Bersiap of Revolusi? De chaos in Indonesië na afloop van de Tweede Wereldoorlog
Bersiap of Revolusi? De chaos in Indonesië na afloop van de Tweede Wereldoorlog
Laatste update: 07-08-2024
Op 15 augustus 1945 kondigt Japan de capitulatie aan, de Tweede Wereldoorlog is definitief voorbij. Ook in de oude kolonie Nederlands-Indië. Of is het al Indonesië? En hoe moeten we die periode die volgt noemen? Revolusi? Bersiap? Voor veel Nederlanders die wonen in de Indonesische archipel begint de “oorlog na de oorlog”, voor Indonesiërs de onafhankelijkheid.
Programma: Andere Tijden (NTR)
Revolusi is de Indonesische spelling van het woord revolutie, bersiap betekent ‘wees paraat’. De verwarring rondom de namen is symbolisch voor wat er in de maanden na 15 augustus gebeurt. Het is een chaotische en gewelddadige tijd. Wie de macht heeft in de archipel is volslagen onduidelijk, er wordt her en der hevig gevochten. Wie staat er tegenover wie in deze “oorlog na de oorlog”?
Tieners over Indië
Hoe hebben Indische Nederlanders de oorlog en deze periode van revolutie ervaren? Andere Tijden heeft een interactieve kaart gemaakt met portretten van tieners van toen.
Waarom verklaart Indonesië zich zo snel na de oorlog onafhankelijk?
Twee dagen na de capitulatie van Japan roepen de Indonesische nationalisten de onafhankelijke Republik Indonesia uit. Het is 17 augustus 1945, van de gebeurtenis is alleen een korrelige krantenfoto bewaard gebleven. Daarop zien we Soekarno, de toekomstige president, op de stoep van zijn huis een papiertje voorlezen. De tekst staat nog steeds gebeiteld in het onafhankelijkheidsmonument in de Indonesische hoofdstad Jakarta, inclusief de datum die nog in Japanse jaartelling is: 17 augustus 2605.
Onafhankelijkheidsverklaring
Het is nogal geïmproviseerd, deze onafhankelijkheidsverklaring. De leiders van de nationalistische beweging, Soekarno en Hatta, zijn al een tijd in gesprek met de Japanse machthebbers over onafhankelijkheid voor hun land en in augustus lijkt die onafhankelijkheid behoorlijk dichtbij te komen.
Dan vallen de atoombommen en zijn Japanse toezeggingen niets meer waard. Japan verplicht zich bij de capitulatie bovendien dat het in alle door het keizerrijk bezette gebieden de status quo, de bestaande toestand, zal handhaven. Wat moeten Soekarno en Hatta nu doen? Zal de onafhankelijkheid nu op de lange baan worden geschoven?
Politiek bewuste jongeren beginnen zich te roeren. Zij hebben lak aan afspraken met geallieerden. Japan is verslagen, het koloniale Nederlands-Indië is in 1942, met de Japanse inval, geschiedenis geworden. Niets staat een onafhankelijke staat meer in de weg, zo is hun redenering. Soekarno en Hatta worden onder druk gezet, zelfs tijdelijk ontvoerd door de jongeren, de pemoeda’s. Die krijgen hun zin. Zo wordt 17 augustus de geboortedag van de Republik Indonesia. Het wordt nog elk jaar groots gevierd.
Onafhankelijkheidsdag Indonesië
Hoe krijgt de nieuwe republiek vorm?
“16 augustus ging mijn vader naar zijn werk bij de spoorwegen, m’n broer Ruud ging mee om wat klusjes te doen. Toen ze terugkwamen van hun werk zeiden ze: ‘Het is een zooitje in de stad. Overal leuzen, alles is nu van de republiek Indonesië en je mag gratis met de tram.’”
Het is de herinnering van Fred Lapré, toen 15 jaar. Hij hoort tot de Indische Nederlanders, de mensen van gemengd bloed met een Nederlandse nationaliteit. Het gezin Lapré is niet opgesloten in een kamp door Japanners en woont in Soerabaja, de grote havenstad op Oost-Java. Daar zijn de revolutionaire pemoeda’s al vroeg actief.
Elders op Java laait het revolutionaire vuur wat later op. In de hoofdstad Jakarta, of Batavia zoals de Nederlanders het nog noemen, blijven de nationalistische leiders voorzichtig. Soekarno en Hatta hebben heel goed in de gaten dat ze voor de toekomst van de nieuwe staat steun van de geallieerden nodig hebben. Nederland zal zijn kolonie Nederlands-Indië niet zomaar prijsgeven, dat weten de nationalistische leiders als geen ander. Niet voor niets zijn de vele leuzen die overal op muren zijn gekalkt in het Engels: “All men are created equal” en “Freedom is a human, not a western ideal”.
