Hoe werken de Duitse verkiezingen?
Hoe werken de Duitse verkiezingen?
Laatste update: 10-10-2023
In ons buurland wordt er ook iedere vier jaar gestemd. Het kiessysteem in Duitsland is net even anders dan in Nederland. Hoe werkt dat? Waarom wisselt het aantal zetels steeds? En waarom is er een kiesdrempel?
Sinds wanneer is Duitsland democratisch?
Pas vanaf 1949 worden er in Duitsland democratische verkiezingen gehouden in de vorm zoals we die nu kennen. Tijdens het Duitse Keizerrijk (1871-1918) mogen enkel mannen stemmen, waardoor er wel een soort democratie is, maar geen representatieve volksvertegenwoordiging. Tijdens de Weimarrepubliek (1918-1933), die na de Eerste Wereldoorlog ontstaat, is er stemrecht voor mannen én vrouwen, maar het politieke systeem functioneert dan erg slecht: er zijn maar liefst twintig kabinetten in vijfentwintig jaar. Wanneer Hitler in 1933 de macht grijpt, verandert Duitsland in een totalitaire dictatuur, waar helemaal geen democratie is.
Duitsland verandert in een dictatuur
Na de Tweede Wereldoorlog wordt Duitsland van 1945 tot 1949 bezet door de geallieerden. Een van de doelen is om het land te democratiseren. Amerika, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Sovjet-Unie krijgen ieder een deel van het Duitse grondgebied om te besturen. Zij werken hard aan een nieuwe grondwet, die uiteindelijk op 23 mei 1949 gerealiseerd wordt. Dan is er al wel een tweedeling ontstaan tussen oost en west. Het westelijke gedeelte van Duitsland gaat verder als de Bundesrepublik Deutschland (Bondsrepubliek Duitsland). In 1955 krijgt het land zijn soevereiniteit terug. Het oostelijke gedeelte blijft, onder invloed van de Sovjet-Unie, zelfstandig onder de naam Deutsche Demokratische Republik (Duitse Democratische Republiek), in de volksmond vaker Oost-Duitsland of de DDR genoemd. De val van de Berlijnse Muur in 1989 luidt het einde van de Koude Oorlog in en een jaar later volgt de Duitse hereniging.
Om te voorkomen dat het extremisme opnieuw in Duitsland toeslaat, wordt een aantal regels gehandhaafd. Ten eerste is er decentralisatie van de macht nodig: deelstaten krijgen meer macht en bevoegdheden. Dit moet voorkomen dat een nationale partij de macht kan grijpen, zoals de NSDAP heeft gedaan in 1933. Ook komt er een verbod op extremistische partijen. De neonazistische Sozialistische Reichspartei en de Communistische Partei Deutschlands krijgen geen bestaansrecht meer. Daarnaast wordt er een ‘constructieve motie van wantrouwen’ ingevoerd: de oppositie moet voldoende stemmen in het parlement krijgen om de huidige regering af te zetten. Vervolgens moet de meerderheid van het parlement binnen 48 uur een opvolger kiezen, anders is er geen afzetting mogelijk.
Sinds 1949 worden er weer democratische verkiezingen gehouden in Duitsland. Tijdens de periode 1949-1990 gebeurt dit enkel in het westelijke gedeelte. Na de Duitse hereniging doen deelstaten uit het oosten van Duitsland ook mee. Sinds 1949 zijn er acht bondskanseliers in Duitsland geweest:
Duitse bondskanseliers
Wat voor politiek systeem kent Duitsland?
Duitsland is een democratisch-parlementaire bondsstaat. Het Duitse parlement wordt de Bundestag (Bondsdag) genoemd en bestaat uit minimaal 598 zetels. De Bondsdag is het wetgevende orgaan. De bondskanselier is de regeringsleider en wordt gekozen door de leden van de Bondsdag. Ook is er een bondspresident, het eigenlijke staatshoofd. Dit is in praktijk echter een ceremoniële functie – de uitvoerende macht ligt bij de bondskanselier en de regering. Het parlement is eerst gevestigd in Bonn, maar verblijft sinds de restauratie van het Rijksdaggebouw in 1999 in Berlijn.
