Waarom kregen de Duitse oorlogsmisdadigers ‘de Drie van Breda’ gratie?

protesten tegen de gratieverlening
Waarom kregen de Duitse oorlogsmisdadigers ‘de Drie van Breda’ gratie?

Gepubliceerd: 4-3-2019

Laatste update: 15-01-2024

Als Nederland in 1945 is bevrijd, is een van de kwesties waar het land voor staat: hoe gaan we met oorlogsmisdadigers om? ‘De Drie van Breda’ (eerst Vier, later Twee van Breda) zijn daar een spraakmakend voorbeeld van. Hun berechting leidt tot massale protesten en in het politieke debat speelt - tot aan hun uiteindelijke vrijlating - de publieke opinie een grote rol.

Wie zijn de ‘Vier van Breda’ en aan welke misdrijven zijn ze schuldig?

Na de Tweede Wereldoorlog staan 241 Duitsers in Nederland terecht voor het begaan van oorlogsmisdaden. Onder hen het kwartet Willi Lages, Ferdinand aus der Fünten, Franz Fischer en Joseph Kotälla, ook wel ‘de Vier van Breda’ – een bijnaam die ze krijgen door hun gevangenschap in de Koepelgevangenis in Breda.

De Vier van Breda

Willi Lages
Willi Lages
Ferdinand aus der Fünten
Ferdinand aus der Fünten
Joseph Johann Kotälla (links)
Joseph Johann Kotälla (links)
Franz Fischer
Franz Fischer

Lages is tijdens de oorlog hoofd van het lokaal uitvoeringsorgaan van de Duitse politie in Amsterdam en Den Haag. Daarnaast leidt hij de deportaties van Joden uit Nederland. Hij houdt zich dus zowel bezig met de registratie van Joden als het daadwerkelijk wegvoeren naar Duitse concentratie- en vernietigingskampen. Hij is ook verantwoordelijk voor het executeren van meerdere leden van het verzet.

Aus der Fünten heeft in Amsterdam, onder Lages, de leiding over het administratieve gedeelte en heeft de dagelijkse leiding over de deportaties. Hij is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de ontruiming van vijf Joodse inrichtingen en het deporteren van Joden naar Westerbork. Daarnaast is hij betrokken bij verschillende razzia’s in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.  

"Ze zijn in de wagens vergast, zoals we later gehoord hebben."

Fischer heeft in Den Haag de leiding over de deporaties en de dagelijkse leiding over de opsporing van Joodse onderduikers. Door zijn fanatieke jacht op Joden krijgt Fischer als snel de bijnaam ‘Judenfischer’. Voor de opsporing gebruikt hij wrede martelmethoden, zoals het U-boot Spiel - nu beter bekend als waterboarding.

"Men hield mij onderwater om te trachten mij zo aan het spreken te krijgen."

Kotälla is in Kamp Amersfoort zowel hoofd administratie als kampbewaarder. Sommige bewaarders worden ook wel kampbeulen genoemd, omdat zij wreedheden begaan in concentratiekampen ten opzichte van gevangenen. Kotälla – de ‘Beul van Amersfoort’ - is berucht. Tijdens het dagelijks appel slaat hij gevangenen en trapt hij ze tussen de benen, de ‘Kotälla-trap’.

"Met een tandenborstel moest ik de straat schoonmaken."

Welke straf krijgen 'de Vier van Breda'?

Voor hun misdaden krijgen ‘de Vier’ allen de doodstraf opgelegd. Toenmalig koningin Juliana heeft echter ernstige gewetensbezwaren tegen de doodstraf en zorgt er persoonlijk voor dat de straf van Fischer, Lages en Aus der Fünten wordt omgezet in levenslang. Dit gebeurt ook met de straf van Kotälla maar dan op basis van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Hoewel het kabinet en toenmalig minister van Justitie Teun Struycken het oneens zijn met Juliana, zien zij geen andere optie dan zich bij de wens van de koningin neer te leggen.

Breda_demonstratie
Buiten de deuren van het parlement vindt een demonstratie plaats tegen de mogelijke vrijlating.

