Waarom leven Palestijnen in vluchtelingenkampen?
Waarom leven Palestijnen in vluchtelingenkampen?
10:43Video
Waarom leven Palestijnen in vluchtelingenkampen?
Laatste update: 02-12-2024
Veel Palestijnse vluchtelingen wonen al hun hele leven in vluchtelingenkampen, verspreid over Libanon, Syrië, Jordanië, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Aan het door de VN in 1948 vastgestelde ‘recht op terugkeer’ is tot op de dag van vandaag geen gehoor gegeven. Hierdoor is het leven in een vluchtelingenkamp voor meer dan 1,5 miljoen Palestijnen al meer dan 75 jaar dagelijkse realiteit.
In 1948 wordt de staat Israël uitgeroepen. Een dag later vallen legers uit Egypte, Jordanië, Syrië en Irak het land binnen om dit tegen te houden. Er ontstaat een oorlog die meer dan een jaar duurt. Voor de Palestijnen heeft dit enorme gevolgen. Meer dan 750.000 Palestijnen vluchten uit hun dorpen en steden voor het oorlogsgeweld of worden uit hun huizen verdreven door Israëlische milities. Dit staat bekend als de Nakba, wat ‘catastrofe’ betekent.
Om al deze vluchtelingen op te vangen richt de VN in 1949 de vluchtelingenorganisatie UNRWA op. Deze organisatie zet in Libanon, Syrië, Jordanië, Gaza en de Westelijke Jordaanoever verschillende tentenkampen neer. Eind jaren 50 maken deze tenten plaats voor eenvoudige huizen van betonblokken met daken van golfplaten.
Door de Zesdaagse Oorlog in 1967 slaan opnieuw Palestijnen op de vlucht. Een kwart miljoen mensen laat noodgedwongen hun huis achter. Ze belanden in bestaande vluchtelingenkampen en er komen ook nieuwe kampen bij om iedereen op te kunnen vangen.
Inmiddels leven van de ruim 5 miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen 1,5 miljoen in een van de 58 erkende vluchtelingenkampen. Dit zijn vaak geen tentenkampen meer, maar overvolle stadswijken. Mensen leven hier dicht op elkaar in vaak slechte en onveilige omstandigheden.
Dat deze vluchtelingenkampen er na 75 jaar nog steeds zijn, heeft verschillende oorzaken. Een belangrijke reden is dat aan de VN-resolutie 194 uit 1948, die Palestijnen het ‘recht op terugkeer’ geeft, nog steeds geen gehoor is gegeven. Daarnaast besluiten Arabische landen in 1959 om de Palestijnse vluchtelingen geen staatsburgerschap te geven. Dit moet voorkomen dat Palestijnen hun identiteit verliezen door andere nationaliteiten aan te nemen. Zo willen ze het recht op terugkeer van de Palestijnen beschermen.
Dit maakt de situatie van de vluchtelingen in de kampen nog schrijnender. Want het is erg moeilijk om zonder staatsburgerschap een bestaan op te bouwen. Hoewel UNRWA al jarenlang zorgt voor onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur is het onvoldoende om de grote armoede, onveiligheid en gebrekkige hygiëne in de overvolle kampen tegen te gaan.
De uitzichtloze omstandigheden in de kampen vormen vanaf de jaren 60 een voedingsbodem voor de opkomst van Palestijnse bevrijdings- en verzetsorganisaties, zoals de Palestine Liberation Organization (PLO). En later voor islamitische organisaties als Hamas en Hezbollah.
Daarnaast zijn de vluchtelingenkampen vaak het doelwit van geweld en oorlog in de regio, zoals het bloedbad in Sabra en Shatila in 1982. Of de grote verwoesting van vluchtelingenkamp Yarmouk in 2015 tijdens de Syrische burgeroorlog.
Na de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 bombardeert Israël vluchtelingenkampen in heel Gaza. Veel kampen worden hierdoor compleet verwoest en honderdduizenden Palestijnen slaan opnieuw op de vlucht.
Na meer dan 75 jaar is de situatie in de 58 vluchtelingenkampen voor de Palestijnse vluchtelingen nog steeds uitzichtloos. Toch blijven veel Palestijnen dromen van terugkeer naar de dorpen en steden waar ze oorspronkelijk vandaan komen.