Hoe brachten we de wereld in kaart?

Atlas maior wereldkaart

Hoe brachten we de wereld in kaart?

Laatste update: 26-04-2024

Vanaf de zestiende eeuw varen Europeanen de hele wereld over. Door de ontdekkingsreizen en de internationale handel groeit de behoefte aan gedetailleerde land- en zeekaarten. Nederland ontwikkelt zich tot een wereldspeler en burgers zijn nieuwsgierig naar wat er in die wereld allemaal te vinden is. Landkaarten zijn niet aan te slepen en dan brengt Joan Blaeu ‘de mooiste atlas ooit’ uit: de Atlas Maior.

Redacteur: Paul Koster

In 1967 stelt het Amsterdams Historisch Museum een kaartententoonstelling samen met atlassen uit de zeventiende eeuw.

De groei van de VOC in de zeventiende eeuw leidt niet alleen in de scheepvaart tot rijkdom. Ook architecten, huizenbouwers, binnenlandse handelaren en andere beroepsgroepen pikken een graantje mee. Doordat Amsterdam als handelsstad snel groeit, is er namelijk veel behoefte aan allerlei diensten. Er is een groeiende vraag naar goede kaartenmakers. In eerste instantie voor het leveren van informatie aan de handelscompagnie, maar al snel ook om te voldoen aan de vraag van welgestelde burgers. Het is in de zeventiende eeuw ‘hip’ om landkaarten in huis te hebben en Amsterdam is het commerciële centrum van de cartografie.

schilderij van johannes vermeer

De soldaat en het lachende meisje door Johannes Vermeer (1655-1660)

Wie zijn Willem en Joan Blaeu?

De Atlas Maior, door velen gezien als ‘de mooiste atlas ooit’, wordt in 1662 uitgegeven door de Amsterdamse firma Blaeu. De oprichter van dit familiebedrijf, Willem Janszoon Blaeu is zijn hele leven al geïnteresseerd in geografie en wetenschap. Hij gaat op jonge leeftijd in de leer bij een Deense astronoom waar hij de kunst van het globe maken leert. Terug in Amsterdam, begin zeventiende eeuw, merkt hij op dat er veel vraag is naar goede kaarten. Hij opent zijn eigen drukkerij en uitgeverij aan het Damrak. Op dat moment is die straat een haven met een open verbinding naar het IJ. Het heet dan ook ‘Op het water’. Een ideale plek om kaarten te produceren, want belangrijke klanten, de schippers, liggen letterlijk voor zijn deur. Al snel vallen Willems uitgaves op omdat ze van hoge kwaliteit zijn en ook nog eens mooi om naar te kijken. ‘Blaeu’ wordt een internationaal bekende naam.

willem en joan blaeu

Willem (l) en Joan Blaeu.

In 1638 overlijdt Willem Blaeu en zoon Joan neemt het inmiddels beroemde en goed lopende bedrijf over. Richt Willem zich nog vooral op kaarten, Joan bedenkt dat je daar ook mooie verzamelbanden van kunt maken. Hij begint aan een monsterproject: het samenstellen van een zeer grote atlas, uitgebreider dan elk ander. In 1662 komt de Atlas Maior in verschillende edities op de markt: een verzameling van elf boeken, met daarin bijna zeshonderd kaarten en duizenden pagina’s aan beschrijvende tekst. De mooiste editie wordt geleverd in een bijpassend kastje.

De Atlas Maior

In 1662 brengt de firma Blaeu de mooiste, grootste en indrukwekkendste atlas uit: de Atlas Maior.

De meest luxe versie van de Atlas Maior wordt geleverd in een bijpassend kastje: het Blaeu-kabinet.

Goedkoop is het meesterstuk niet, eigenlijk kunnen alleen zeer rijke mensen een volledige versie betalen. De minst uitgebreide versie kost 250 gulden – dat is te vergelijken met ongeveer 20.000 euro in onze tijd. En dan zijn er ook nog versies die met de hand zijn ingekleurd. De meest luxe uitgaven zijn zelfs ingelegd met bladgoud en ingebonden met leer.

