Hoe hebben Nederlanders de bezetting van Nederlands-Indië ervaren?
Hoe hebben Nederlanders de bezetting van Nederlands-Indië ervaren?
Laatste update: 26-04-2024
“Jullie hadden in elk geval lekker weer in het kamp, terwijl wij hier met de barre hongerwinter zaten.” Dit soort onbegrip en onwetendheid zorgt ervoor dat na de Tweede Wereldoorlog veel Nederlanders jarenlang zwijgen over hun ervaringen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Nog altijd is er veel onbekend over dit oorlogsverleden. Wat is de Nederlandse bevolking tussen 1942 en 1945 overkomen in ‘de Oost’?
Redacteur: Anne Verwaaij
Bij de Tweede Wereldoorlog denken we vaak aan de oorlog in Europa en de terreur van nazi-Duitsland, maar aan de andere kant van de wereld groeit eind jaren 30 ook de angst voor een oorlog. Het Japanse Keizerrijk laat op steeds agressievere wijze zijn invloed gelden in Zuidoost-Azië.
Waarom valt Japan Nederlands-Indië aan?
Japan voert op 7 december 1941 een verrassingsaanval uit op Pearl Harbor, de Amerikaanse vlootbasis op Hawaï. Hierdoor verlamt Japan de Amerikaanse marine en kan het leger in korte tijd grote delen van Zuidoost-Azië veroveren. Zij hebben ook Nederlands-Indië op het oog. De Nederlandse kolonie is aantrekkelijk vanwege de vele grondstoffen. Japan beschikt zelf bijvoorbeeld niet over aardolie en heeft die hard nodig voor zijn oorlogsvoering.
De gevreesde Japanners sluiten al eerder, in oktober 1940, een bondgenootschap met het gehate nazi-Duitsland dat Nederland tot capitulatie heeft gedwongen. “Via de radio hoorden wij hoe Rotterdam plat werd gebombardeerd”, herinnert Fred Lapré zich, ook al is hij op 14 mei 1940 nog maar 10 jaar oud. Nederlands-Indië mobiliseert daarom het leger en bereidt de bevolking voor op een oorlog.
Hoeveel Nederlanders wonen er in Nederlands-Indië?
Nederlands-Indië is van 1618 tot 1945/1949 een kolonie van Nederland. Rond 1900 is de macht grotendeels in handen van een Nederlandse elite. In totaal wonen er rond 1940 zo’n 360.000 Europeanen, inclusief Nederlanders in het land, de oorspronkelijke bevolking telt dan zo’n 60 miljoen mensen.
Na de aanval op Pearl Harbor in december 1941 doen de geallieerden een laatste poging om de dreigende invasie door Japan te stoppen. Nederland bundelt haar vloot met Groot-Brittannië, Australië en Amerika. Maar ook samen kunnen de landen niet op tegen de goed georganiseerde en ervaren Japanse marine en luchtmacht. Ze verliezen de beslissende Slag in de Javazee op 27 februari 1942.
Twee dagen na de zeeslag landt het Japanse leger op Java. Acht dagen later moet het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) capituleren. “We hadden al die tijd gehoord: Indië is weerbaar en we kunnen ze wel aan. Maar het is altijd zo: men onderschat de vijand”, verzucht Hermann Wolff. Hij is 18 jaar oud als hij ziet hoe Nederland na ruim 300 jaar de macht verliest over de Indische archipel.
Welke Nederlanders moeten naar het kamp?
De Japanners sluiten vrijwel alle Nederlanders op, in totaal gaat het om ongeveer 80.000 mannen, vrouwen en kinderen. De 280.000 ‘Indische Nederlanders’, mensen van een gemengde Indische en Europese afkomst, blijven grotendeels buiten schot.
Het Japanse militaire regime dat van 1942 de dienst uitmaakt in Indonesië heeft namelijk als motto: “Azië voor de Aziaten”. De Japanners zien alle Europeanen als vijanden vanwege de eeuwenlange onderdrukking van de oorspronkelijke bevolking. Onmiddellijk na de capitulatie van Nederlands-Indië schuiven ze de oude koloniale heersers aan de kant en verplichten ze alle Nederlanders en Vreemde Oosterlingen boven de 17 jaar om zich te registreren en een persoonsbewijs aan te schaffen. Op deze zogenaamde pendafteran staat hoeveel ‘Europees bloed’ de eigenaar heeft.
De Indonesische politie en de beruchte Kempeitai houden razzia’s om Nederlandse mannen tussen de 17 en 60 jaar op te pakken. Daarna is het de beurt aan vrouwen en kinderen. Gevangenissen, kazernes, scholen, ziekenhuizen en zelfs hele wijken veranderen binnen enkele maanden in interneringskampen.
De Indische Nederlanders hoeven in principe niet naar het kamp, terwijl ook zij Nederlandse staatsburgers zijn. Het Japanse regime beschouwt hen als Aziaten, omdat ze niet gewend zijn aan mensen van gemengd bloed. “De Jap was een beetje dom”, verzucht Greta Pietersz. Indische Nederlanders zoals Greta zijn meestal heel trouw aan hun moederland, zelfs als ze er nog nooit zijn geweest.
