Als jonge soldaat vecht Adolf Hitler mee in de Eerste Wereldoorlog. Duitsland verliest in 1918 de strijd.
Het land moet veel herstelgeld betalen aan Frankrijk en België, grondgebied inleveren en het leger verkleinen. En daar zijn Hitler – en veel Duitsers – woedend over: ze voelen zich verraden.
Hitler werkt zich op in de rechtse arbeiderspartij en verspreidt zijn radicale ideeën. Al snel staat hij bekend om zijn felle speeches, waarmee hij weet in te spelen op de grote onvrede onder de Duitse bevolking.
Steeds meer mensen sluiten zich bij de partij aan, die verder gaat als de NSDAP. Volgers noemen zichzelf nationaalsocialisten. Daar komt ook de naam ‘nazi’ vandaan.
De Oorlog - NTR
In 1923 probeert Hitler de macht te grijpen, maar dit mislukt. In de gevangenis werkt hij aan het beruchte boek Mein Kampf.
In zijn boek geeft Hitler Joden de schuld van alle problemen. Jodenhaat is niet nieuw: Joden zijn al eeuwenlang mikpunt van racisme. Als Hitler een jaar later vrijkomt, verspreidt hij zijn racistische ideeën tijdens enorme bijeenkomsten.
In de jaren dertig stort de Duitse economie in en dat betekent: grote werkloosheid, veel protesten en groot wantrouwen in de politiek.
Met nepnieuws en eenzijdige informatie speelt de NSDAP slim in op de onvrede.
Hitlers partij belooft werk en een uitweg uit de diepe crisis en grote armoede. Die beloftes maken Hitler steeds populairder.
Maar de verkiezing tot Duits staatshoofd weet Hitler in 1932 nét niet te winnen van Von Hindenburg.
Een deel van de machthebbers en zakenlui wil gebruik maken van Hitlers populariteit. Daarom schuift Von Hindenburg Hitler een jaar later alsnog naar voren als rijkskanselier – het hoofd van de Duitse regering.
De Oorlog - NTR
Hitler grijpt zijn kans.
Terwijl Von Hindenburg op sterven ligt, trekt Hitler in 1933 alle macht naar zich toe door de Grondwet aan te passen. Onder Hitler verandert Duitsland van een democratie in een dictatuur.
Tegenstanders ruimt hij met terreur en geweld uit de weg. Ook pakt hij alle burgerrechten van Joden af.
Uiteindelijk leidt zijn Jodenhaat tot systematische uitroeiing van zes miljoen Joden in concentratiekampen.
In totaal komen er in de Tweede Wereldoorlog naar schatting tussen de 55 en 70 miljoen burgers en militairen om.