De strafverandering gaat gepaard met verontwaardiging en afkeuring en brengt maatschappelijke onrust met zich mee. De Nederlandse burgers vinden dat de nationale waardigheid erdoor in het geding komt. Als protest worden er op grote schaal handtekeningen verzameld, brieven geschreven en demonstraties gevoerd. Zo protesteren in 1952 15.000 tot 20.000 burgers in Amsterdam tegen de strafomzetting van Lages.

Hoe worden ‘de Vier’, ‘de Drie’ en uiteindelijk ‘de Twee’?

In de Koepelgevangenis in Breda zitten in de jaren 50 veel tot zware straffen veroordeelde landverraders en oorlogsmisdadigers. Onder hen ook Aus der Fünten, Fischer, Kotälla en Lages. Dit resulteert dus in de bijnaam ‘de Vier van Breda’.

In mei 1966 wordt Lages ernstig ziek. Minister van Justitie Ivo Samkalden regelt een strafonderbreking waardoor Lages in Duitsland geopereerd kan worden. Tegen alle verwachtingen in wordt hij beter, maar het terughalen van Lages naar Nederland blijkt een illusie. De Duitse grondwet verbiedt uitlevering van eigen onderdanen, waardoor Lages de laatste vijf jaar van zijn leven in vrijheid kan doorbrengen.

Na de vrijlating van Lages voor drie maanden heeft Samkalden besloten de invrijheidstelling niet te verlengen en de strafuitvoering niet te hervatten.

Als gevolg hiervan gaan de Nederlandse burgers Fischer, Aus der Fünten en Kotälla nog meer zien als een symbool van het kwaad dat hun is aangedaan en daarom mogen de overgebleven drie in hun ogen nooit vrijkomen.

Kotälla is tijdens zijn hele gevangenschap al psychisch ziek, maar in de zomer van 1979 gaat zijn gezondheidstoestand flink achteruit. Hij overlijdt op 31 juli 1979 in de Bredase gevangenis. Hij is de enige van ‘de Vier’ die zelf nooit een gratieverzoek indient, maar telkens middels rechtszaken probeert vrij te komen.

Tijdens heel zijn gevangenschap heeft hij het gevoel dat hij door de Nederlandse rechtstaat niet eerlijk berecht is. Hij blijft vechten voor een herziening van zijn vonnis, die er nooit komt, tot aan zijn dood. ‘De Drie’ zijn ‘De Twee van Breda’ geworden.

Waarom leven de drie Duitse oorlogsmisdadigers zo lang in gevangenschap?

Het feit dat ‘de Drie van Breda’ zo lang vastzitten, komt hoofdzakelijk door de luide stem van de maatschappij. De beweging tegen vrijlating is zeer groot en manifesteert zich in burgers die in groten getale de straat op gaan om te demonstreren. Zo staan ze tijdens de hoorzitting van 1972 op het Binnenhof met grote spandoeken om politici over te halen om ‘de Drie’ niet vrij te laten.

In dat jaar probeert minister van Justitie Dries van Agt de drie gratie te verlenen. Als reden voert hij aan dat de levenslange gevangenisstraf geen enkel doel meer dient, aangezien zij niet opnieuw deze strafbare feiten zullen begaan en daarmee geen gevaar meer vormen voor de Nederlandse samenleving. Strafrechtelijk gezien moeten de Duitse oorlogsmisdadigers daarom worden vrijgelaten, vindt hij.

koepelgevangenis in breda
De Koepelgevangenis in Breda.

Dat dit in het verkeerde keelgat schiet bij mensen is te zien aan de dreigbrieven die Van Agt aan zijn adres krijgt. De verdeeldheid in het land over gratiëring is daarnaast ook goed te zien aan het dertien uur durende debat in de Tweede Kamer over de kwestie.

De manier waarop naar Fischer, Kotälla en Aus der Fünten wordt gekeken is te verklaren vanuit de tijdgeest. De Nederlandse bevolking kampt met een schuldgevoel over haar eigen rol in de oorlog, voortkomend uit het idee tekort te zijn geschoten in de bescherming van de Joden. Dit resulteert in een beeld waarbij de emoties van de oorlogsslachtoffers voorop staan als het gaat om een rechtvaardige straf voor de Duitse oorlogsmisdadigers. Het doel is slachtoffers te behoeden voor extra leed.

