Waarom kregen de Duitse oorlogsmisdadigers ‘de Drie van Breda’ gratie?
Waarom kregen de Duitse oorlogsmisdadigers ‘de Drie van Breda’ gratie?
Laatste update: 18-11-2024
Na de bevrijding van Nederland in 1945 ontstaat de vraag hoe we om moeten gaan met oorlogsmisdadigers. Een bekend voorbeeld dat voor veel ophef heeft gezorgd zijn 'de Drie van Breda' (eerst de Vier, later de Twee), de laatste Duitse oorlogsmisdadigers die in Nederland vastzitten. Hun berechting en vrijlating veroorzaakt massale demonstraties. En het publiek speelt een grote rol in het politieke debat over hun straf en vrijlating. We leggen uit wie deze mannen zijn, welke straffen zij krijgen en hoe de straf verloopt.
Wie zijn ‘de Vier van Breda’ en wat hebben ze gedaan?
Na de Tweede Wereldoorlog staan 241 Duitsers in Nederland terecht voor het begaan van oorlogsmisdaden. Hieronder ook de Vier van Breda. Dit zijn vier mannen: Willi Lages, Ferdinand aus der Fünten, Franz Fischer en Joseph Kotälla. Zij hebben alle vier apart van elkaar verschillende oorlogsmisdaden gepleegd tijdens de oorlog. Ze worden ook wel ‘de Vier van Breda’ genoemd – een bijnaam die ze krijgen door hun gevangenschap in de Koepelgevangenis in Breda.
De Vier van Breda
Lages is tijdens de oorlog hoofd van het lokaal uitvoeringsorgaan van de Duitse politie in Amsterdam en Den Haag. Daarnaast leidt hij de deportaties van Joden uit Nederland. Hij houdt zich dus zowel bezig met de registratie van Joden als het daadwerkelijk wegvoeren van Joden naar Duitse concentratie- en vernietigingskampen. Hij is ook verantwoordelijk voor het executeren van meerdere leden van het verzet.
Aus der Fünten heeft in Amsterdam, onder Lages, de leiding over het administratieve gedeelte en heeft de dagelijkse leiding over de deportaties. Hij is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de ontruiming van vijf Joodse inrichtingen en het deporteren van Joden naar Westerbork. Daarnaast is hij betrokken bij verschillende razzia’s in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Fischer heeft in Den Haag de leiding over de deporaties en de dagelijkse leiding over de opsporing van Joodse onderduikers. Door zijn fanatieke jacht op Joden krijgt Fischer als snel de bijnaam ‘Judenfischer’. Voor de opsporing gebruikt hij wrede martelmethoden, zoals het U-boot Spiel - nu beter bekend als waterboarding.
Kotälla is in Kamp Amersfoort zowel hoofd administratie als kampbewaarder. Sommige bewaarders worden ook wel kampbeulen genoemd, omdat zij wreedheden begaan in concentratiekampen ten opzichte van gevangenen. Kotälla wordt 'de Beul van Amersfoort’ genoemd, omdat hij zo berucht is. Tijdens het dagelijks appèl slaat hij gevangenen en trapt hij ze tussen de benen, de ‘Kotälla-trap’ genoemd.
Welke straf krijgen 'de Vier van Breda'?
Voor hun misdaden krijgen ‘de Vier’ allemaal de doodstraf opgelegd. Maar de toenmalige koningin Juliana was sterk tegen de doodstraf en zorgt er daarom persoonlijk voor dat de straf van Fischer, Lages en Aus der Fünten wordt omgezet in levenslang.
Ook de straf van Kotälla wordt omgezet, maar dan op basis van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Hoewel het kabinet en de toenmalig minister van Justitie Teun Struycken het oneens zijn met de koningin, zien zij geen andere optie dan zich bij de wens van Juliana neer te leggen.
