Waarom waren er zo veel bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Waarom waren er zo veel bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Laatste update: 24-04-2024
Ruim 700 doden na het bombardement op Nijmegen, zo’n 30.000 in Londen, meer dan 45.000 in Hamburg: het is een greep uit de eindeloze lijsten met burgerslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Waarom bombarderen de Duitsers en de geallieerden tussen 1940 en 1945 zo veel binnensteden vol onschuldige burgers?
Redacteur: Anne Verwaaij
Waarom willen de Duitsers en de geallieerden WOII winnen met een luchtoorlog?
Zij verwachten dat zij sneller een oorlog kunnen winnen door de inzet van vliegtuigen. Die gedachte komt op tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Amerikaanse piloot Billy Mitchel vliegt in 1917 met een Franse piloot over de loopgraven: “In een paar minuten staken we met ons vliegtuig de linies over, waarbij de legers al drie jaar lang aan het worstelen waren en niet in staat waren om ook maar een meter op te rukken.” Mitchell realiseert zich op dat moment dat “de kunst van het oorlog voeren drastisch dient te worden aangepast”. Hij neemt in 1918 het initiatief voor een groot luchtoffensief waarbij hij de Duitsers aanvalt met jachtvliegtuigen en bommenwerpers.
Al in de achttiende eeuw zetten legers vliegende objecten in, zoals ballonnen en zeppelins, om via de lucht het slagveld te verkennen. Dat is in eerste instantie ook de manier waarop vliegtuigen een rol gaan spelen in de oorlogsvoering. Maar de introductie van bommen en wapens aan boord van vliegtuigen tijdens de Eerste Wereldoorlog verandert de militaire strategie compleet.
Na de Eerste Wereldoorlog ziet Mitchel het als zijn missie om de Amerikaanse legertop ervan te overtuigen dat ze de volgende oorlog in de lucht moeten winnen. Zowel de Duitsers als de Britten zien heil in deze nieuwe tactiek. De tijd van man-tot-mangevechten zoals tijdens de laatste gruwelijke loopgravenoorlog zou voorbij zijn. De vijand is dankzij deze moderne oorlogvoering bovendien ineens veel dichterbij, op enkele uren vliegen.
Zowel de geallieerden als de Duitsers richten zich daarom bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op de strategische bombardementen. Door fabrieken en verbindingslijnen zoals bruggen te bombarderen, verlammen ze elkaars economie en de opmars van legers. Daarnaast willen ze het moreel van de bevolking aantasten. Duitsland begint met het bombarderen van binnensteden in Nederland en Engeland om de samenleving te ontwrichten en zo een overgave af te dwingen.
Bombardement op Rotterdam
De eerste jaren van de oorlog: bombarderen en luchtgevechten
De capitulatie van Nederland na het bombardement op Rotterdam bewijst dat het bombarderen van burgers een succesvolle tactiek kan zijn. Nadat Nederland, Frankrijk en België zich hebben overgegeven richt Adolf Hitler zich in de zomer van 1940 op het Britse eiland. Hij wil ook hier een doorbraak forceren met de Luftwaffe.
Maar de Britten zijn voorbereid. De Royal Air Force (RAF) groeit meteen na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 een razend tempo. Vanuit het hele Britse Gemenebest laten de Britten honderden vliegtuigen en duizenden militairen voor de luchtmacht overkomen. Door het hele land verschijnen installaties met luchtafweer. Bovendien hebben de Britten vlak voor de oorlog een ingenieus radarsysteem ontwikkeld waarmee ze de Duitse vliegtuigen kunnen zien aankomen.
De Slag om Engeland
Een krachtmeting tussen de RAF en de Luftwaffe volgt. Beide partijen verliezen honderden vliegtuigen en duizenden militairen. Na een van de vele bombardementen op Londen meldt de 16-jarige Harry Irons zich vrijwillig bij de RAF: “Ook al zag ik eruit als een schooljongen, ik werd aangenomen. Ze zeiden dat ik een radioman/schutter zou worden. Dat was begin 1941.”
