Waarom eten we eieren met Pasen?

Pasen is een christelijk feest. We vieren dan dat Jezus uit zijn graf is opgestaan. Het is traditie dat er de veertig dagen voor Pasen door christenen gevast wordt. Tijdens het vasten moet er geleefd worden. Dat betekent onder andere dat christenen dan geen vlees, alcohol en eieren mogen eten. Vroeger waren dit namelijk luxeproducten.

Na de vastenperiode is het tijd voor feest, in de vorm van Pasen. En juist nu het feest is, komen de luxeproducten weer op tafel. Waaronder dus de eitjes. Omdat alle eieren uit de vastenperiode zijn bewaard, zijn dat er meer dan genoeg. De oude eieren worden versierd en beschilderd en de verse eieren worden opgegeten.

Daarnaast wordt in veel culturen het ei gezien als symbool voor vruchtbaarheid, nieuw leven en het begin van de lente. Binnen het christendom staat het ei ook symbool voor Jezus die uit het graf is opgestaan.

Er gaan verhalen rond dat tradities met eieren rond de lente nog veel ouder zijn dan het christendom. Zo zouden de oude Germanen ritueel eieren begraven op de akkers als offer aan hun goden. Ze hoopten dat in ruil voor hun offer ze een goede oogst zouden krijgen.

Tijdens Pasen worden niet alleen eieren gegeten, maar wordt er nog meer gevierd. Ook valt de feestdag elk jaar op een andere datum. Hoe dat precies zit lees je hier.