De strafverandering zorgt voor veel boosheid en onrust in de samenleving. Nederlanders vinden dat het hun land en de nationale waardigheid schaadt. Als protest verzamelen mensen massaal handtekeningen, schrijven brieven en houden demonstraties. Zo protesteren in 1952 zo’n 15.000 tot 20.000 mensen in Amsterdam tegen de strafverlaging van Lages.
Hoe worden ‘de Vier van Breda’ uiteindelijk ‘de Drie van Breda’?
In de jaren 1950 zitten er veel oorlogsmisdadigers en landverraders met zware straffen in de Koepelgevangenis in Breda, waaronder Aus der Fünten, Fischer, Kotälla en Lages. Daarom worden ze 'de Vier van Breda' genoemd.
In mei 1966 wordt Lages ernstig ziek. De Minister van Justitie, Ivo Samkalden, regelt een strafonderbreking, zodat Lages in Duitsland geopereerd kan worden. Onverwachts en tegen alle verwachtingen in wordt hij beter. Maar het lukt niet om hem terug te halen naar Nederland. De Duitse wet verbiedt namelijk het uitleveren van eigen burgers, waardoor Lages de laatste vijf jaar van zijn leven vrij blijft.
Omdat Lages niet meer vastzit in Breda gaat het nu nog om 'de Drie van Breda.' De overige drie, Fischer, Aus der Fünten en Kotälla, worden door de vrijlating van Lages nu nog meer gezien als symbool van het kwaad dat hen tijdens de oorlog is aangedaan. De boosheid neemt toe. Daarom mogen de overgebleven drie in de ogen van het Nederlandse volk nooit meer vrijkomen.
Welk effect heeft de publieke opinie op de straffen?
De sterke publieke opinie zorgt ervoor dat 'de Drie van Breda' lang vast blijven zitten. Veel mensen demonstreren en eisen dat ze niet worden vrijgelaten. Tijdens de hoorzitting in 1972 staan ze met grote spandoeken op het Binnenhof om politici te overtuigen om 'de Drie' niet vrij te laten. Dan zitten ze al ongeveer 24 jaar vast.
In dat jaar probeert minister van Justitie Dries van Agt de Drie gratie te verlenen. Hij geeft als reden dat de levenslange gevangenisstraf geen zin meer heeft. Omdat de Drie volgens hem geen gevaar meer vormen voor de Nederlandse samenleving en niet opnieuw dezelfde misdaden zullen plegen. Daarom moeten de Duitse oorlogsmisdadigers strafrechtelijk gezien worden vrijgelaten, vindt hij.
De poging van minister Van Agt zorgt voor veel woede. Dit is te zien aan de vele dreigbrieven die hij hierna krijgt. Ook zorgt de verdeeldheid in het land over de mogelijke gratie voor een een debat in de Tweede Kamer dat 13 uur duurt.
De manier waarop naar Fischer, Kotälla en Aus der Fünten wordt gekeken is niet gek in die tijd. De Nederlandse bevolking heeft schuldgevoelens over haar eigen rol in de oorlog, omdat ze niet genoeg gedaan zouden hebben om Joden te beschermen. Dit leidt tot een beeld waarin de emoties van de oorlogsslachtoffers het belangrijkst zijn bij het bepalen van een eerlijke straf voor de Duitse oorlogsmisdadigers. Het doel is dat slachtoffers hierdoor geen extra leed wordt aangedaan.
Waarom krijgen ze toch gratie?
Kotälla is zijn tijdens zijn hele gevangenisstraf al psychisch ziek. Maar in de zomer van 1979 gaat het ineens veel slechter met zijn gezondheid. Hij overlijdt op 31 juli 1979 in de gevangenis in Breda. Hij is de enige van 'de Vier' die zelf nooit om gratie heeft gevraagd, maar hij heeft wel geprobeerd om via nieuwe rechtszaken vrij te komen. Hij is 71 jaar oud geworden en heeft dan 31 jaar vastgezeten.