De Atlas Maior is het duurste boek van de zeventiende eeuw. Mede daardoor is het een gewild statussymbool onder de meest welgestelden in die tijd, in zowel binnen- als buitenland. Er worden uiteindelijk zo’n driehonderd complete sets gemaakt, waarvan er tegenwoordig nog maar enkele tientallen over zijn, die bewaard worden in (universiteits)bibliotheken, musea en archieven.

Atlaswedloop

Commercieel succes is niet de enige drijfveer voor de Blaeus bij het drukken van de Atlas Maior. Al decennialang is er in het centrum van Amsterdam een concurrentiestrijd aan de gang tussen de firma Blaeu en Johannes Janssonius, de buurman en mede-kaartenuitgever. Beiden willen de beste, grootste en succesvolste atlassen maken, wat uiteindelijk leidt tot dit soort buitenproportionele uitgaves van boekenseries.

Tentoonstelling 'Atlas Maior. De wereld van Blaeu'

atlas blaeu tentoonstelling 1

In 2008 is in de UvA de tentoonstelling Atlas Maior. De wereld van Blaeu te zien.

atlas blaeu tentoonstelling 2

In 2008 is in de UvA de tentoonstelling Atlas Maior. De wereld van Blaeu te zien.

atlas blaeu tentoonstelling 3

In 2008 is in de UvA de tentoonstelling Atlas Maior. De wereld van Blaeu te zien.

atlas blaeu tentoonstelling 4

In 2008 is in de UvA de tentoonstelling Atlas Maior. De wereld van Blaeu te zien.

Is Blaeu de eerste die de wereld in kaart brengt?

Kaarten maken van de omgeving is niet een uitvinding van de zeventiende eeuw. Al eeuwenlang worden er kaarten gemaakt, zoals in het oude China en het Midden-Oosten. Daarop is vooral informatie te vinden over grondbezit. De Grieken en Romeinen maken kaarten waarop staat hoe (een deel van) de wereld eruitziet. Zo maakt de Griekse wiskundige Ptolemaeus rond het begin van onze jaartelling lijsten van de locatie van een groot deel van de steden die in zijn tijd bekend zijn en de Romeinen maken ‘Peutingerkaarten’, reiskaarten waarop hun nederzettingen en Romeinse wegen in Europa weergegeven zijn.

In de zestiende eeuw groeit de behoefte aan nauwkeurige land- en zeekaarten sterk, onder invloed van de ontdekkingsreizen en uitbreidende internationale handel. In Antwerpen maken Abraham Ortelius en Gerardus Mercator de eerste atlassen, grotendeels gebaseerd op bestaande kaarten en informatie uit heel Europa. Uniek in die tijd is dat de kaarten, die afkomstig zijn van verschillende bronnen, allemaal in dezelfde stijl en maat in de verzamelband terechtkomen. Het Theatrum Orbis Terrarum zal zo’n honderd jaar later als voorbeeld dienen voor Blaeu en zijn zonen.

In Tussen kunst en kitsch wordt een atlas uit 1617 getaxeerd. Wat levert het met de hand ingekleurde boek op? Hele aflevering zien? Kijk op NPO Start.

de geheele weerelt

De geheele Weerelt, wereldkaart uit een Nederlandse uitgave van de Theatrum Orbis Terrarum, 1571.

Hoe produceert Blaeu zijn kaarten?

In Blaeus tijd is een groot deel van de omgeving om ons heen wel in kaart gebracht, maar verder weg zijn er nog behoorlijk wat regio’s onbekend voor de Europeanen. Zo weten ze nog niet van het bestaan van Australië af en hoe Amerika er precies uitziet weten ze ook niet zeker. Op de kaarten in die tijd zijn daarom nogal eens witte vlekken te zien.

