Hoe verdient een componist zijn brood?
Hoe verdient een componist zijn brood?
Laatste update: 26-04-2024
Tegenwoordig is overal om ons heen muziek. Die is natuurlijk allemaal bedacht, maar door wie? We kennen de zangers en muzikanten, maar niet de mensen die de muziek hebben gecomponeerd. Van musici weten we dat ze geld krijgen voor optredens en opnamen, maar hoe worden componisten door de eeuwen betaald? Wat weten we daarvan?
Bach, Mozart en Beethoven - wie kent ze niet? Het zijn onbetwist de grootste componisten uit de geschiedenis. Miljoenen mensen kennen en houden van hun muziek, honderdduizenden musici spelen hun composities. Als we hun status vergelijken met de ongekend populaire helden van het voetbal komen alleen namen als Cruijff, Pelé en Maradona in aanmerking. Gezien de enorme salarissen die nu in die sport omgaan, zou je verwachten dat Bach, Mozart en Beethoven tijdens hun leven rijk en beroemd waren. Niets is minder waar.
De heldenverering die de grote klassieke componisten nu ten deel valt, is pas van de laatste twee eeuwen. Daarvoor zijn musici vaak anoniem en hebben andere inkomstenbronnen. Of een mecenas, een gulle gever die de schone kunsten een warm hart toedraagt. Een kort historisch overzicht.
Welke rol spelen kerk en adel?
Geld speelt nog geen rol in de oorsprong van de westerse klassieke muziek, die bij het gregoriaans ligt. Dit - nog altijd in de katholieke kerk te horen - middeleeuwse gezang wordt gecomponeerd door anonieme zingende priesters en monniken. Ze worden dus onderhouden door de kerk, en de adel. De virtuoze zangers geven de eenstemmige gezangen mondeling door. Pas na eeuwen ontdekken de monniken hoe ze de melodieën en ritmes van hun composities kunnen opschrijven.
Met het noteren van het gregoriaans kan er door de katholieke kerk eenheid worden gebracht in de liturgie. Hoewel de muziek makkelijker door heel Europa te verspreiden is, verandert er voor componisten aanvankelijk niets. Pas later in de middeleeuwen schrijven ze hun naam onder hun gezangen. En dat is natuurlijk wel een voorwaarde om roem en rijkdom te vergaren. De eerste bij naam bekende componist is Hildegard von Bingen. Zij is een Duitse kloosterlinge uit de 12e eeuw die ongeveer 75 liturgische gezangen componeert en één mysteriespel, een soort religieuze opera.
Componisten zetten steeds vaker hun naam onder hun stukken in de late middeleeuwen, waarin de meerstemmige muziek ontstaat. Werk dat in de loop der jaren steeds ingewikkelder wordt. Componisten oefenen een hoogstaand ambacht uit en worden daarom bewonderd. Hoewel ze financieel afhankelijk blijven van kerk en adel, zijn ze door heel Europa beroemd. Onder hen de componisten uit de lage landen, die vaak ook uitstekende zangers zijn.
Soms worden ze zelfs weggekocht door Spaanse en Italiaanse hoven om te zingen in de kathedrale koren van Zuid-Europa. Hun composities worden in prachtige handschriften opgetekend en gekopieerd en graven, hertogen, bisschoppen en zelfs pausen pronken ermee. De roem van de componist is groot, terwijl hij nog altijd dienst doet als koorzanger of muziekleraar, of, als het meezit, administratief of diplomatiek werk heeft.
Wanneer wordt de componist zelfstandig?
De afhankelijkheid verandert pas met de ontwikkeling van de boekdrukkunst in 1453 en in het kielzog daarvan de muziekdrukkunst (begin 16e eeuw). De adel en de kerk verliezen hun privilege op bladmuziek. Wat ontstaat is een heel nieuwe koopmanstak van uitgevers die bladmuziek in grote oplagen produceren tegen een schappelijke prijs. Componisten gaan delen in de verkoop en krijgen soms bij bewezen succes een voorschot. Ziedaar het ontstaan van een economisch model dat het leven van de componist tot op heden bepaalt: de gemengde beroepspraktijk.