Tijdens zijn hele gevangenisstraf heeft hij het gevoel dat hij niet eerlijk berecht is door de Nederlandse rechtstaat. Tot aan zijn dood blijft hij vechten voor een herziening van zijn straf, maar dat gebeurt nooit. ‘De Drie’ zijn nu ‘de Twee van Breda’ geworden.
Nadat Kotälla in 1979 overlijdt, is het een tijdje rustig rondom de overgebleven twee Duitse oorlogsmisdadigers. Pas in 1988 komt er weer beweging in de zaak. De Twee zitten dan 40 jaar vast. Toenmalig Minister van Justitie, Frits Korthals Altes, is als VVD’er geheel tegen gratieverlening. De gevoelens van de oorlogsslachtoffers wegen voor hem zwaarder dan alle andere overwegingen. Hij wil daarom niet opnieuw op de zaak ingaan.
Maar toch verandert hij van gedachten. De belangrijkste reden hiervoor is de blijvende aandacht voor de zaak. Dit zou pijnlijker zijn voor slachtoffers, dan wanneer ze de zaak na gratie geheel achter zich kunnen laten.
Door deze gedachteverandering laat hij 'de Twee' medisch onderzoeken. Dit kan namelijk een mogelijke reden voor gratie geven. Tegelijkertijd krijgen hij en de toenmalige premier Ruud Lubbers een brief van de "groep van negentien" die vraagt om de directe vrijlating van Fischer en Aus der Fünten. Dit is een groep belangrijke Nederlanders, waaronder de voormalig Minister van Justitie Samkalden en oud-verzetsman Bib van Lanschot.
Maar dit medische onderzoek geeft geen reden tot vrijlating. Daarom wordt er in januari 1989 een debat in de Tweede Kamer gehouden over de vrijlating. Een stuk uit dit debat is te zien in deze video:
Dit debat zorgt ervoor dat Fischer en Aus der Fünten op 27 januari 1989 worden vrijgelaten. Ze worden dan meteen als ongewenste vreemdelingen over de grens in Venlo worden gezet, omdat ze Duitse staatsburgers zijn zonder Nederlandse nationaliteit. Zowel Fischer als Aus der Fünten overlijden binnen één jaar na vrijlating.
Pas jaren later legt Korthals Altes uit wat voor hem persoonlijk het doorslaggevende argument was voor de vrijlating. In de gevangenis zouden de Twee namelijk intensieve zorg krijgen, nog beter dan in een verpleeghuis. En dat is volgens Korthals Altes niet het doel van een gevangenis. Dit argument wilde hij toen alleen niet publiekelijk gebruiken.
In het kort
'De Vier van Breda’ zijn de Duitse oorlogsmisdadigers Fischer, Aus der Fünten, Lages en Kotälla. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn zij in Nederland mede verantwoordelijk voor het leed van Nederlandse Joden.
De Duitse oorlogsmisdadigers krijgen in eerste instantie de doodstraf opgelegd. Deze wordt op aansturing van toenmalig Koningin Juliana na een aantal jaar omgezet in een levenslange gevangenisstraf.
'De Vier’ zitten in gevangenschap in de Koepelgevangenis in Breda. De strafonderbreking van Lages en de dood van Kotälla zorgen ervoor dat ‘de Vier van Breda’ uiteindelijk ‘de Twee van Breda’ worden.
De verdeeldheid in het land zorgt ervoor dat er geen beslissing wordt genomen over het wel of niet vrijlaten van dan ‘de Drie van Breda’. Bij de beslissing over eventuele vrijlating voeren niet strafrechtelijke zaken de boventoon, maar de publieke opinie.
Het verstrijken van de tijd zorgt uiteindelijk voor een verandering in de opinie van mensen over gratiëring. Minister van Justitie Korthals Altes weet met steun van een deel van de Nederlandse bevolking de vrijlating van ‘de Twee van Breda’ in 1989 te bewerkstelligen.
Geraadpleegde bronnen
En je weet het!
Anderen het laten weten?