Sketch over twee schippers die navigeren met behulp van een kaart van Blaeu, waar nog witte vlekken in zitten.

Willem en Joan Blaeu zijn geen wereldreizigers. Ook hebben ze niet de luxe dat ze vanuit de lucht kunnen kijken naar hoe het land eruitziet, zoals dat een paar eeuwen later wel kan met vliegtuigjes en satellieten. De firma Blaeu komt aan hun cartografische informatie door nauw contact met kennissen en uitgevers in binnen- en buitenland. Van hen krijgen ze geografische informatie, maar ook bestaande kaarten, die ze voorzien van nieuwe vormgeving en daarna zelf uitgeven.

Een belangrijke bron van informatie zijn de schippers van de VOC. Zij zijn in de bijzondere positie dat ze zowel afnemer zijn als leverancier van informatie van de Blaeus. Willem Blaeu is vanaf 1633 aangesteld als de officiële kaartenmaker van de compagnie en levert dus de kaarten waar de schippers zich op baseren als ze richting De Kaap en verder varen. De schippers houden op hun beurt tijdens hun reis naar 'de Oost' (Azië) nauwkeurig de kusten en nieuw ontdekte plekken in de gaten en bij terugkomst in Nederland gaan hun aantekeningen linea recta naar Blaeus atelier. Daar krijgen de bestaande kaarten een update, waarna ze weer met de volgende afvaart mee kunnen. Sommige informatie die de VOC-schippers verzamelen is concurrentiegevoelig en moet geheim blijven. Deze geheimhouding wordt zo serieus genomen, dat er een protocol is voor als een schip tijdens de reis wordt geënterd: de kaarten en notities moeten overboord.

Schippers van de VOC zijn een belangrijke bron van informatie voor Blaeu. Maar soms komt er foutieve info op de kaart.

Lang niet alle informatie die Blaeu onder ogen komt is geheim. Door met reizigers te praten en in logboeken en andere atlassen te kijken, verzamelt het bedrijf ook allerlei informatie die ze wel mogen verspreiden. Als de openbare informatie is verwerkt in kaarten, kunnen die gedrukt worden. Boeken op grote schaal drukken is in die periode nog iets nieuws. Gelukkig staat de grootste drukkerij ter wereld in 1637 in Amsterdam. In een pand aan de Bloemgracht staan negen boekdrukpersen klaar voor gebruik. En de firma Blaeu heeft er de beschikking over.

grote drukkerij

Productie van kopergravures door Philips Galle (1593 - 1598)

Als de kaarten zijn getekend, worden de lijnen gegraveerd in koperen platen. Deze platen kunnen worden gebruikt om een afdruk te maken op papier of perkament. Die afdrukken zijn dan nog zwart-wit, maar sommige luxe uitgaves van de drukkerij worden speciaal met de hand ingekleurd. Tientallen vrouwen en kinderen verdienen wat geld bij door in ateliers de atlassen in te kleuren. Daarnaast heeft Blaeu nog tachtig technische mensen in dienst om de drukpersen werkend te houden. Het is een mega-bedrijf in Amsterdam: de Blaeus hebben een waar imperium.

Blaeu drukt zijn kaarten met behulp van koperplaten in een drukkerij.

Hoe gaat het met Blaeu na de Atlas Maior?

1672 staat bekend als het rampjaar. Nederland wordt van verschillende kanten aangevallen en de daaropvolgende economische crisis leidt in één klap tot het eind van de welvarende zeventiende eeuw. Ook de firma Blaeu zit het niet mee in dit jaar. Een brand in de Gravenstraat verwoest de werkplaats van de cartografen. Alle boeken, materialen, drukpersen en prenten gaan in vlammen op en de schade loopt op tot 382.000 gulden – tientallen miljoenen euro’s omgerekend naar onze tijd.

