Brazilië (B), Rusland (R), India (I), China (C) en Zuid-Afrika (S - van het Engelse South-Africa) zijn de Grote Vijf, de oorspronkelijke leden van de organisatie. De BRICS-landen hebben kritiek op de grote macht en de ideeën van het Westen en de G7. Ze zijn daarom een eigen samenwerkingsorganisatie begonnen als alternatief, om de macht van het Westen te verkleinen.

In 2001 gebruikt de Amerikaanse econoom Jim O’Neill de term ‘BRIC’ (dan nog zonder de ‘S’ van Zuid-Afrika) voor het eerst. Hij ziet dat deze landen een vergelijkbare economische ontwikkeling doormaken. In 2009 komen de BRIC-landen voor het eerst bij elkaar en richten ze de organisatie op. Een jaar later voegt Zuid-Afrika zich ook bij de groep. De landen werken samen op het politiek-economisch gebied. Zo handelen ze onder andere veel in grondstoffen en hebben ze een eigen ontwikkelingsbank opgericht, de New Development Bank (ND).

Veel landen willen zich bij de samenwerking aansluiten. In 2024 komen er na overleg vijf nieuwe landen bij: Egypte, Ethiopië, Iran, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Ruim 40% van de wereldbevolking woont in een van de 10 BRICS-landen en ze bezitten een groeiend aandeel in de wereldeconomie. Deskundigen verwachten dat hun economisch-politieke macht op de wereld steeds groter zal worden.