Waarom is de staat Israël gesticht?
Waarom is de staat Israël gesticht?
Laatste update: 27-09-2024
Wie het over Israël heeft, stuit meteen op een aantal vragen. Over hoe het land tot stand kwam en wat precies de grenzen zijn. Of het nou eigenlijk Israël, Israël en de Palestijnse Gebieden of Palestina heet. Of waarom de Arabische wereld de stichting van de staat Israël in 1948 afwijst. De ontstaansgeschiedenis lees je hier.
Redacteur: Hans Jaap Melissen
Het idee voor een eigen staat ontstaat in de loop van de negentiende eeuw als Joden in Centraal- en Oost-Europa steeds meer te maken krijgen met antisemitisme. Dat komt mede door de opkomst van nationalistische bewegingen. Theodor Herzl is de eerste die tot zo'n eigen staat oproept. Dat doet hij met zijn pamflet 'De Jodenstaat' in 1885.
Het streven van Joden naar een eigen staat heet Zionisme. De Joden die verlangen naar een eigen land noemen zich Zionisten, naar de berg Zion vlak bij Jeruzalem. In de laat negentiende eeuw beginnen steeds meer Joden, op de vlucht voor de Jodenhaat in Europa, zich te vestigen in het gebied rond Zion. In 1890 vormen Joden een meerderheid in Jeruzalem, terwijl in de rest van het gebied Arabieren in de meerderheid zijn. De emigratie van Joodse kolonisten neemt met het extreme antisemitisme van nazi-Duitsland in de jaren dertig van de vorige eeuw nog meer toe.
Hoe komt Israël tot stand?
Israël wordt uitgeroepen op het moment dat de Britten hun zeggenschap over Palestina in 1948 beëindigen. Daarmee komt Palestina in een machtsvacuüm. De voorlopige Joodse regering maakt hier gebruik van door Israël uit te roepen. Zo bericht het Polygoonjournaal er in 1948 over:
In de ontstaansgeschiedenis van Israël is de Eerste Wereldoorlog belangrijk. Het is een tijd van toenemend nationalisme waarin grote gemeenschappen ('naties') eisen dat zij een eigen land krijgen. Dat geldt onder meer voor de Joden, maar bijvoorbeeld ook voor Palestijnen, Libanezen en Egyptenaren. Tijdens deze oorlog komen Arabische stammen in het Midden-Oosten in opstand tegen de overheersing door het Ottomaanse Rijk. In hun strijd worden zij daarbij gesteund door de Britten en de Fransen.
Maar na de val van het Ottomaanse Rijk zijn de Britten en Fransen niet van plan zich terug te trekken. Ze verdelen in het Sykes-Picotverdrag van 1916 in het geheim het gebied in Franse en Britse invloedssferen. De Britten krijgen een mandaat over Palestina en Mesopotamië (het Irak van nu) en de Fransen over Libanon en Syrië.
De Britten spelen een belangrijke rol in het bemoeilijken van de situatie in de regio. Want naast de afspraak met de Fransen om het gebied onderling op te splitsen doen ze ook nog andere beloften. Ze beloven in 1916 de Arabieren 'onafhankelijkheid' als zij in opstand zouden komen tegen de Ottomanen. En in 1917 spreekt de Britse minister van Buitenlandse Zaken Balfour in de zogeheten Balfour-verklaring de intentie uit om in Palestina een “nationaal thuis voor het Joodse volk” te maken. Het leidt tot grote onvrede bij de Arabieren, die zich bedrogen voelen.
Wat gebeurt er na de Tweede Wereldoorlog?
Tussen de Balfour-verklaring van 1917 en het einde van de Tweede Wereldoorlog verhuizen nog meer Joden naar wat dan Brits mandaat Palestina is. Dit leidt tot spanningen met de Arabische bevolking. Na de Tweede Wereldoorlog vinden de Britten dat de net opgerichte Verenigde Naties zich maar moeten buigen over deze kwestie.
De Verenigde Naties stellen voor het gebied in een Arabisch en een Joods deel op te splitsen. En Jeruzalem moet onder internationaal gezag komen. De Arabische leiders verwerpen het plan. De Joodse leiders accepteren het wel. Op 14 mei 1948, op de dag dat de laatste Britse troepen vertrekken, roepen zij de staat Israël uit. De Joodse gemeenschap (inmiddels uitgegroeid tot ongeveer 650.000 mensen) is blij. Mensen dansen uit vreugde op straat zo blijkt uit historische beelden in onderstaande video. Maar Ben Gurion, de eerste premier van het prille land Israël, vreest dat die vreugde van korte duur is, aldus Shimon Peres in onderstaande video.
Wat zijn de directe gevolgen van de stichting van Israël?
Het uitroepen van de staat Israël leidt onmiddellijk tot oorlog zoals Ben Gurion al vreesde. Op 15 mei 1948, de dag na het startschot van de nieuwe staat, klinken er schoten. Een coalitie van ondermeer Egypte, Jordanië, Syrië en troepen uit Irak trekt Israël binnen. Hun doel is de stichting van de nieuwe staat te voorkomen. Ze raken, over een periode van tien maanden, volop slaags met Israëlische troepen. Jordanië (tot 1949 nog Transjordanië geheten) neemt de westelijke Jordaanoever in, Egypte de Gazastrook. Israëlische troepen behouden het gebied dat door de Verenigde Staten was voorgesteld voor de Joodse Staat, maar bezetten daarnaast ook zo’n zestig procent van het gebied dat, volgens het verdelingsplan van de Verenigde Naties, Arabisch zou moeten zijn. Zo'n 750.000 Palestijnen (bijna 80% van de Palestijnse bevolking) slaan op de vlucht voor het oorlogsgeweld en voor Israëlische troepen die veel Palestijnse bewoners van hun geboortegrond verdrijven. De Palestijnen noemen dit ‘Al Nakba’, de catastrofe. Een gebeurtenis die tot op de dag van vandaag jaarlijks door Palestijnen herdacht wordt.