Wat voor kiesstelsel is er in Duitsland?
Het kiesstelsel in Duitsland is gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging, maar bevat ook elementen van een districtenstelsel en een meerderheidsstelsel. Dat laatste komt deels door de kiesdrempel van vijf procent. Een partij moet minimaal vijf procent van de stemmen behalen om in het parlement te komen. Hiermee wordt versplintering van de politiek tegengegaan. Tijdens de verkiezingen mag iedere Duitser twee stemmen uitbrengen: een stem op een lokale kandidaat en een op een landelijke partij. Beide zijn goed voor de helft van de zetels. Hierdoor bestaat de Bondsdag zowel uit lokale als landelijke vertegenwoordigers.
Kiesdistrict
De Erststimme (eerste stem) is te vinden op de linkerkant van het stembiljet. De Duitsers kunnen hier stemmen op een lokale vertegenwoordiger. Duitsland is verdeeld in 299 kiesdistricten – uit ieder kiesdistrict gaat één afgevaardigde door. Het gaat hier om een winner-takes-all-principe: de kandidaat met het grootste percentage stemmen gaat direct door naar de Bondsdag.
Bondsdag
De Zweitstimme (tweede stem) volgt aan de rechterkant van het biljet. Daar kan worden gestemd op een landelijke partij. Landelijke partijen mogen in iedere deelstaat meedoen, maar kleinere partijen kiezen er vaak voor om slechts in een aantal deelstaten mee te doen. Iedere partij kiest zelf zijn vertegenwoordigers. De uitslag van deze verkiezing is goed voor de andere helft van de zetels.
Telling
Bij de telling wordt eerst gekeken naar het percentage stemmen – partijen met minder dan vijf procent vallen af. Vervolgens wordt er gekeken naar de stemmen per deelstaat. Het is de bedoeling dat de landelijke partijen vanuit de deelstaten waar zij een hoog percentage stemmen hebben gehaald ook de meeste zetels aanleveren. Daarnaast geldt nog steeds het principe van evenredige vertegenwoordiging. Dus wanneer een partij twintig procent van de stemmen haalt, behoort deze ook twintig procent van de beschikbare 598 zetels te krijgen. Maar omdat de kandidaten uit het kiesdistrict al direct verkozen zijn, moeten de beschikbare zetels eerst opgevuld worden met kandidaten uit het district - ook wel Direktmandate genoemd. Pas daarna worden de overige zetels aangevuld met partijleden uit de algemene verkiezingen.
Soms komt het echter voor dat een partij in een deelstaat meer directmandaten heeft gewonnen dan dat de partij aan zetels mag verdelen in die betreffende deelstaat. In dat geval mogen alle al gekozen kandidaten toch de Bondsdag in. De Duitsers noemen dit Überhangmandate (overhangmandaat). Om er toch voor te zorgen dat er sprake is van evenredige vertegenwoordiging, wordt de verhouding rechtgetrokken met het Ausgleichmandat (compensatiemandaat). De partijen zonder overhangmandaat krijgen dan extra zetels ter compensatie. Hierdoor is het mogelijk dat er meer zetels in het parlement zijn dan de voorgestelde 598 zetels.
Wie zijn de belangrijkste spelers in de Duitse politiek?
In Duitsland zijn er – mede door de kiesdrempel – minder partijen in het parlement te vinden dan in Nederland. Bij de Bondsdagverkiezingen gaat de strijd dan ook meestal tussen een aantal grote partijen. Momenteel zijn de zes grootste partijen:
- Christlich Demokratische Union Deutschlands (CDU) – centrumrechts, christelijk.
- Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) – centrumlinks, sociaaldemocratisch.
- Freie Demokratische Partei (FDP) – liberaal.
