Hoe komen donorkinderen hun biologische vader op het spoor?

Hoe komen donorkinderen hun biologische vader op het spoor?
Laatste update: 02-04-2025
In Nederland lopen vele duizenden donorkinderen rond: kinderen die verwekt zijn met het zaad van een donor. Tegenwoordig is anonieme spermadonatie in ons land verboden, maar vroeger was anonimiteit juist de norm. Hoe weten donorkinderen hun bloedverwanten soms alsnog te vinden?
Redacteur: Jessie van den Broek
Programma: Andere Tijden (NTR)
Hoe werkt spermadonatie?
Bij mensen bij wie het om wat voor reden dan ook niet lukt om op de 'traditionele' manier zwanger te worden, kan kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) soms een oplossing zijn. Bijvoorbeeld voor lesbische stellen, alleenstaande vrouwen bij wie er geen mannelijke partner in beeld is of stellen met vruchtbaarheidsproblemen. Daarbij wordt sperma van een zaaddonor ingebracht in de baarmoeder.
Soms is de zaaddonor een bekende, bijvoorbeeld een vriend of familielid. Maar mensen die liever geen bekende donor willen, of er geen kunnen vinden, kunnen ook bij de spermabank terecht. Daar ligt ingevroren sperma opgeslagen van mannen die hun zaad hebben gedoneerd.
Een aantal donoren vertelt waarom ze donor zijn geworden en hoe spermadonatie gaat:
Aan spermadonoren worden wel wat eisen gesteld. Het moeten onder andere gezonde mannen van tussen de 18 en 45 jaar oud zijn die een goede zaadkwaliteit hebben, geen SOA's en (voor zover bekend) vrij zijn van erfelijke afwijkingen. Daarnaast mag met het zaad van één donor maar een beperkt aantal kinderen worden verwekt bij maximaal 12 gezinnen. Daar zijn verschillende redenen voor, waaronder het risico dat kinderen van dezelfde donorvader elkaar later tegenkomen en een relatie beginnen – zonder te weten dat ze familie van elkaar zijn.
In Nederland is er een flink tekort aan spermadonoren. Daardoor moet je vaak meer dan een jaar wachten voordat er donorzaad beschikbaar is. Sommige wensouders nemen daarom hun toevlucht tot andere methoden, zoals het bestellen van buitenlands sperma via internet.
Donorzaad uit Denemarken is gewoon via internet te bestellen.
Mogen donoren anoniem blijven?
In Nederland worden sinds 1948 kinderen verwekt met behulp van donorzaad. In de beginjaren is de behandeling nog in nevelen gehuld: mensen worden alleen behandeld als ze een geheimhoudingsverklaring ondertekenen. Veel ouders en donoren willen zelf ook liever niet dat hun omgeving ervan weet. En het idee is dat het voor het kind zelf ook beter is om de waarheid niet te weten.
In de jaren 80 begint men daar anders over te denken en groeit het besef dat het voor kinderen belangrijk is om te weten waar hun wortels liggen. In 1987 adviseert de Gezondheidsraad om donorkinderen in te lichten over hun afkomst. Pas in 2004 komt er een wet die anoniem sperma doneren in Nederland verbiedt.
Tot 2004 hebben donoren de keuze of ze hun sperma anoniem willen doneren (A-donor) of op termijn vindbaar willen zijn voor het kind (B-donor). Maar sinds 2004 zijn dus alleen nog vindbare donoren toegestaan.
Opmerkelijk genoeg heeft de wet van 2004 ook nog een ander – voor veel mensen ongewenst – gevolg. Mannen die vóór 2004 sperma hebben gedoneerd als B-donor, kunnen er nu alsnog voor kiezen om A-donor te worden. Hoewel ze dus eerder hebben afgesproken vindbaar te zijn voor hun toekomstige kinderen, komen sommige donoren daar nu op terug. Voor veel donorkinderen is dat een flinke klap. Zij hadden zich erop ingesteld dat ze na hun 16e hun biologische vader konden leren kennen, maar die mogelijkheid is nu ineens verdwenen.
Donor-ABC
De biologische vader van Maria heeft zich bedacht en wil niet meer vindbaar zijn.
Het komt ook voor dat donoren juist wél gevonden willen worden, maar door administratieve fouten van spermaklinieken toch onvindbaar zijn voor hun kinderen. Sommige klinieken zijn jarenlang slordig omgegaan met de gegevens van donoren, met alle gevolgen van dien.
Emi en Maartje waren zeventien jaar op zoek naar hun biologische vader, maar de kliniek nam geen contact met hem op. De hele aflevering is te zien op NPO Start.
Wat ging er mis in de kliniek van Jan Karbaat?
Sommige vruchtbaarheidsartsen nemen het lange tijd niet zo nauw met de regelgeving rondom zaaddonatie. Een bekend voorbeeld in Nederland is Jan Karbaat, die tot 2009 jarenlang sjoemelt met spermadonaties in de door hem geleide kliniek Medisch Centrum Bijdorp. Karbaat gebruikt regelmatig zijn eigen sperma om vrouwen te insemineren, terwijl de vrouwen daar niet van op de hoogte zijn. Op die manier verwekt hij meer dan 100 kinderen.
Ook gebruikt Karbaat in zijn kliniek veelvuldig het zaad van Louis, een donor met het syndroom van Asperger (een vorm van autisme). Met het zaad van deze donor worden – tegen de richtlijnen in – tientallen, misschien wel honderden kinderen verwekt.