Componisten hebben in het dagelijkse leven een of ander beroep en verdienen met componeren in meer of mindere mate wat bij. Vaak zijn ze ook muzikant: ze leven van het geven van concerten, al dan niet met eigen werk. Het leraarschap komt door de eeuwen heen ook terug. Componisten zijn heel vaak docent, van muziek of geschiedenis, of ze zijn pianoleraar. Zelfs Ludwig van Beethoven geeft jarenlang pianoles aan de jonge dochters van de adel. Sterker nog: een van zijn populairste pianowerken is de bagatelle (niemendalletje) Für Elise. Dit is het stereotiepe oefenstuk voor de pianoles. Je zult geen pianist vinden die dit als kind niet tot vervelens toe heeft moeten repeteren.
Zelfs Ludwig van Beethoven geeft jarenlang pianoles aan de jonge dochters van de adel.
Wat leveren gezangboekjes en klaviermuziek op?
In de 16e en 17e eeuw kan er goed geld verdiend worden met de verkoop van gezangboekjes en klaviermuziek. De burgers in de steden worden stilaan rijker en hebben ook meer vrije tijd om thuis muziek te maken. In de katholieke mis overheerst het middeleeuwse gregoriaans, maar voor de dan nog jonge protestantse eredienst moeten nieuwe gezangen worden gecomponeerd. Kerkliederen die ook vaak thuis worden gezongen. Daar moeten natuurlijk boeken voor komen.
Bovendien raakt het bespelen van een virginaal of klavecimbel in zwang bij vooral de dochters van de burgerij. Zo doen de handelsfamilies de adel - waar ze erg tegenop kijken - een beetje na. En dat is allemaal goed voor de handel in bladmuziek. Want er is veel behoefte aan nieuwe muziek en niet te vergeten oefenmateriaal. Er komen ook componisten die zelf uitgever worden. Die verdienen dan dubbel en dat tikt aan. Royalties – een bedrag per verkocht boek – zijn er anders dan in onze tijd nog niet. De componist krijgt één bedrag op afspraak en wordt als het ware uitgekocht.
Waardoor nemen de opdrachten toe?
Omdat componisten steeds vaker internationaal beroemd zijn, wordt het verlenen van een opdracht steeds populairder. Hoe geweldig is het voor een welgestelde een stuk te laten schrijven door een bekende componist? Dat er op je verjaardag een serenade op maat klinkt? Of je dochter op een feestje een pianosonate speelt die speciaal voor haar gecomponeerd is? Goed voor de business. De componist schrijft in de 18e eeuw steeds vaker op bestelling voor bijzondere gelegenheden als verjaardagen, bruiloften en begrafenissen.
Een bekend voorbeeld van een opdrachtwerk is het Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart. Beroemd vanwege de geniale muziek, maar ook omdat het een atypische opdracht is. Graaf Franz von Walsegg bestelt de dodenmis in 1791 om er de sterfdag van zijn vrouw mee te herdenken. Hij verstrekt de opdracht via een mysterieuze tussenpersoon en tegen een fors bedrag, dat de in schulden verkerende Mozart goed kan gebruiken. Er zijn wel enkele voorwaarden, waaronder een bizarre: de componist moet anoniem blijven. Waarschijnlijk wil de graaf iedereen wijsmaken dat hij de muziek zelf geschreven heeft. Mozart sterft een paar weken later en laat het werk onvoltooid.
Op verzoek van zijn vrouw Constanze maakt een jonge vriend het af, maar dit houdt de weduwe voor iedereen verborgen: een compositie waarmee een ander heeft geknoeid levert minder op. Het werk gaat twee jaar later als Mozarts Requiem in première op een benefietconcert voor de weduwe en haar kinderen. Pas daarna wordt het ingeleverd bij de tussenpersoon. Constanze krijgt alsnog betaald, hoewel de graaf het werk nooit als van hemzelf kan afficheren.
Wanneer wordt de componist een ondernemer?
