Deze sporen laat je achter op het web en in de wereld
Deze sporen laat je achter op het web en in de wereld
Laatste update: 11-04-2022
Op de tribune zitten bij een voetbalwedstrijd, een glaasje water drinken, je computer niet goed afsluiten: het lijkt misschien onschuldig. Tot je je realiseert dat het allemaal elementen zijn die kwaadwillenden kunnen gebruiken om je identiteit te achterhalen.
Redacteur: Bouwe van Straten
Zelfs mensen die niet bang zijn hun privacy te verliezen, zullen verbaasd zijn hoeveel overheden en bedrijven inmiddels van ze kunnen achterhalen. Wat gebeurt er als mensen toegang tot je computer krijgen, de hand leggen op een glas dat je hebt aangeraakt, of als je gewoon op de tribune zit bij een voetbalwedstrijd?
Welke sporen laat je allemaal achter op het web?
Als je niet wilt worden gevonden, zul je zo min mogelijk sporen achter moeten laten. Diensten als Google en Facebook kun je absoluut niet gebruiken. Hoewel het bekend is dat grote bedrijven veel over ons weten, blijft het ontluisterend om te zien als je het op een rijtje zet.
Als je je locatievoorziening aan hebt staan, weten alle apps die daar toegang toe hebben precies waar je elke seconde bent. Google laat op een kaart precies zien waar je bent geweest sinds je gebruikmaakt van hun diensten. Je hele zoekgeschiedenis is bekend, zelfs als je die hebt gewist. Het bedrijf heeft een uitgebreid advertentieprofiel van je, gebaseerd op je leeftijd, interesses, geslacht, gewicht en wat al niet. Ze weten welke apps je gebruikt en met welke andere gebruikers je binnen die apps communiceert, en welke video’s je op YouTube allemaal bekijkt.
Door het gebruik van Calendar heeft Google ook een goed beeld van alle evenementen waar je naartoe gaat. Alle documenten die je ooit in Google Drive hebt gezet, staan nog op de servers van het bedrijf – ook als je ze hebt gewist. Idem dito voor foto’s en video’s, en alle stappen, fietstochten en meditaties die je hebt geregistreerd met Google Fit.
Je kunt al deze informatie downloaden. Dataspecialist Dylan Curran nam de proef op de som, en heeft nu een file van 5,5 gigabyte op zijn harde schijf staan. Dezelfde exercitie is mogelijk bij Facebook, met in het geval van Curran een file van 600 megabyte groot. Het bedrijf heeft in veel gevallen toegang tot je contacten, foto’s, video’s, belgeschiedenis, webcam en microfoon. Ook andere datagiganten als Apple, Microsoft en Amazon bezitten een schat aan informatie over hun gebruikers.
Dan kun je denken: ik ben niet op de vlucht, ik heb niets te verbergen. Maar ook dan kan je informatie gebruikt worden op onvermoede manieren. Het recente schandaal rond Cambridge Analytica maakt duidelijk dat dit bedrijf in de afgelopen jaren de gegevens verzamelt van misschien wel 87 miljoen Facebook-accounts. Die gegevens verkochten ze aan politieke kandidaten, die het vervolgens gebruikten om verkiezingen te beïnvloeden.
Hoe goed is de computer in gezichtsherkenning?
Door specifieke eigenschappen van een gezicht te registreren, kan een computer aan de hand van foto’s of videomateriaal personen identificeren. Meestal gaat het daarbij om de grootte van ogen, mond, neus en oren, en de afstand en verhouding daartussen. Daarbij vergelijkt een algoritme een actuele foto met gegevens uit een database met kenmerken over talloze personen.
In 1965 bouwen wetenschappers voor het eerst een computer die gezichten kan herkennen. In die tijd is dat nog voor een deel handwerk, maar het proces wordt steeds verder geautomatiseerd. Sommige mensen denken dat computers nooit beter zullen worden dan mensen in het herkennen van gezichten. In Londen werkt de politie met een team van ‘superrecognizers’, die exceptioneel goed zijn in het herkennen van gezichten.
