Wat is wagenziekte?
Wat is wagenziekte?
Video
Laatste update: 24-07-2025
Je zit in de auto, de bochten volgen elkaar snel op en opeens voel je het: dat nare, misselijke gevoel. Wagenziekte komt vooral voor bij kinderen, maar ook volwassenen kunnen er flink last van hebben. Het ontstaat doordat je hersenen gemixte signalen binnenkrijgen en daarvan in de war raken. Hier ontdek je hoe dat precies zit en wat je ertegen kan doen.
Redacteur: Mirthe van der Drift
Mirthe studeerde sociologie en journalistiek. Ze schrijft en presenteert explainers voor NPO Kennis en maakt als verslaggever elke dag een reportage voor 5 Dagen (NTR) op NPO Radio 1. Qua onderwerpen verdiept ze zich in sociale vraagstukken en maatschappelijk ongelijkheid.
Wagenziekte staat ook wel bekend als autoziekte, reisziekte of bewegingsziekte. Het heeft te maken met je evenwichtssysteem. Je evenwichtsorganen zitten naast je oren. Samen met je spieren en je ogen geven ze informatie aan je hersenen. Wanneer je in de auto zit meldt je evenwichtsorgaan allerlei beweging, maar je ogen melden aan je hersenen dat je stil zit. Hierdoor kan je brein in de war raken en een signaal naar het braakcentrum sturen. Daardoor kan je misselijk worden, gaan zweten en soms ook overgeven.
Niet iedereen heeft last van wagenziekte. Waarschijnlijk hebben mensen zonder wagenziekte een minder sterke verbinding tussen hun evenwichtsorgaan en het braakcentrum in de hersenen. Mensen met migraine hebben er juist vaker last van.
Heb je wel last van wagenziekte, zorg dan dat je vooruitkijkt met de weg mee. Dan kan je brein beter voorspellen welke kant je opgeslingerd wordt. Ga voorin zitten of nog beter, kruip zelf achter het stuur (als je een rijbewijs hebt dan). Wat je beter niet kunt doen is lezen of naar een scherm kijken.
Er zijn ook verschillende soorten reispillen. Die zorgen ervoor dat je zenuwstelsel minder gevoelig wordt voor de signalen van het evenwichtsorgaan. Je wordt dan vaak minder misselijk, maar er is wel een grote kans dat je wat duf of slaperig wordt. Nog steeds niet ideaal dus. Gelukkig krijg je er meestal minder last van naarmate je ouder wordt.