Het is zaak om de fanatieke jongeren in de hand te houden, maar dat is niet makkelijk. De pemoeda’s hebben hun ‘bamboe roentjing’, de bamboestok met een geslepen punt en met dat wapen bedreigen ze veelvuldig burgers die in hun ogen niet deugen. Overal staan lokale leiders op, vaak bewapend met illegaal verkregen Japanse wapens. Zij spelen soms koninkje in een eigen rijk. In feite is er na de capitulatie van 15 augustus geen enkel gezag meer.
De jonge Republik Indonesia probeert ondertussen het raamwerk voor een echte staat te bouwen. Er komt een officiële regering, Soekarno wordt president. Nutsbedrijven worden bezet, de tram en wat later ook het spoor, worden overgenomen. Er moet natuurlijk ook een politiemacht komen, een leger. Maar de nationalisten hebben zelf niet het gezag om dat van bovenaf te regelen.
Het is inmiddels bekend dat er Engelse militairen naar Java zullen komen – maar wanneer komen die? En wat zullen die gaan doen? De Indonesische Republiek erkennen? De weg vrijmaken voor een nieuwe bezetting door Nederland? September 1945 is een maand van gespannen afwachten.
Nederlanders in het nauw
“De tram was levensgevaarlijk, of in ieder geval riskant. Daar zaten alleen Indonesiërs in.” Fons van Eijck, een Indische Nederlander van 19 jaar, gaat liever fietsen. Ook al moet hij regelmatig onder een spoorviaduct door waar vaak pemoeda’s rondhangen.
Anne-Ruth Wertheim zit als 10-jarig meisje in het interneringskamp Adek, daar is ze tijdens de oorlog met haar moeder, broer en zus opgesloten door de Japanners. Na de capitulatie klinkt het Wilhelmus op uit 2000 kelen, hoe verzwakt ook. Tegelijk wordt meegedeeld dat niemand het kamp uit mag – buiten is het te gevaarlijk. In alle interneringskampen klinkt diezelfde boodschap: binnen blijven! Lang niet iedereen houdt zich daaraan. Ze ‘bolossen’ zoals het vertrek op eigen houtje wordt genoemd. Sommigen worden nooit meer gezien.
Ook Joost van Bodegom krijgt als 10-jarige te horen dat de oorlog voorbij is, maar dat hij moeten blijven waar hij is, in kamp Banjoebiroe 11 op Oost-Java. Voor Joost is het als jongetje vooral spannend. Neem nou de Engelse soldaten die vanaf half oktober hun kamp komen bewaken. Hij is vol ontzag en vertrouwt ten volle op hun bescherming. Hij juicht als ze pemoeda’s weten neer te schieten in gevechten die zich aan de rand van hun kamp afspelen.
Kan het Britse leger de Nederlanders beschermen?
Op 29 september 1945 zet het eerste regiment Britse troepen voet aan wal in Tandjong Priok, de haven van de hoofdstad. Het zijn Schotten, compleet met doedelzakspeler. De opdracht om de archipel in te trekken is door de Amerikanen opgedrongen aan de Britten. De Amerikaanse opperbevelhebber, generaal McArthur, wil al zijn aandacht op Japan richten. Zuidoost-Azië schuift hij, tegen eerdere afspraken in, door naar bondgenoot Engeland. Nederland speelt in dit spel geen rol, het land is zwaar gehavend uit de oorlog gekomen en heeft nauwelijks troepen in de regio.
De Republik Indonesia is inmiddels zo’n anderhalve maand oud en wil een volwaardige gesprekspartner van de Engelse bezettingsmacht zijn. De Engelsen staan er niet onwelwillend tegenover, ze hebben in hun eigen kolonie Birma ook al gesprekken gevoerd over onafhankelijkheid. Nederland is fel tegen. Nederlandse bestuurders rekenen Soekarno zwaar aan dat hij met Japan heeft samengewerkt, zij vinden dat hij een verrader van zijn eigen volk is. Maar ook met meer gematigde Indonesiërs willen de Nederlanders niet praten.
Er staan uiteindelijk zo’n 30.000 man Britse troepen in Indonesië die met de grootste moeite delen van Java bezetten. De hoofdstad is onder geallieerde controle, maar de stad Bandoeng is bijvoorbeeld in tweeën gedeeld. In het zuiden heeft de Republik Indonesia het voor het zeggen, het noorden is voor de “orang apis”, de buitenlanders, zo vertelt Henk Anthonijsz. Hij is een Indische Nederlander en kan niet in het zuiden blijven wonen. Hij wordt geëvacueerd, nadat zijn neef voor hun huis is doodgeschoten door pemoeda’s.
Ook in Soerabaja wordt heftig gevochten, daar beschikken de pemoeda’s over veel zware wapens en is het regelrecht oorlog. Er vallen vele doden, waaronder een Engelse brigadegeneraal. De pemoeda’s houden ook razzia’s in de wijken, op zoek naar ‘belanda’s’, ofwel Nederlanders.
Wat doet de Republik Indonesia tegen het geweld?
