Hebben we over vijftig jaar nog contant geld?
Hebben we over vijftig jaar nog contant geld?
Laatste update: 27-02-2024
Geld: je hebt er dagelijks mee te maken. Je werkt er hard voor, je spaart en je geeft het weer uit. Maar hoe komt het eigenlijk dat mensen op een gegeven moment met munten en biljetten gingen betalen? En betalen we in de toekomst nog wel met contant geld?
Redacteur: Anique Gijsberts
Waarom is er geld nodig?
Ver voordat mensen met munten en biljetten gaan betalen wordt al volop handel gedreven. Er is sprake van ruilhandel: je ruilt dan jouw eigen producten of diensten voor andere producten of diensten, bijvoorbeeld door een krop sla te ruilen met de aardappelen van je buurman.
Maar met de komst van dorpen, steden en landbouw wordt ruilen onhandig; hoe bepaal je hoeveel geiten je moet ruilen voor een koe? En wat nou als je als pottenbakker een pot wilt ruilen voor een kip terwijl de kippenboer helemaal geen pot nodig heeft? Er komt behoefte aan iets dat zijn waarde lang behoudt en wat je dus niet per se meteen hoeft te ruilen voor iets anders. Onder andere schelpen, kralen en zout worden als geld gebruikt.
Die nieuwe betalingsmiddelen hebben gemeen dat zij allemaal een waarde vertegenwoordigen op basis van schaarste of begeerte. Toch werken ook deze betaalmethodes niet perfect. Schelpen zijn bijvoorbeeld niet schaars als je vlakbij zee woont, waardoor de schelpen daar een stuk minder waard zijn dan in het binnenland. Het is dus ook belangrijk dat een betaalmiddel op elke plek ongeveer hetzelfde waard is.
Sinds wanneer gebruiken we munten en biljetten?
Het eerste bewijs van munten zoals we die nu kennen dateert uit 700 voor Christus. In het koninkrijk Lydië (nu West-Turkije) betalen ze met klompjes die bestaan uit goud en zilver. Vanuit Turkije vinden de klompjes hun weg naar de rest van Europa, al duurt het nog even voordat het een veelgebruikt betaalmiddel wordt.
Pas rond 200 voor Christus gaan de Kelten en de Romeinen ook muntgeld maken en gebruiken. In het hele Romeinse rijk wordt met de Romeinse munt betaald, wat een levendige handel op gang brengt. Maar door valsemunterij wordt de kwaliteit en dus de waarde van munten steeds slechter. Met de val van het Romeinse Rijk verdwijnt het muntstelsel.
Pas rond het jaar 1000, als de handel weer opkomt, komen er verschillende munten in omloop. In 1325 wordt in Nederland de eerste gulden geslagen. Hoewel de gulden verschillende gedaantes heeft gehad, doet hij tot de komst van de euro in 2002 trouw dienst als betaalmiddel in Nederland.
Door de kostbaarheid van goud worden handelslieden die zakken munten bij zich hebben het doelwit van rovers. Er worden banken opgericht zodat je niet altijd je geld mee hoeft te nemen. Als bewijs dat je je geld bij de bank hebt afgegeven, krijg je een ‘wissel’: een papiertje waarop staat hoeveel goud je hebt ingeleverd. Meer en meer wordt met de wissels gehandeld. Het is de voorloper van het papiergeld.
Wat is ons geld waard?
Hoe komt geld aan zijn waarde?
Het feit dat iedereen geld algemeen accepteert als waardevol betaalmiddel is gebaseerd op onderling vertrouwen. De waarde waar een munt of biljet voor staat heet ook wel de extrinsieke waarde. De waarde van de materiaal- en productiekosten van een munt of biljet, de intrinsieke waarde, ligt veel lager. Het is te vergelijken met een koffiespaarkaart. Hoewel dit geen echt geld is, vertegenwoordigt een koffiespaarkaart voor de koffieliefhebbers die veel koffie drinken een bepaalde waarde (bijvoorbeeld de waarde van één kopje koffie). Die waarde is gebaseerd op een gezamenlijke afspraak en wederzijds vertrouwen. Zo is het ook met geld.
In de tijd van de Nederlandse gulden bepaalt de gouden standaard jarenlang de waarde van de munt. Elke gulden staat dan voor een vast gewicht aan goud. Verschillende Europese landen spreken af die gouden standaard te gebruiken. Maar als Groot-Brittannië in 1931 als eerste land de gouden standaard loslaat, haken de andere landen ook één voor een af. Dat komt omdat de gouden standaard ook nadelen met zich meebrengt. Welke dat zijn zie je in de video.
Hoe ziet de toekomst van betalen eruit?
Omdat wereldwijd steeds meer mensen verbinding kunnen maken met het internet, wordt ‘cashloos’ betalen steeds populairder. Banken innoveren snel als het gaat om manieren van betalen. Contactloos betalen is tegenwoordig heel gewoon, zowel met je pas als met je telefoon. En hoewel er nog veel landen zijn waarin contant geld nog veelvuldig wordt gebruikt, is er wereldwijd een trend te zien waarin meer en meer cashloos wordt betaald. Voorbeelden zijn China en Kenia, twee landen waar betalen via mobiele telefoon een van de belangrijkste manieren van betalen is. Maar ook in Nederland is het steeds normaler om met je mobiel te betalen.
Ondanks al deze innovaties hebben bovenstaande betaalmethodes een belangrijk ding gemeen; alle betalingen lopen via een centrale bank. Met de komst van crypto's is zo’n centrale bank in theorie niet meer nodig. De technologie achter cryptogeld maakt het mogelijk direct geld naar iemand over te maken, zonder dat daarbij een tussenpersoon nodig is. Volgens sommigen ligt hier de toekomst van betalen, maar anderen zijn kritisch. Eén ding is zeker: het aantal cashloze betalingen blijft groeien.
In het kort
Door toenemende handel is er behoefte aan een betaalmiddel dat zijn waarde lang behoudt, overal ongeveer hetzelfde waard is en makkelijk mee te nemen is.
Het eerste bewijs van munten zoals we die nu kennen dateert uit 700 voor Christus. Voorlopers van biljetten komen later in de middeleeuwen op.
Het feit dat iedereen geld accepteert als waardevol betaalmiddel is gebaseerd op onderling vertrouwen en gezamenlijke afspraken.
De laatste jaren wordt steeds minder contant geld gebruikt, maar daar is ook kritiek op.
En je weet het!
Anderen het laten weten?