Hoe gezond zijn vleesvervangers?
Hoe gezond zijn vleesvervangers?
Laatste update: 25-04-2023
Wie minder vlees wil eten, is al lang niet meer aangewezen op kikkererwten of sponzige tofublokken. Van rookworst tot spekjes en paté, je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat tegenwoordig een vega-variant van. Maar hoe gezond zijn die vleesvervangers eigenlijk? En zijn vegaproducten echt zoveel duurzamer dan vlees?
Redacteur: Jessie van den Broek
Waar worden vleesvervangers van gemaakt?
De meeste vleesvervangers hebben sojabonen als belangrijkste grondstof. Daar zitten hoogwaardige eiwitten, ijzer en vitamine B1 in, en dat maakt soja een goed alternatief voor vlees. Ook qua textuur komt soja – vooral in combinatie met tarwegluten – behoorlijk dicht bij echt vlees in de buurt. Daar is wel een uitgebreid bewerkingsproces voor nodig, maar dan heb je ook wat: een vlezige vegaburger of wokstukjes die nauwelijks te onderscheiden zijn van kip.
In veel vegaburgers zijn naast soja ook nog andere eiwitbronnen verwerkt, zoals ei, tarwe of kikkererwten. En in sommige producten zit helemaal geen soja, maar alleen bijvoorbeeld kaas, of mycoproteïne – eiwitten afkomstig van schimmels.
Als je geen vlees eet loop je soms een groter risico op een tekort op vitamine B12 en ijzer. Daarom voegen sommige fabrikanten van vleesvervangers deze voedingsstoffen, die van nature in vlees zitten, toe aan hun producten.
Vleesvervangers zijn er in alle soorten en maten: ook bijvoorbeeld linzen, tofu en eieren zijn alternatieven voor vlees. Deze tekst gaat alleen over kant-en-klare vleesvervangers, zoals vegaburgers en vegetarische balletjes.
Zijn vegaproducten gezond?
Het goede nieuws is dat de meeste vleesvervangers veel eiwitten bevatten. In dat opzicht is de vegaburger dus een goed alternatief voor vlees. Bovendien verlagen peulvruchten – waar soja onder valt – je LDL-cholesterol, en helpen zo je bloedvaten gezond te houden.
Toch zijn veel vegaproducten volgens het Voedingscentrum niet zo gezond, omdat er vaak veel zout en verzadigd vet in zit. Sommige vleesvervangers bevatten meer dan 2 gram zout per 100 gram, en dan zit je al snel aan de maximale aanbevolen hoeveelheid per dag (6 gram). In een test komt de Consumentenbond tot een vergelijkbare conclusie: de meeste vegaburgers zijn te zout.
Dat wil trouwens niet zeggen dat vleesvervangers ongezonder zijn dan allerlei andere voedingsmiddelen. Aan bewerkt vlees bijvoorbeeld, zoals rookworst of hamburgers, is ook heel veel zout toegevoegd. De gemiddelde ‘echte’ hotdog is in dat opzicht net zo ongezond als een vegetarische. Op het gebied van verzadigde vetten doen veel vegaproducten het overigens wél een stuk beter dan bewerkt vlees. Het percentage verzadigd vet is hierin een stuk lager.
Dat er zoveel zout in vleesvervangers zit, heeft vooral te maken met smaak. Vlees krijgt bij het braden een lekkere smaak en geur door de maillardreactie, maar bij sojabonen gebeurt dat niet. Fabrikanten van vegavlees moeten dus andere manieren vinden om hun producten lekker te maken, en dat doen ze met behulp van kruiden en smaakversterker zout.
Krijgen mannen borsten van soja?
Soja bevat vrouwelijke hormonen, die allerlei gezondheidseffecten zouden hebben – zowel negatieve als positieve. Er gaan zelfs verhalen rond dat mannen borstgroei krijgen van soja, en dat het bij vrouwen de kans op borstkanker verkleint.
Maar er klopt weinig van deze beweringen, voor zover we nu uit onderzoek kunnen concluderen. In soja zitten inderdaad fyto-oestrogenen, stofjes die lijken op het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Maar het effect van deze ‘plantaardige hormonen’ is veel minder sterk. Uit onderzoek blijkt dat de effecten van fyto-oestrogenen bij een normale inname van soja erg klein of zelfs helemaal niet aantoonbaar zijn. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) onderzocht allerlei beweringen over soja, maar beoordeelde ze als niet of onvoldoende onderbouwd.
Zijn vleesvervangers beter voor het milieu dan vlees?
De productie van vleesvervangers zorgt in veel gevallen voor minder uitstoot van broeikasgassen dan het produceren van vlees. Op het gebied van milieubelasting staat rundvlees nog altijd met stip op één. Koeien hebben niet alleen heel veel voer nodig, ze stoten ook nog eens grote hoeveelheden methaan uit via hun scheten, boeren en mest. Kaasproducten zijn bijna net zo schadelijk voor het milieu als vlees. Maar kippen daarentegen zijn minder schadelijk voor het milieu. Ze eten minder voer en stoten minder broeikasgassen uit. Of een vleesvervanger duurzamer is, hangt af van wat er precies in zit en hoe ze gemaakt zijn. De meeste vleesvervangers scoren wat betreft milieubelasting onder de kip, zoals je kunt zien in deze grafiek:
Aan het moment dat die vegaburger op je bord ligt, gaat een lang en vaak weinig duurzaam proces vooraf. Om de eiwitten uit de sojaboon te krijgen, zijn namelijk veel stappen nodig. Soms komen de bonen van ver, zijn er giftige stoffen nodig om ze te verwerken en kost het veel energie om ze te drogen. Het kan wel beter en efficiënter, weten we uit onderzoek. Zo kunnen we sojabonen op een duurzamere manier verwerken en kunnen we ze in Nederland verbouwen, zodat er minder transport nodig is. Hierdoor kunnen vleesvervangers geleidelijk aan steeds duurzamer worden.
Meer weten over de duurzaamheid van vleesvervangers? Bekijk dan onze video.
In het kort
De meeste vleesvervangers hebben sojabonen als belangrijkste grondstof, vaak in combinatie met eiwitten uit bijvoorbeeld tarwe of ei.
Veel kant-en-klare vleesvervangers zijn rijk aan eiwitten, maar bevatten ook veel verzadigde vetten en zout. Net als bewerkt vlees maakt dat veel vegaproducten minder gezond.
In soja zitten fyto-oestrogenen, stofjes die lijken op het vrouwelijke hormoon oestrogeen. De gezondheidseffecten daarvan zijn erg klein of zijn zelfs helemaal niet aantoonbaar.
Of een vleesvervanger duurzamer is, hangt af van wat er precies in zit en hoe ze gemaakt zijn. Het proces om eiwitten uit de sojaboon te krijgen is bijvoorbeeld bewerkelijk en vaak weinig duurzaam.
En je weet het!
Anderen het laten weten?