Wie is Bertrand Russell?

De grootste kritiek van Russell op religie is dat het bestaan van God helemaal niet te bewijzen is. Hij gebruikt daarvoor het theepotargument: “Als je zegt dat tussen de aarde en Mars een theepot zweeft die je zelfs met de beste telescoop niet kan zien, word je voor gek verklaard. Maar als het in een religieus boek staat moeten we het opeens wel geloven?” Onzin, stelt Russell. Voor hem is er tussen God en deze theepot geen verschil. 

Ook als filosoof levert hij belangrijke bijdragen aan de logica. Hij staat vooral bekend om zijn vraagstukken die maar geen goed antwoord lijken te hebben. Dat heet een paradox. Hij vroeg zich af: een kapper zegt dat hij alle mannen scheert, zolang zij zichzelf nooit scheren. Scheert hij dan zichzelf, of niet? Zo ja, dan scheert hij dus weldegelijk ook mannen die zichzelf scheren. Zo nee, dan scheert hij niet alle mannen die zichzelf niet scheren.

Naast filosoof is Russell een uitgesproken politiek activist en pacifist. Dat betekent dat hij tegen oorlog en geweld is. Zijn pacifisme brengt hem gedurende zijn leven meerdere malen in de problemen. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog belandt hij bijvoorbeeld vijf maanden in de cel wegens protesten tegen de Britse deelname aan de oorlog.

In 1967 organiseert hij met collega-filosoof Jean Paul Sartre het eerste zogenoemde Russell-tribunaal. Het bijzondere aan dit tribunaal is dat het is wordt opgericht door burgers. Het doel van het tribunaal is om te onderzoeken of de militaire bemoeienis van de VS in Vietnam wel rechtvaardig is. Ook na zijn dood blijven de Russell-tribunalen voortbestaan over allerlei verschillende conflicten zoals Israël en Palestina of de inval in Irak.