De Duitse jagers
De Britten draaien nu onder leiding van premier Winston Churchill de rollen om. Ze vallen Duitsland aan, vanaf 1942 met hulp van de Amerikaanse Achtste Luchtmacht. Voor veel militairen van de RAF lijken deze bombardementen op zelfmoordmissies, want ook de Duitsers hebben hun grondgebied goed beschermd met zoeklichten, luchtafweer en jachtvliegtuigen.
RAF-veteraan Harry Irons herinnert zich dat hij iedere keer bang is, maar na tien vluchten weet hij wel wat hij kan verwachten: “De Duitse jagers waren het grootste gevaar, echt gevaar. Ze zaten achter ons aan. Die Duitse jagers waren goed, geen twijfel aan. Ze gaven een salvo en het toestel ontplofte dan in de lucht. We hebben veel kisten boven het IJsselmeer verloren.”
In 1942 is het toestel van de Amerikaanse piloot Donald Swenson zo vaak geraakt tijdens een bombardement boven Lille dat twee van zijn vier motoren niet meer werken. Het vliegtuig stort op de terugweg langzaam neer boven zee. Swenson: “Het water zag er ijskoud uit. Ik had gehoord dat als je op water landt en je klapt tegen een golf, het zo’n beetje dezelfde uitwerking heeft als wanneer je tegen een betonnen muur vliegt.”
Waarom een luchtoorlog WOII niet kan beëindigen
Na een luchtoorlog van drie jaar zien Churchill en de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt in dat ze hun strategie moeten veranderen. De bombardementen alleen zullen niet leiden tot de ondergang van Duitsland. Bovendien hebben de bombardementen al duizenden onschuldige burgers gedood en zijn de vluchten te vaak zelfmoordmissies voor de geallieerde piloten.
De RAF en de Achtste Luchtmacht starten daarom op 18 mei 1943 met het Combined Bomber Offensive. Ze vallen stelselmatig strategische doelen aan om de Duitse strijdmacht te verzwakken en de weg vrij te maken voor een invasie van Europa door grondtroepen.
De Amerikanen vergroten hun vloot van 365 naar 2700 vliegtuigen om operatie Pointblank mogelijk te maken. Ze voeren overdag precisiebombardementen op bijvoorbeeld wapenfabrieken en de Britten bombarderen ’s avonds het gebied rond het doel om herstel onmogelijk te maken.
Black Thursday
De nieuwe tactiek van de geallieerden vermindert het aantal dodelijke slachtoffers niet. Integendeel: op 27 juli 1943 komen 45.000 bewoners van Hamburg om door een bombardement dat een enorme vuurstorm veroorzaakt. Onder de slachtoffers zijn voornamelijk vrouwen, kinderen en ouderen. Anno 2018 vragen historici zich nog steeds af of de Britse luchtmaarschalk achter dit tapijtbombardement, Arthur ‘Bomber’ Harris, niet een oorlogsmisdadiger is.
Ook in Nederland treft Pointblank onschuldige burgers. In het najaar van 1943 zien geallieerde vliegers Enschede aan voor Münster en doden ze 151 bewoners.
Vier dagen na het bombardement op Enschede vertrekken 291 vliegtuigen van de Achtste Luchtmacht naar Schweinfurt. 258 kisten raken beschadigd, 82 keren niet terug van de missie. Deze dag krijgt de naam Black Thursday, hierna schorten de geallieerden hun dagbombardementen op.
Big Week
Maar de hoop om een doorbraak te forceren met de luchtoorlog is nog niet verdwenen. In februari 1944 proberen de geallieerden het nog één keer tijdens een zogenaamde Big Week met een golf van duizenden luchtaanvallen op de Duitse luchtvaartindustrie.
Op de derde dag stijgen ruim duizend vliegtuigen op in Engeland. Het doel is om zes steden in Duitsland te bombarderen, maar eenmaal in de lucht blijken de weersomstandigheden te slecht. De Engelse basis roept de vliegers terug. De recall resulteert al snel in een enorme chaos in de lucht. De piloten proberen om te draaien en raken daardoor uit formatie.