Vanaf de 18e eeuw ontpopt de componist zich ook als ondernemer, met de Duitser Georg Friedrich Händel als schoolvoorbeeld. Hij is in die tijd de bekendste componist van Engeland, waar de opera dan populair en de norm is. Händel is geschoold in Italië en componeert geniale opera’s. Daarnaast wordt hij manager en intendant van de bekendste operahuizen. Hij reist naar Italië om goede zangers te strikken voor wie hij op maat gemaakte muziek schrijft. Hij boekt grote successen totdat de Italiaanse opera in Londen uit de mode raakt. De huizen waar Händel voor werkt raken in het slop. Händels oplossing om weer on top te komen? Overstappen op de nieuwe mode, het oratorium.
In 1742 organiseert hij in Dublin een benefietconcert voor een ziekenhuis en een fonds om schuldenaren vrij te kopen. Het is een groot succes. Zevenhonderd mensen bezoeken de première. Om zoveel mogelijk bezoek te kunnen toelaten moeten de mannen hun sabels thuislaten en mogen de vrouwen geen hoepelrokken aan. Het oratorium wordt overigens in het Engels gezongen en is daarmee begrijpelijk voor iedereen. De geldelijke opbrengst voor het ziekenhuis is aanzienlijk en als gevolg van deze première worden 142 gevangenen vrijgelaten. Twee maanden later organiseert Händel nog een uitvoering. Deze keer is het goede doel zijn eigen portemonnee.
Wanneer doet de mecenas zijn intrede?
De makkelijkste manier om aan geld te komen is natuurlijk dat iemand je het gewoon geeft. In de 19e eeuw bereiken componisten steeds meer een heldenstatus. De tijd van de romantiek blinkt uit in heldenverering. Er waart een golf van nationalisme door Europa en landen zoeken helden uit het verleden om hun nationale trots glans te verlenen. Ook levende componisten kunnen beroemd worden op een manier zoals Bach die nooit kent. Door de opkomende industrialisering zijn er steeds meer rijken en in hun kringen is het chic een kunstenaar te onderhouden. De componist wordt gezien als een ondergewaardeerd genie dat hard moet ploeteren en jong en arm sterft. Not on my watch denken muziekminnaars en worden mecenas.
In Podium Witteman vertelt Floris Kortie over Nadezjda von Meck, mecenas van Pjotr Iljitsj Tsjaikovki, een van de grootste Russische componisten van de 19e eeuw.
Gaius Cilnius Maecenas
Waarom een mecenas 'mecenas' heet? De term komt van Gaius Cilnius Maecenas. Als diplomaat is Maecenas bekend om zijn principe dat je soms vrijgevig moet zijn om later des te meer te kunnen ontvangen. Met zijn gulheid geeft hij naam aan het begrip mecenas: iemand die belangeloos een kunstenaar of wetenschapper van financiële middelen voorziet, zodat deze zich zorgeloos op zijn scheppend werk kan richten.
Mecedas Nadezjda von Meck
Waarom verenigen componisten zich?
Auteursrechten op muziek zijn in de 19e eeuw niet of nauwelijks geregeld en componisten vrezen dat anderen met hun muziek aan de haal gaan. Neem de legendarische violist en componist Niccolò Paganini, hét voorbeeld van iemand die schrijft voor eigen gebruik. Tijdens zijn tournees door Europa speelt hij telkens met een ander, lokaal orkest. De orkestleden krijgen hun partijen vlak voor het concert op de lessenaar en moeten de bladmuziek meteen na afloop weer inleveren. De Italiaanse virtuoos wil niet dat deze in omloop raakt en andere virtuozen met zijn composities goede sier gaan maken.
Om dit risico te ondervangen richt een klein groepje rond componist Jan van Gilse in 1911 het Genootschap van Nederlandse Componisten (GeNeCo) op. Het gezelschap heeft een aantal idealen, waaronder het regelen van een financieel vangnet voor componisten en het auteursrecht, dat in 1912 door de Nederlandse overheid in de wet wordt vastgelegd. Het jaar daarop richt GeNeCo samen met de uitgeverijen het Bureau voor Muziekauteursrecht (Buma) op. Dit gaat de gelden innen waar de componisten dan recht op hebben, voornamelijk vergoedingen voor concerten met hun muziek.
Als dit systeem met de opkomst van de radio en de eerste grammofoons niet meer voldoet, wordt Stemra opgericht. De nieuwe organisatie Buma/Stemra behartigt sindsdien de financiële belangen van alle componisten in Nederland.