Hoe is het leven in de Jappenkampen?
Verveling en isolement maken het leven in de kampen zwaar, maar vooral in het laatste jaar van de oorlog nemen de vernedering en onmacht toe. Voedselgebrek, slechte hygiëne, overbevolking en dwangarbeid eisen hun tol.
Het Japanse leger scheidt de mannen van de vrouwen, kinderen en bejaarden. De eerste groep gaat naar de mannenkampen en de tweede groep belandt in de zogenaamde gezinskampen. Hier is met name in het begin van de oorlog iets meer vrijheid. Zo mogen vrouwen een paar keer per week het kamp uit en extra eten kopen.
In 1944 scherpt Japan de regels in alle kampen flink aan. De geïnterneerden moeten voortaan een vaste dagindeling volgen en verplichte werkzaamheden uitvoeren. Voor mannen bestaat de dwangarbeid uit werk op het land of in de havens. Vrouwen werken ook op het land of maken kleding voor het Japanse leger.
In dit laatste jaar van de oorlog woeden ziektes als malaria, dysenterie en zelfs cholera in de kampen. Ondertussen verhardt de kampbewaking: ze voeren collectieve straffen uit, laten kampbewoners urenlang op appèl staan of houden rantsoenen in. De Japanse kampen zijn geen vernietigingskampen zoals die van nazi-Duitsland, maar toch verliezen in de burgerkampen zo’n 16.000 mensen hun leven, voornamelijk kleine kinderen en kwetsbare ouderen.
Hoe gaat Japan om met krijgsgevangenen?
Het Japanse leger behandelt krijgsgevangenen op een andere wijze dan Nederlanders in de gezinskampen. In totaal sturen de Japanners zo’n 60.000 krijgsgevangenen naar aparte kampen. Zij worden op grote schaal uitgebuit als dwangarbeiders. Dat overkomt ook Felix Bakker. Hij is amper 16 jaar oud als hij zich meldt bij het korps mariniers in Soerabaja. Na de capitulatie sluiten de Japanners hem op in een krijgsgevangenenkamp, net als ieder ander persoon die een militaire functie heeft uitgeoefend in het oude regime. Afkomst of leeftijd speelt hierbij geen rol; zo bevinden zich onder hen ook veel Ambonezen.
Felix moet vervolgens op transport naar Birma, want daar heeft het Japanse Keizerrijk mensen nodig voor de aanleg van een spoorlijn. Hij herinnert zich nog goed wat er tijdens die helse klus door hem heen ging: “Dit kan ik toch nooit overleven? De pijn en die wonden die je had. Het was bloedheet en we stierven van de dorst.” Per dag komen gemiddeld 75 mensen om bij de aanleg van deze ‘dodenspoorlijn’.
Hoe is het leven buiten de kampen?
De Indische archipel verandert tijdens de bezetting in een wingewest voor Japan. Alles wat de bevolking van Indonesië doet en maakt, staat in dienst van het keizerrijk. Zo rijden voertuigen van het Japanse leger op olie van de Indonesische eilanden Sumatra en Borneo en moet de rijstoogst van het Indonesische platteland Japanners voeden.
Het nieuwe regime ruïneert de Indonesische economie. Het gebrek aan geld en levensmiddelen brengt tijdens de oorlog een levendige ruilhandel op gang in sieraden, kleding of zelfs hele inboedels van huizen. Dit ‘tjatoeten’ is verboden, maar helpt hele families om de oorlog te overleven.
“We moesten gymnastiek doen onder leiding van de Jap”, vertelt Henk Anthonijsz in Andere Tijden. “O ja op straat!”, beaamt Nanny Vogler. De militaire top doordrenkt het dagelijks leven in Indonesië met de Japanse cultuur. Ze voeren de Japanse jaartelling, feestdagen en een nieuwe munt in. Alle verwijzingen naar Nederland en ook de Nederlandse taal is verboden.
De Japanse vlag verschijnt overal in het straatbeeld en het buigen voor Japanse militairen is verplicht. Zit je op de fiets? Dan stap je af. Nadert een willekeurige personenauto? Dan buig je altijd voor het geval zich daarin een hooggeplaatste Japanner bevindt. Fons van Eick vertelt in Andere Tijden: “Dat verdomde ik natuurlijk en ik niet alleen, maar dan werd je teruggeroepen en kreeg je klappen.”
Vernedering, hitte en honger kenmerken met name het laatste jaar van de Japanse bezetting. De dood is altijd aanwezig. Ook voor de Indonesische bevolking: miljoenen mensen sterven buiten de kampen en gevangenissen door hongersnood en de zware dwangarbeid. De Japanners buiten de oorspronkelijke bevolking op grote schaal uit als romoesja.
De onderdrukking en uitbuiting roept - net als in Nederland - verzet op. Met name (Indische) Nederlanders maar ook Indonesiërs proberen het regime van Japan te saboteren. Zij lopen daarbij gigantische risico’s, veel meer dan in Nederland.
