.
De laatste jaren is de roep om een volledig verbod op consumentenvuurwerk steeds luider. Daarvoor zijn verschillende redenen. Vuurwerk zorgt jaarlijks rond oud en nieuw voor tientallen miljoenen euro’s schade aan gebouwen, voertuigen, het milieu en de openbare ruimte. Veel mensen ergeren zich bovendien aan het geknal op Oudejaarsdag en de dagen daarvoor. En ook huisdieren kunnen flink van slag raken.
Gemeenten en instanties doen er van alles aan om goede voorlichting te geven over de gevaren en het veilig gebruik van vuurwerk: doe een veiligheidsbril op, gebruik een aansteeklont en neem voldoende afstand. Toch komen elk jaar nog steeds honderden mensen met verwondingen aan handen, hoofd, ogen of andere plekken in het ziekenhuis terecht. Ook merkt de politie dat hulpverleners steeds vaker worden lastiggevallen. Mensen gooien en schieten met vuurwerk naar agenten, brandweerlieden en ambulancemedewerkers die op een melding afkomen tijdens oud en nieuw.
Na verschillende incidenten worden de regels rondom vuurwerkgebruik strenger. Dit gaat stap voor stap. Eerst komen er in diverse gemeenten vuurwerkvrije zones. Ook wordt de tijd waarin vuurwerk mag worden afgestoken beperkt. En de zwaardere categorieën sier- en knalwerk waarmee kan worden gegooid of geschoten worden verboden voor consumenten.
Naast shells en bangers (de Cobra is een banger) bestaat de Big Five uit lawinepijlen, batterijen en Romeinse kaarsen. De hele aflevering bekijk je op NPO Start.
Wat zijn de regels bij vuurwerk afsteken?
De overheid heeft het knal- en siervuurwerk ingedeeld in verschillende categorieën. Categorie F1 is het lichtst en categorie F4 het zwaarst. Er is besloten dat consumenten alleen nog maar F1 en F2 vuurwerk mogen gebruiken. Hierdoor mag je vanaf 2020 niet langer zelf rotjes, vuurpijlen, Romeinse kaarsen of Chinese matten afsteken. Ook de fluitende babypijltjes zijn verboden. Wat nog wel is toegestaan zijn producten uit de F1 en F2 categorieën, zoals sterretjes, compoundboxen, fonteintjes, en grondbloemen.

Vuurwerk uit de F1-categorie, zoals sterretjes en knalerwten, mag je het hele jaar door afsteken. Wel moet je minimaal 12 jaar oud zijn. Voor vuurwerk uit de F2-categorie zijn de regels strenger. Je moet daarvoor 16 jaar of ouder zijn én het is alleen toegestaan op 31 december vanaf 18 uur ’s avonds tot 1 januari 2:00 uur 's nachts.
Ook mag je het niet overal afsteken. Elke gemeente mag zelf bepalen waar het wel en niet mag. Sommige gemeenten stellen vuurwerkvrije zones in, bijvoorbeeld in het centrum of bij een ziekenhuis in de buurt. Ook zijn er gemeenten die een vuurwerkverbod invoeren. In die gemeenten is alleen fop- en schertsvuurwerk, zoals sterretjes en knalerwten toegestaan. In 2023 stijgt het aantal gemeenten met een vuurwerkverbod naar 16. Een jaar later zijn het er nog 3 meer. De verwachting is dat het aantal in de komende jaren verder zal toenemen.
Veel gemeenten organiseren professionele vuurwerkshows als alternatief:
Vuurwerkshows in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Lange tijd lijkt het erop dat er geen landelijk verbod op consumentenvuurwerk zal komen. Maar in 2025 stemt toch een ruime meerderheid in de Tweede Kamer voor zo'n verbod en ook de Eerste Kamer stemt voor. Het verbod gaat in vanaf de jaarwisseling van 2026/2027.
Sommigen vinden het verbod onnodig. Het zou de eigen verantwoordelijkheid zijn van de burgers om er veilig mee om te gaan. Bovendien zou een verbod ‘betutteling’ zijn en zou een mooie traditie erdoor verloren gaan. Anderen zeggen dat een verbod nodig is voor de veiligheid, niet alleen van burgers maar ook van hulpverleners die steeds vaker te maken krijgen met geweld tijdens de jaarwisseling. Wat vind jij?
In het kort:
Vuurwerk afsteken is een relatief jonge traditie in Nederland. Eerder werd het al wel gedaan in China.
Er zijn al verschillende maatregelen genomen om consumentenvuurwerk in te perken, zoals een verbod op knalvuurwerk. Mede daardoor vallen er minder slachtoffers.
Er zijn ook allerlei alternatieven voor het afsteken van vuurwerk, zoals vuurwerkshows die door de gemeente worden georganiseerd.
In 2025 stemmen de Tweede en Eerste Kamer in met een landelijk verbod op consumentenvuurwerk. Waarschijnlijk gaat dit verbod in met de jaarwisseling van 2026/2027.
Geraadpleegde bronnen
En je weet het!
Anderen het laten weten?