(Geen geluid).

Hoe loopt het af?

Nadat Kotälla in 1979 overlijdt, is het een tijdje rustig rondom de overgebleven twee Duitse oorlogsmisdadigers. Pas in 1988 komt er weer beweging in de zaak. Toenmalig minister van Justitie Frits Korthals Altes is een VVD’er en behoort daarmee tot een partij die al die tijd tegen gratieverlening is geweest. Gevoelens van de oorlogsslachtoffers wegen zwaarder dan alle andere overwegingen en hij wil daarom niet opnieuw op de kwestie ingaan. Tot hij verandert van positie.

In zijn biografie staat: “Bij elke publicatie of publieke uitlating werden bij veel slachtoffers de wonden weer pijnlijk opengereten. Ik vroeg me af of ik niet beter een eind kon maken aan de detentie. De schok zou heftig zijn, maar eenmalig. Was dat niet beter dan de steeds vaker terugkerende effecten van de aanhoudende publiciteit?”

Deze ommekeer zorgt ervoor dat hij eerst een medisch onderzoek laat doen naar ‘de Twee’, opdat de uitkomst daarvan mogelijk reden biedt voor gratiëring. In diezelfde periode wordt een brief aan hem en premier Ruud Lubbers overhandigd, waarin gepleit wordt voor onmiddellijke vrijlating van twee. Afzender is de ‘groep van negentien’, een divers gezelschap van prominente Nederlanders, onder wie voormalig minister van Justitie Samkalden en oud-verzetsman Bib van Lanschot.

Het kamerdebat rondom de vrijlating van de Twee van Breda. Daarna volgt de stemming.

Nadat het medische onderzoek geen reden tot vrijlating geeft, refereert Korthals Altes in januari 1989 in het Tweede Kamerdebat over ‘de Twee’ aan deze brief om zijn pleidooi voor vrijlating kracht bij te zetten. Met gevolg:

Op 27 januari 1989 worden Fischer en Aus der Fünten als ongewenste vreemdelingen over de grens in Venlo gezet. Pas jaren later legt Korthals Altes uit wat voor hem persoonlijk het doorslaggevende argument voor vrijlating is. “De Twee’ hebben in de gevangenis zeer intensieve individuele zorg, zelfs beter dan in verpleeginrichtingen, en daar is een gevangenis niet voor bedoeld." Dit argument heeft hij echter nooit publiekelijk willen gebruiken.

Hadden de Duitse oorlogsmisdadigers eerder vrijgelaten moeten worden?

In het kort

  • 'De Vier van Breda’ zijn de Duitse oorlogsmisdadigers Fischer, Aus der Fünten, Lages en Kotälla. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn zij in Nederland mede verantwoordelijk voor het leed van Nederlandse Joden.

  • De Duitse oorlogsmisdadigers krijgen in eerste instantie de doodstraf opgelegd. Deze wordt op aansturing van toenmalig Koningin Juliana na een aantal jaar omgezet in een levenslange gevangenisstraf.

  • 'De Vier’ zitten in gevangenschap in de Koepelgevangenis in Breda. De strafonderbreking van Lages en de dood van Kotälla zorgen ervoor dat ‘de Vier van Breda’ uiteindelijk ‘de Twee van Breda’ worden.

  • De verdeeldheid in het land zorgt ervoor dat er geen beslissing wordt genomen over het wel of niet gratiëren van dan ‘de Drie van Breda’. Bij de beslissing over eventuele gratiëring voeren niet strafrechtelijke zaken de boventoon, maar de publieke opinie.

  • Het verstrijken van de tijd zorgt uiteindelijk voor een verandering in de opinie van mensen over gratiëring. Minister van Justitie Korthals Altes weet met steun van een deel van de Nederlandse bevolking de vrijlating van ‘de Twee van Breda’ in 1989 te bewerkstelligen. 

En je weet het!

Anderen het laten weten?

Ook interessant

om te weten