Intussen arriveren steeds meer Joden uit het Midden-Oosten en andere delen van de wereld in hun nieuwe land Israël.
In maart 1949 is Israëls onafhankelijkheidsoorlog voorbij. Voorlopig, want de spanningen tussen Joden en Arabieren leiden al snel tot nieuwe oorlogen. Inzet is vaak het hele bestaansrecht van Israël of de exacte - internationaal afgesproken - grenzen van het jonge land.
Als Egypte in 1956 het Suezkanaal afsluit tijdens een conflict hierover met Groot-Brittannië en Frankrijk, grijpt Israël in. Het Israëlische leger bezet de Egyptische Sinaïwoestijn en de Gazastrook. Israël wil vrije doorgang door het kanaal houden. Het conflict wordt opgelost met een VN-macht, maar er ontstaan ernstige conflicten met Syrië en Jordanië over water uit de rivier de Jordaan. Ook gaat Syrië samenwerken met de in 1964 opgerichte Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO. De Palestijnen willen met geweld hun verloren gebied terug krijgen. Al verandert die doelstelling in de loop van de jaren naar alleen de wens van een eigen staat.
Wat is de Zesdaagse Oorlog van 1967?
De PLO voert vanaf 1964 vanuit Syrië aanvallen uit in het grensgebied met Israël. De Syrische regering steunt die aanvallen, maar is ook bang dat Israël wraak zal nemen door Syrië binnen te vallen en de regering te verwijderen. Egypte, een goede vriend van Syrië, trekt dan de Sinaïwoestijn in. In die woestijn zitten, sinds de Egyptische en Israëlische legers zich aan het eind van de Suez-crisis hebben moeten terugtrekken, VN-troepen. De oplopende spanning zorgt ervoor dat de Israëlisch regering in spoedvergadering bijeenkomt en besluit dat een aanval de beste verdediging is. In de vroege ochtend van 5 juni 1967 begint een oorlog die zes dagen zal duren. Israël voert een verrassingsaanval uit, waarbij vrijwel de gehele Egyptische luchtmacht op de grond wordt uitgeschakeld. Israël bezet opnieuw de Gazastrook en een deel van de Sinaïwoestijn.
Vervolgens richten Israëlische troepen zich op de gebieden die in handen zijn van Jordanië, maar waarvan Israël vindt dat die ook bij de jonge staat horen. Jeruzalem wordt helemaal ingenomen, net als de Westelijke Jordaanoever.
De Israëlische militaire acties krijgen intussen veel steun in onder andere Nederland.
Na protesten van Arabische landen staat de VN-veiligheidsraad op het punt de partijen een wapenstilstand op te leggen, als Israël ook nog de Golan Hoogvlakte van Syrië inneemt. Hiermee krijgt Israël een strategisch belangrijke plek in handen. Het door Israël bestuurde gebied is ineens vier keer zo groot en na de Zesdaagse Oorlog komt een miljoen Arabieren onder Israëlisch bestuur.
De Zesdaagse Oorlog is in naam niet alleen een verwijzing naar de duur van de gevechten, maar slaat ook op het scheppingsverhaal: in zes dagen schiep God de aarde en de zevende dag rustte hij. Maar echte rust levert deze oorlog niet op. Integendeel. Veel van de problemen die ontstaan, zijn nog steeds niet opgelost. De politiek van Israël is er op gericht om een deel van de nieuwe grenzen van 1967 definitief te maken, terwijl de Palestijnen en Arabische buurlanden eisen dat wat er dat jaar is gebeurd, ongedaan gemaakt wordt.
In het kort
Het idee voor een eigen staat Israël ontstaat in de loop van de 19e eeuw als in Centraal- en Oost-Europa het antisemitisme toeneemt. Theodor Herzl is de eerste die hiertoe oproept met zijn pamflet 'De Jodenstaat' in 1885.
Sinds het einde van de 19e eeuw emigreren steeds meer Europese Joden naar wat toen Palestina heette. Door het extreme antisemitisme van nazi-Duitsland neemt die emigratie later nog meer toe.
De Britten spelen in de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol in het bemoeilijken van de situatie in de regio. Zij beloven in 1916 de Fransen het Midden-Oosten onderling te verdelen en de Arabieren 'onafhankelijkheid', en in 1917 de joden een 'nationaal thuis' in Palestina.
Op het moment dat de Britten hun zeggenschap over Palestina beëindigen roept de voorlopige joodse regering in 1948 de staat Israël uit.
Na de onafhankelijkheidsverklaring van Israël volgen verschillende oorlogen met Arabische buurlanden, zoals de Zesdaagse Oorlog in 1967.
Ondanks verschillende vredesonderhandelingen lukt het niet om tot een oplossing te komen.
En je weet het!
Anderen het laten weten?