- Die Linke – sociaaldemocratisch, links.
- Bündnis 90/Die Grünen– centrumlinks, groen.
- Alternative für Deutschland (AFD) – rechts-populistisch, eurosceptisch.
De CDU en SPD duelleren al jaren om de macht – de ene verkiezing in het voordeel van de een, de andere keer in het voordeel van de ander. Sinds 1949 hebben partijleiders van deze partijen dan ook altijd de rol van bondskanselier ingevuld.
De CDU is een landelijke partij, maar bestaat in de deelstaat Beieren niet. Daar is hun zusterpartij, de Christlich-Soziale Union (CSU), actief. Bij het vormen van de Bondsdag werken deze partijen samen. Deze combinatie CDU-CSU wordt dan ook wel ‘Die Union’ genoemd. De CDU is de eerste partij die na de Tweede Wereldoorlog de grootste wordt. Tot 1969 blijft de partij aan de macht, onder leiding van Konrad Adenauer, Ludwig Erhard en Kurt Georg Kiesinger. Na een aantal jaar de oppositie te hebben aangevoerd, begint vanaf 1982 het tijdperk-Kohl. Bondskanselier Helmut Kohl blijft maar liefst tot 1998 het hoofd van de regering, in een periode die draait om de Duitse hereniging. Na een partijschandaal in 1999 moet de CDU zich eerst herpakken – dit gebeurt als Angela Merkel in 2005 de eerste vrouwelijke bondskanselier van Duitsland wordt. Zij blijft bondskanselier tot 2021.
De SPD is vaker aan de kant van de oppositie te vinden. Toch voert de partij van 1969 tot 1982 Duitsland aan onder leiding van Willy Brandt en Helmut Schmidt. Vanaf 1998 vormt de SPD een coalitie met De Groenen, onder Gerhard Schröder. De partij heeft het moeilijk, net als veel andere sociaaldemocratische partijen in Europa. Maar weet in 2021 een regeringscoalitie te vormen waarin SPD, Bündnis90/Grünen en FDP zitting hebben. Olaf Scholz wordt bondskanselier.
Duitsland kent sinds 2013 ook een rechts-populistische partij Alternative für Deutschland (AfD). Waar de partij in 2013 de kiesdrempel net niet haalt, komt AfD in 2017 met 12,6 procent van de stemmen voor het eerst in de Bondsdag. De weerstand van een deel van de bevolking tegen het ruimhartige vluchtelingenbeleid is een belangrijke reden voor de winst van AfD. De rechts-radicale partij is inmiddels de vijfde partij in Duitsland en wordt door haar standpunten door de binnenlandse veiligheidsdienst als 'verdacht' aangemerkt.
Een van de leiders van de partij, Alexander Gauland, betoogt in bijvoorbeeld in 2017 dat Duitsland een streep moet zetten onder het naziverleden. "Duitsers hebben het recht om trots te zijn op de prestaties van Duitse soldaten in de Eerste en Tweede Wereldoorlog.” In een aantal Duitse steden zijn op de verkiezingsavond in dat jaar betogingen tegen de verkiezing van AfD in de Bondsdag.
In het kort
Er worden sinds 1949 democratische verkiezingen gehouden in Duitsland. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog vindt er decentralisatie van de politieke macht plaats en worden extremistische partijen verboden.
Eens in de vier jaar wordt er gestemd. Duitsers stemmen tweemaal: eerst op een kandidaat uit het kiesdistrict en vervolgens op een landelijke partij.
Er is een kiesdrempel ingesteld ter voorkoming van versplintering. Hierdoor bestaat het Duitse parlement uit een klein aantal grotere partijen.
Duitsland kent vijf grote partijen. De sociaaldemocratische SPD, het centrum-rechtse CDU, de liberale FDP, de groenen Bündnis90/De Grünen, de linkse Die Linke en het rechts-radicale Alternative für Deutschland (AfD).
En je weet het!
Anderen het laten weten?