De regering van de Republik Indonesia maakt zich bij al dit geweld ernstig zorgen over de toekomst. Wat moet er terecht komen van Amerikaanse steun als de revolutie dreigt te verworden tot een orgie van geweld? Berichten over bloedbaden zoals in de Simpang sociëteit in Soerabaja, waar tientallen witte mannen worden mishandeld en gedood door pemoeda’s liegen er niet om.
De republikeinse kampen bevinden zich in voormalige kazernes, scholen, kloosters, wat er maar geschikt is om tientallen of soms honderden mensen onder te brengen. Tegelijk vormen ze een soort niemandsland. Eric Stokking, 13 jaar oud, komt terecht in een kamp bij een voormalige suikerfabriek in Soemobito. Gezinnen worden ondergebracht in voormalige personeelswoningen, soms twintig mensen in één kamer. Het eten is uitermate karig.
De door de geallieerden opgerichte organisatie RAPWI richt de aandacht in de eerste plaats op de mensen die nog vastzitten in de Japanse kampen. Die moeten naar de ‘veilige’ grote steden worden gebracht, vanwaar ze zo mogelijk naar Nederland kunnen vertrekken. De republikeinse kampen komen pas later aan de beurt. Eric Stokking verlaat Soemobito in juli 1946.
Wat betekent de keuze voor Bersiap of Revolusi?
De chaotische naoorlogse tijd in Indonesië benoemen betekent keuzes maken. Kies je voor Revolusi, dan kijk je met een Indonesische bril. Het gaat om de geboorte van een nieuwe staat, de Republik Indonesia, een gebeurtenis waar je als Indonesiër trots op kan zijn. Bersiap wordt in Nederland vaak gebruikt. Deze strijdleus van de pemoeda’s benadrukt het geweld waar vooral Indische Nederlanders mee te maken krijgen en waarbij enkele duizenden slachtoffers vallen. Over de term bersiap ontstaat in Nederland in 2022 discussie voorafgaand aan de expositie Revolutie! in het Rijksmuseum. Het woord zou vooral betrekking hebben op gewelddadigheden tegen Indische Nederlanders. Hierdoor zou het een historisch eenzijdig weergave bieden van de chaotische tijd tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië.
Het is heel goed mogelijk dat de twee termen voorlopig naast elkaar blijven bestaan. Alle Nederlandse tieners van toen vertellen in Andere Tijden dat de Indonesiërs achteraf natuurlijk hun “merdeka”, hun vrijheid, hadden moeten krijgen. Maar Fred Lapré begrijpt ook na ruim zeventig jaar nog niet waarom groepen mensen toen met zoveel haat tegenover elkaar kwamen te staan. Joost van Bodegom benadrukt nu dat de Indonesische jongeren van toen vervuld waren met wraakgevoelens door de vernederingen die hun ouders hadden moeten ondergaan in de koloniale tijd. Het geweld van de bersiaptijd lijkt zo bijna onvermijdelijk.
Anne-Ruth Wertheim wordt nu nog boos als ze terugdenkt aan de vergeefse pogingen van haar vader om te praten met de Indonesiërs: “Als de Nederlanders niet zo stom waren geweest om niet te gaan praten dan was het ook opgehouden. Ze hadden moeten gaan praten, en echt op basis van gelijkwaardigheid.”
In het kort
De leiders van de nationalistische beweging, Soekarno en Hatta, zijn al tijdens de oorlog in gesprek met de Japanse machthebbers over onafhankelijkheid. Politiek bewuste jongeren, pemoeda's, zetten de leiders op agressieve wijze onder druk om snel de onafhankelijkheid uit te roepen.
De jonge Republik Indonesia probeert het raamwerk te bouwen voor een echte staat. Soekarno wordt president. Maar de nationalisten hebben onvoldoende gezag om een politiemacht en leger op te zetten. Pemoeda's bedreigen veelvuldig burgers en lokale leiders staan op.
Door de gewelddadige pemoeda's zijn mensen met een Nederlandse nationaliteit niet meer veilig. In alle Japanse interneringskampen klinkt dezelfde boodschap: binnen blijven! Lang niet iedereen houdt zich daar aan.
30.000 Britse troepen trekken ongeveer anderhalve maand na het einde van de oorlog de archipel binnen. Ze hebben de grootste moeite om delen van Java te bezetten en belanden regelrecht in een oorlog met de pemoeda's.
De Republik Indonesia vreest voor de toekomst van de revolutie door al het geweld. Ze halen duizenden Indische Nederlanders uit huis en brengen hen onder in beveiligde kampen. Deze kampen raken al snel overbevolkt en het eten is uitermate karig.
Kies je voor Revolusi, dan kijk je met een Indonesische bril. Het gaat om de geboorte van een nieuwe staat. Bersiap wordt in Nederland vaak gebruikt. Deze strijdleus van de pemoeda’s benadrukt het geweld waar Indische Nederlanders mee te maken krijgen en waarbij enkele duizenden slachtoffers vallen.
En je weet het!
Anderen het laten weten?