Anderen zijn het daar niet mee eens. Die zeggen dat we computers tot voor kort gewoon niet goed hebben getraind. Nieuwe methoden zijn druk bezig daar verandering in te brengen en het moet gezegd: computers worden inderdaad steeds beter in het herkennen van gezichten.
Of computers inderdaad beter gaan worden dan de mens, zal de tijd leren. In Focus kun je zien dat de mens de computer nog steeds te snel af kan zijn:
Steeds beter wordende gezichtsherkenning brengt de nodige ethische dilemma’s met zich mee. Het kan betekenen dat elke vorm van anonimiteit verdwijnt. In China worden mensen die door een rood stoplicht lopen, onmiddellijk gefotografeerd. De foto verschijnt op een groot scherm bij de kruising, waar dankzij gezichtsherkenning meteen een deel van hun identiteitsnummer aan wordt toegevoegd. Sinds kort krijgen ze zelfs onmiddellijk een tekstbericht met een waarschuwing en de hoogte van de boete die ze kunnen verwachten.
Op straat wandelen kan dus gelijkstaan aan het prijsgeven van je identiteit, als er maar ergens een camera staat. Als dieven dergelijke informatie kunnen achterhalen, weten ze meteen dat je niet thuis bent. En wil je dat werkgever weet dat je tot vijf uur ’s ochtends hebt staan feesten?
Ook bestaat het gevaar dat menselijke vooroordelen in de software worden ingeprogrammeerd. Recente software van Microsoft en IBM weet de gezichten van vrouwen met een lichte huidskleur in 95 procent van de gevallen te herkennen, maar doet het 10 keer zo slecht als het om vrouwen met een donkere huidskleur gaat.
Wat kun je afleiden uit vingersporen?
Je vingersporen laten een heleboel materialen achter die uit je lichaam komen. Daarbij gaat het niet zozeer om je vingerafdruk, maar om stoffen die het spoor bevat. Die kun je analyseren. Zo’n screening kan bijvoorbeeld aan het licht brengen dat je explosieven hebt aangeraakt, of verdovende middelen. Tref je in zo’n spoor een grote hoeveelheid glucose aan, kan dat een indicatie zijn dat iemand een suikerpatiënt is, zeker als je ook nog eens insuline aantreft.
Dit type onderzoek doen wetenschappers met een spectrometer, een apparaat dat de intensiteit en polarisatie van het licht meet. Omdat elk type molecuul het licht op een iets andere manier breekt en verstrooit, kun je vaststellen welke stoffen ergens aanwezig zijn, ook als het in zeer kleine hoeveelheden is.
Dat maakt het mogelijk om bij forensisch onderzoek het gedrag van daders en verdachten in kaart te brengen.
Dankzij deze techniek is de buitenkant van alle voorwerpen die je vaak vasthoudt een bron van informatie. Je sleutels bijvoorbeeld, of je tas. Of je mobieltje. Door de moleculen op je telefoon te analyseren, kun je al achterhalen of iemand Italiaans of Mexicaans heeft gegeten, maar ook waar je de afgelopen dagen bent geweest en of je liever bier of wijn drinkt.
Op sommige mobieltjes vind je de sporen van zonnebrandcrème of anti-insecticiden die de eigenaar maanden geleden heeft gebruikt. De techniek stelt je dus in staat om als het ware terug in de tijd te kijken. En er zijn meer mogelijke toepassingen: je kunt ermee ontdekken aan welke milieuvervuiling mensen blootstaan, of aan welke gevaarlijke stoffen op hun werk.
In het kort
Mensen laten doorlopend digitale sporen achter. Bedrijven als Google en Facebook hebben een omvangrijke en diepgaande hoeveelheid data over het gedrag en de voorkeuren van hun gebruikers, over een periode van vaak vele jaren.
Computers worden steeds beter in het herkennen van gezichten. Dat is een waardevol middel bij het opsporen van verdachten, maar het heeft ook consequenties voor de privacy van burgers.
Vingersporen bevatten allerlei informatie over een persoon. Een goed spoor verraadt niet alleen iemands identiteit. Je kunt er ook mee achterhalen wat iemand heeft gegeten, aan medicijnen heeft geslikt en aan welke (gevaarlijke) stoffen iemand heeft blootgestaan.
En je weet het!
Anderen het laten weten?