De Kempeitai arresteert iedereen die ook maar enigszins verdacht gedrag vertoont. Harry Freund vertelt in de documentaire Buitenkampers dat de Kempeitai hem als 14-jarige jongen oppakt en hardhandig verhoort: “Dan werd je gewoon geslagen. Ze wilden gewoon dat je bekende dat je iets gedaan hebt, anders sloegen ze je dood. Dus dat heb ik gedaan.”
De gevangenen van de Kempeitai belanden meestal in smerige kelders, die heet en bedompt zijn door het tropische klimaat. De helft van de 15.000 mensen die vast komt te zitten op verdenking van verzet sterft in gevangenschap of krijgt het doodsvonnis.
Tieners over Indië
Hoe hebben Indische Nederlanders de oorlog en deze periode van revolutie ervaren? Andere Tijden heeft een interactieve kaart gemaakt met portretten van tieners van toen.
Wat betekent de bevrijding voor de Nederlanders in Indonesië?
Het einde van de Japanse bezetting luidt het begin in van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Japan laat Indonesië namelijk stuurloos achter na de capitulatie.
Japan capituleert op 15 augustus 1945 nadat de steden Hiroshima en Nagasaki door atoombommen in puin zijn gelegd. Op het moment van de overgave zijn vrijwel nergens in Indonesië geallieerde militairen te vinden. De eerste Engelse troepen arriveren pas eind september op Java.
Het gevolg is dat in Indonesië een machtsvacuüm ontstaat. De Japanners hebben tijdens de bezetting de koloniale Nederlandse macht en invloed grondig teniet gedaan. Tegelijkertijd hebben ze bij de Indonesiërs het idee van onafhankelijkheid gestimuleerd onder het motto “Azië voor de Aziaten”. Zo krijgt Soekarno, de voorman van de nationalistische beweging, al tijdens de bezetting de gelegenheid om in het openbaar toespraken te geven. Hij springt in het gat dat de Japanners achterlaten en roept twee dagen na de capitulatie de onafhankelijke Republiek Indonesië uit.
300.000 Nederlanders geloven niet meer in een toekomst in Indonesië en vluchten na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland. Eenmaal in het moederland stuiten zij op onbegrip en desinteresse van de Nederlandse bevolking. Hun oorlogservaringen vallen weg tegen de verhalen over de oorlog met Duitsland.
De meeste mensen uit voormalig Nederlands-Indië verbergen daarom hun verdriet en trauma’s. De koloniale oorlog die na 1945 woedt in Indonesië en die Nederland in 1949 verliest, versterkt het zwijgen over de Japanse bezetting. Nederlanders willen niet praten over de vroegere kolonie, want dat is een zwarte bladzijde in de geschiedenis.
Indië-herdenking
Wij weten inmiddels dat er vooral heel lang over gezwegen is. Het is heel ingewikkeld om het hier over herdenken te hebben, want waar het gebeurde is zo ver weg. Hoe kan je vertellen over de verschrikkingen van de oorlog?
Oud-politica Andrée van Es tijdens de Indië-herdenking
Dit stilzwijgen duurt tot de jaren 80. Dan beginnen veteranen, ooggetuigen en nabestaanden zich te verenigen. 15 augustus verandert in een nationale herdenkingsdag en in Den Haag staat vanaf 1988 het Indisch monument.
Met initiatieven als het Indisch Herinneringscentrum probeert de Indische gemeenschap in Nederland nog zoveel mogelijk verhalen over de bezetting te verzamelen en te bewaren. De laatste ooggetuigen en hun nabestaanden maken zo een inhaalslag op het verleden.
In het kort
Het Japanse Keizerrijk verovert op agressieve wijze delen van Zuidoost-Azië vanaf december 1941. Nederlands-Indië is ook een doelwit vanwege de vele bruikbare grondstoffen zoals olie.
Volbloed Nederlanders en een gedeelte van de Nederlanders met gemengd Indisch en Europees bloed. Het motto van Japan is “Azië voor de Aziaten”. De Japanners beschouwen Europeanen als de vijand, vanwege de eeuwenlange onderdrukking van de Aziaten.
Vernedering en verveling maken het leven zwaar. Vooral in het laatste jaar van de oorlog eisen voedselgebrek, slechte hygiëne, overbevolking en dwangarbeid hun tol.
De Japanners sluiten iedereen met een militaire functie op in krijgsgevangenkampen, ongeacht afkomst of leeftijd. Veel krijgsgevangenen moeten dwangarbeid verrichten en komen daarbij om.
In Indonesië vindt een Japanisering plaats van de economie en de cultuur. Grote delen van de bevolking moeten verplicht werken voor de bezetter. Vernedering, hitte en honger kenmerken het dagelijks leven.
De Indonesiërs starten na de bevrijding hun onafhankelijkheidsstrijd. Hierdoor vluchten de meeste (Indische) Nederlanders naar Nederland. Hier lopen ze tegen onbegrip en desinteresse aan over de Japanse bezetting.
En je weet het!
Anderen het laten weten?