Anderhalf jaar later overlijdt Joan Blaeu op 76-jarige leeftijd. Zijn zoons zetten het bedrijf korte tijd voort, maar in 1677 wordt alles wat over is geveild en de winkel verkocht. De uitgever en concurrent-kaartmaker Janssonius is tien jaar daarvoor al overleden. De Atlas Maior markeert niet alleen het hoogtepunt, maar ook het eindpunt van Amsterdam als wereldwijd middelpunt van de bloeiende cartografie-markt.

kaart van europa in de atlas maior

Kaart van Europa in de Atlas Maior.

Hoe hebben atlassen zich ontwikkeld?

Zo’n tweehonderd jaar na de publicatie van de Atlas Maior wordt aardrijkskunde in Nederland ingevoerd als vak op de HBS, de havo van toen. Schoolmeester Pieter Bos stelt, bij gebrek aan goed studiemateriaal, in 1877 een eigen atlas samen: Bos’ schoolatlas der geheele aarde. Er is in die tijd meer kennis over de indeling van landen op de wereld, maar er zijn nog steeds een paar blanco vlekken op deze kaart. De poolgebieden staan in de eerste editie nog niet volledig op de kaart, en ook de binnenlanden van Afrika zijn deels nog niet in kaart gebracht.

atlas bosatlas afrika

In de eerste uitgave van de Bosatlas in 1877 zijn Europeanen nog niet in alle delen van Afrika geweest. Blader online in de eerste Bosatlas op de website van de Universiteit Utrecht.

De Bosatlas is al vrij snel de standaard in het Nederlandse onderwijs. Tot op de dag van vandaag geeft Noordhoff Uitgevers verschillende edities uit van de atlas, die veel mensen ook thuis hebben liggen. In 1998 wordt het boek nog deels met de hand gemaakt.

Bij de productie van de Bosatlas worden kaarten in 1998 met de hand getekend.

Als Google Maps in 2006 in Nederland wordt geïntroduceerd, betekent dat een nieuwe fase in de cartografie. Het is nu mogelijk om up-to-date informatie te bekijken op een kaart. Kennis over kusten, bergen en de loop van rivieren is voor iedereen ter wereld met één druk op de knop vanuit huis te vinden. 

In 2006 is Google Earth voor het eerst beschikbaar in Nederland. Een nieuwe ontwikkeling in de cartografie.

De vooruitgang gaat ook nu nog verder. Het Amerikaanse bedrijf Planet, gesitueerd in Sillicon Valley, heeft als doel om een cartografische ‘tijdmachine’ te maken met een netwerk van satellieten ter grootte van een smartphone.

De nieuwste ontwikkeling op het gebied van kaarten maken: continu vernieuwende satellietopnames. Bekijk hier de hele aflevering.

De ontwikkelingen rondom kaarten, atlassen en satellietbeelden staan niet stil, sterker nog: er lijkt een soort nieuwe ‘gouden eeuw’ aan de gang te zijn waar er een vernieuwde belangstelling groeit voor hoe de wereld om ons heen eruitziet. Net als in de tijd waarin Blaeu en zonen hun beroemde Atlas Maior produceren. Maar dan een tikje moderner.

In het kort

  • Al eeuwenlang bestaan er landkaarten, ook al in de tijd van het oude China en de Romeinen.

  • In de zeventiende eeuw groeit de interesse naar hoe de wereld eruitziet, en kaartenmakers zien de vraag naar correcte en mooie kaarten stijgen.

  • De firma Blaeu in Amsterdam wordt beroemd vanwege de Atlas Maior, een uitgebreide verzameling land-, zee- en hemelkaarten.

  • Atlassen worden niet alleen gezien als nuttig, maar ook als statussymbool.

  • De Bosatlas is in Nederland een instituut, ooit begonnen door een schoolleraar.

  • Recente ontwikkelingen, zoals de computer, Google Maps en satellietbeelden, zorgen voor nieuwe mogelijkheden en een hernieuwde interesse in cartografie.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Paul Koster

Ook interessant om te weten