Fonds voor componisten
In de roerige jaren zestig zijn veel componisten ontevreden over de programmering van de gevestigde muziekinstellingen, met name de symfonieorkesten. Daarnaast gaan ze op barricades voor een betere honorering en subsidiëring. Vooral dat laatste heeft de positie van componisten tot vandaag de dag verstrekt.
Hoe verdient een componist nu zijn brood?
GeNeCo kent zware tijden, onder andere door een afsplitsing van componisten die zich niet goed vertegenwoordig voelden (Componisten ’96), maar uiteindelijk zijn alle partijen in 2014 door een fusie weer verenigd in het Nieuw Genootschap van Nederlandse Componisten (Nieuw Geneco). Buma/Stemra bestaat ook nog steeds en waakt als een havik over alle ‘openbaarmakingen’ van de nieuwe muziek. Componisten krijgen net als musici een bepaald bedrag als hun werk op de radio te horen is, op cd uitgegeven wordt of afgespeeld op streamingdiensten als Spotify. Ook zijn er tarieven voor concertuitvoeringen, tv-uitzendingen en gebruik voor reclames, films en docu’s.
Zo zijn er componisten die goed van hun werk kunnen leven. Vooral die uit de popmuziek of de reclamewereld. Componisten van musicals, filmmuziek en muziek voor series van bijvoorbeeld Netflix kunnen ook een aardige boterham verdienen. Dit geldt zelfs voor een enkeling in de wereld van de harmonieorkesten, fanfares en brassbands. Toch leeft het overgrote deel van de opvolgers van Bach, Mozart en Beethoven van een bescheiden inkomen en heeft nog altijd een ander beroep voor het hoofdinkomen.
Het Fonds Podiumkunsten kan ook aangesproken worden om een componist te bekostigen. De 62 miljoen die het jaarlijks te verdelen heeft, is echter te weinig om iedere aanvraag toe te kennen. Ook omdat het geld niet alleen beschikbaar is voor muziek, maar ook voor dans, theater en festivals. Vergeleken met de jaren zeventig wordt in Nederland steeds meer verwacht van eigen initiatief. Op subsidiegelden is door de overheid ondanks veel protest drastisch bezuinigd en bij toekenning van aanvragen worden steeds meer eisen gesteld.
De veranderingen in de maatschappij leiden ertoe dat ook tegenwoordig rijke mensen zich steeds meer als mecenas opwerpen (waarbij de overheid ze een belastingvoordeel geeft omdat ze de schone kunsten steunen). Want: met een beetje spaargeld en bescheiden eisen is er van alles mogelijk.
In het kort
Geld speelt nog geen rol in de oorsprong van de westerse klassieke muziek, het gregoriaans. De middeleeuwse gezangen worden gecomponeerd door monniken, onderhouden door kerk en adel.
De afhankelijkheid verandert met de ontwikkeling van de muziekdrukkunst (begin 16e eeuw). Uitgevers kunnen dan bladmuziek in grote oplagen gaan produceren tegen een schappelijke prijs.
In de 16e en 17e eeuw kan er goed geld verdiend worden met de verkoop van gezangboekjes en klaviermuziek. De burgers worden rijker en hebben ook meer vrije tijd om thuis muziek te maken.
Omdat componisten steeds vaker internationaal beroemd zijn, wordt het verlenen van een opdracht steeds populairder. Ze schrijven in de 18e eeuw op bestelling voor bijzondere gelegenheden.
Vanaf de 18e eeuw ontpopt de componist zich ook als ondernemer, met de Duitse Händel als schoolvoorbeeld. Naast geniaal componist is hij manager en intendant van de bekendste operahuizen.
In de 19e eeuw zijn componisten helden en worden ze door rijken onderhouden. Zo'n 'sponsor' heet een mecenas, vernoemd naar een voorname Romein, beschermheer van beroemde schrijvers.
Uit vrees dat anderen met hun werk aan de haal gaan wordt in 1911 het Genootschap van Nederlandse Componisten opgericht, dat zich hard maakt voor auteursrechten en een financieel vangnet.
En je weet het!
Anderen het laten weten?