In 2009 sluit de Inspectie voor de Gezondheidszorg de kliniek vanwege allerlei misstanden. Daarna komt steeds meer informatie naar buiten over Karbaats ‘sjoemelzaad’ en de omvang van zijn wanpraktijken. De hele kwestie drukt zwaar op donorkinderen die in de kliniek verwekt zijn. Zij zitten lang in onzekerheid over de vraag of Karbaat nu wel of niet hun biologische vader is.
Joey schrikt zich rot als hij een foto ziet van Karbaat in zijn jonge jaren.
In 2017 spant een groep donorkinderen een rechtszaak aan, waarin ze eisen dat ze het DNA van de – dan inmiddels overleden – arts met dat van henzelf mogen vergelijken. Op die manier willen ze definitief kunnen vaststellen of hij hun biologische vader is. Begin 2019 stelt de rechter de donorkinderen in het gelijk. Via DNA-onderzoek worden de vermoedens van 49 donorkinderen in april 2019 bevestigd: Karbaat is hun vader.
Het zaad van Karbaat
De driedelige VPRO-documentaireserie Het zaad van Karbaat vertelt het ongelooflijke verhaal van Jan Karbaat, die in meer dan 100 gevallen zijn patiënten insemineerde met zijn eigen sperma. De docuserie vertelt hoe dat kon gebeuren en hoe het wereldschokkende nieuws de moeders, nazaten en betrokkenen raakt.

Karbaat is niet de enige arts die zijn eigen sperma gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen. Er zijn steeds meer gevallen bekend van gynaecologen die hun eigen zaad gebruikten en zo tientallen kinderen hebben verwekt. Stichting Donorkind denkt dat het "om het topje van de ijsberg" gaat en dat er nog veel meer gevallen zullen worden ontdekt.
Hoe komen donorkinderen hun verwanten soms alsnog op het spoor?
Veel donorkinderen gaan op zoek naar hun genetische oorsprong. Dat doen ze onder andere om hun verwanten te leren kennen, om meer te weten komen over erfelijke aandoeningen in hun familie en om te voorkomen dat ze onbedoeld een relatie beginnen met een bloedverwant.
Voor kinderen die zijn verwekt met het zaad van een anonieme donor is het lastig – maar lang niet altijd onmogelijk – om hun verwanten op te sporen. Tegenwoordig zijn er steeds meer mogelijkheden op dat gebied. Via (inter)nationale DNA-tests en databanken als Familytree en Myheritage kunnen donorkinderen op zoek gaan naar hun genetische achtergrond. Door een beetje wangslijm op te sturen en gegevens over jezelf in te vullen, kun je een profiel aanmaken bij zo’n databank. Vervolgens wordt je profiel vergeleken met dat van anderen, in de hoop op een match. Op die manier vinden donorkinderen soms niet alleen hun biologische vader, maar ook halfbroers en -zussen van wie ze het bestaan niet wisten.
Milan heeft misschien wel meer dan vijftig broers en zussen.
Ook gebeurt het soms dat zaaddonoren terugkomen op hun eerdere besluit om anoniem te blijven, omdat ze inzien hoe belangrijk het voor hun kinderen kan zijn om te weten van wie ze afstammen. Hun profiel wordt dan alsnog opgeslagen in een DNA-databank, zodat het gematcht kan worden als iemand naar hen op zoek is.
Ben je donorkind en wil je op zoek naar bloedverwanten? Dan vind je tips bij Stichting Donorkind.
In het kort:
Bij kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) wordt sperma van een zaaddonor ingebracht in de baarmoeder. De donor kan een vriend of bekende zijn, maar kan ook via een spermabank worden gevonden.
In de beginjaren wordt de behandeling geheim gehouden, maar door de jaren heen groeit het besef dat het voor kinderen belangrijk is om te weten waar hun wortels liggen. Sinds 2004 is anonieme spermadonatie in Nederland verboden.
Vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat sjoemelt jarenlang met spermadonaties in zijn kliniek. Regelmatig gebruikt hij stiekem zijn eigen sperma om vrouwen te insemineren. Op die manier verwekt hij meer dan 100 kinderen.
Via (inter)nationale DNA-tests en databanken kunnen donorkinderen op zoek naar hun genetische achtergrond. Op die manier vinden ze soms niet alleen hun biologische vader, maar ook halfbroers en -zussen van wie ze het bestaan niet wisten.
En je weet het!
Anderen het laten weten?