Nijmegen
Een deel van de vliegers wil niet terugkeren zonder te bombarderen. Ze kiezen een nieuw doel, een gelegenheidsdoel. Hiervoor hebben ze specifieke instructies gekregen. De voorkeur gaat uit naar vliegvelden, spoorwegen of fabrieken. Boven Nijmegen is de lucht kraakhelder en in de stad ligt een groot spoorwegemplacement. Het is een ideaal doelwit.
Bombardement op Nijmegen
Het bombardement op Nijmegen is een van de grootste rampen die Nederland in de twintigste eeuw treft, met duizenden gewonden, 1250 verwoeste huizen en bijna 800 doden. “We hebben een voltreffer midden op het huis gehad. Alles dampte en rookte en het was een stofboel van jewelste. Het hele huis lag over straat. Bij die ramp zijn mijn moeder en vijf van mijn broers en zusjes overleden”, vertelt J. Brinkhoff in Andere Tijden.
Uiteindelijk kunnen de geallieerden niet meer om een invasie van Europa heen. Het plan dat ze al jarenlang hebben voorbereid voeren ze uit op 6 juni 1944. D-Day is een feit. De luchtmacht speelt hierbij een onmisbare rol. Met aanvallen ondersteunen ze de landmacht en de marine. Daarnaast zetten de Amerikanen voor het eerst speciale troepen in die via vliegtuigen gedropt worden in vijandig gebied: de Airborne. Dankzij de invasie weten de geallieerden nazi-Duitsland in mei 1945 te verslaan.
Op zoek naar vermiste piloten in Nederland
De luchtoorlog is inmiddels meer dan 75 jaar voorbij, maar nog altijd zijn tienduizenden militairen vermist die de luchtaanvallen hebben uitgevoerd. In Soesterberg doen onderzoekers van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) nog dagelijks pogingen om deze vermiste militairen te vinden. “Het minste wat we kunnen doen is naar ze op zoek gaan. Het is letterlijk iemand zijn identiteit teruggeven. Er weer een mens van maken”, vertelt kapitein Geert Jonker.
Naar schatting zijn zo’n 6000 vliegtuigen boven Nederlands grondgebied neergeschoten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veel wrakken liggen nog altijd verborgen in de grond of in zee. In 2016 is nog een vliegtuig met de stoffelijke resten van twee Poolse militairen teruggevonden in het IJsselmeer.
Sergeant-majoor Els Schiltmans was betrokken bij de identificatie van de militairen. Ze vertelt over haar werk bij de BIDKL: “Ik wil weten wie jij bent, zodat we je terug kunnen geven aan de mensen die ooit van je gehouden hebben.” Schiltmans en haar collega’s weten de identiteit van de militairen te achterhalen. Ze zijn opnieuw begraven in Amsterdam in aanwezigheid van hun familie, die hen meer dan zeventig jaar heeft moeten missen.
Ik wil weten wie je bent
In het kort
Tijdens de Eerste Wereldoorlog verandert de rol van vliegtuigen, van het gebruik van vliegtuigen voor de verkenning van het slagveld naar het gebruik van vliegtuigen als wapens: jachtvliegtuigen en bommenwerpers.
Zowel de Duitsers als de geallieerden denken dat ze de Tweede Wereldoorlog moeten winnen in de lucht. De Luftwaffe, RAF en Achtste Luchtmacht voeren strategische bombardementen om elkaars economie te verlammen en het moreel van de bevolking aan te tasten.
In 1943 veranderen de geallieerden hun strategie. De luchtoorlog alleen zal niet leiden tot een overwinning. Ze starten daarom met het Combined Bomber Offensive om de weg vrij te maken voor een invasie.
De luchtoorlog heeft grote impact op de onschuldige bevolking, duizenden burgers komen om door de bommen. Ook voor de piloten lijken de vluchten op zelfmoordmissies.
Nog altijd zijn tienduizenden militairen vermist die meer dan 75 jaar geleden luchtaanvallen hebben uitgevoerd. Zo’n 6000 vliegtuigen zijn neergestort boven Nederland. Militairen van de BIDKL proberen in Nederland vermiste militairen te vinden.
En je weet het!
Anderen het laten weten?