Hoe beleefden Nederlanders D-Day?
Hoe beleefden Nederlanders D-Day?
Laatste update: 24-04-2024
Op 6 juni 1944 bestormen tienduizenden soldaten de Franse kust bij Normandië: D-Day, het begin van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het zijn vooral Amerikanen, Britten en Canadezen die een hoofdrol vervullen, maar ook voor ons land is de invasie belangrijk: Nederlandse militairen hebben een bijrol en voor veel inwoners begint met D-Day de langverwachte bevrijding. Tot op heden spreekt de invasie nog tot de verbeelding. “Ze strooiden met bommen alsof het pepernoten waren.”
Redacteur: Fabian de Bont
Programma: Nicolaas op oorlogspad (VPRO)
Nederlandse herinneringen aan Normandië
“Ok, let’s go.” Drie woorden, meer heeft de Amerikaanse generaal Eisenhower op 5 juni 1944 niet nodig om de grootste landingsoperatie in de geschiedenis in gang te zetten: Operatie Overlord. Meer dan 150.000 militairen, 50.000 voertuigen en 7.000 schepen beginnen aan de bevrijding van Europa - een kleine 11.000 vliegtuigen zorgen voor luchtdekking.
In de ochtend van 6 juni verzamelen de militairen zich voor de kust van Normandië om vanuit zee het door Duitsland bezette deel van Europa te bevrijden. Achter die oorlogsvloot ligt dan de Batavier II, een hospitaalschip met aan boord bootsman Van der Steen.
Na uren wachten hoort Van der Steen boven de kust zwaar geschut - bommen vallen naar beneden als pepernoten. Vanwege de hevige gevechten kunnen ze niet ‘landen’. Pas na nog eens twee uur wachten, kan de Batavier II richting de gevechtswateren. Daar ziet Van der Steen duizenden gesneuvelde militairen liggen: sommige zijn door de armen geschoten, andere kermen vanwege hevige buikwonden - het is onmenselijk. Hij haalt ze op en brengt ze naar het hospitaalschip.
Op dat moment schalt vijfhonderd kilometer verderop in Nederland een stem door de radio: “Hier, Radio Oranje, stem van strijdend Nederland. Troepen van het geallieerde expeditieleger zijn heden morgen geland op de Franse Kust.”
Nederlandse troepen tijdens D-Day
Op 6 juni 1944, de eerste dag van de invasie, levert Nederland geen mantroepen. Wel zijn er luchtgevechtseenheden en drie schepen: de HMS Sumatra en twee kleine oorlogsschepen, die bij de landingen dekkingsvuur geven. Dat zijn Flores en Soemba, ook wel bekend als The Terrible Twins. In augustus steekt de Prinses Irene Brigade het Kanaal over en sluit aan bij het geallieerde leger.
Wat gebeurt er op D-Day?
D-Day is begonnen. De invasie is niet onverwacht, maar komt wel als een verrassing. Al in 1942 bestaan plannen voor een bestorming, maar na een mislukte aanval op een havenstad dat jaar, besluiten de geallieerden een eventuele nieuwe invasie te verplaatsen naar Normandië - onder meer omdat de Duitsers verwachten dat ze zullen toeslaan bij Calais, dat vanaf Engeland makkelijker te bereiken is.
De plannen voor D-Day worden in Engeland gesmeed, onder meer door de Britse premier Winston Churchill en generaal Eisenhower. Veel is nog onzeker: de Sovjet-Unie is een lastige coalitiepartner en de Amerikanen willen misschien hun troepen inzetten bij Japan. Toch, vooral onder leiding van Engeland dat veel oorlogskosten moet maken, zetten ze het plan door: luchtverkenningen, oefenlandingen, spionage in Frankrijk - ze vragen toeristen oude vakantiefoto’s te sturen om de Normandische kust in kaart te brengen.
Bijna tot aan het einde van de oorlog verschijnen in Nederland kranten, ondanks de Duitse censuur. Zo schrijft De Standaard op 19 mei 1944: “Duidelijk is het, dat de Duitsche legerleiding thans niet meer twijfelt, of de geallieerden zullen binnen niet al te langen tijd met hun zoo vaak genoemd offensief beginnen.”
Een kleine maand later vechten de geallieerden op de Franse stranden die dan omgedoopt zijn tot Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword Beach. Naast het hospitaalschip Batavier II staan ook andere Nederlandse klaar om onder meer torpedo’s af te schieten, waaronder de Soemba en de Flores - beter bekend als de 'Terrible Twins'. “Zo ver het oog reikte, zag ik schepen,” vertelt Ruud Filon, seiner op de Soemba. “Op een gegeven moment, schoten ze allemaal tegelijkertijd. De hel barstte lost.”
De Nederlandse minister-president Gerbrandy spreekt vanuit London het volk toe via de radio. Hij vraagt te bidden voor de zege nu de geallieerden Hitler de mokerslag hebben gegeven.
Het nieuws van de invasie sijpelt langzaam Nederland zelf binnen. Voor de heer Groeneveld, sinds het voorjaar van 1944 ondergedoken op de Veluwe, is het nieuws een geweldige opluchting, maar aan de andere kant denkt hij zich dat de bevrijding van Nederland lang op zich kan laten wachten. “Ik realiseerde mij helemaal niet dat tussen het Normandische strand en de Nederlandse grens nog zo’n vijfhonderd kilometers lagen.”
Die middag stuurt Anton Mussert, de leider van de NSB, vanuit Den Haag een telegram naar Hitler. “Nu de invasie begonnen is,” schrijft hij. “Is het mij een behoefte, u mijn Führer, te zeggen, dat alle Nederlands-socialisten (…) op leven en dood aan uw zijde staan.”
Hitler zelf merkt de invasie pas halverwege de ochtend op. De Duitsers houden weinig rekening met een eventuele bestorming: het weer is slecht, de kust van Normandië is een onwaarschijnlijke plek - pas na verschillende bombardementen en luchtlandingen stuurt de Duitse leiding twee SS-pantserdivisies. Maar dan is het al te laat, de vertraging is opgelopen.
Hoe verloopt de invasie verder?
Nog diezelfde avond bevrijden geallieerde troepen het dorpje Sainte-Mère-Église. Op dat moment zijn Jan en Trijntje van der Weiden met hun twee dochtertjes toevallig in Normandië. Als eerste Nederlanders op het Europese continent worden ze bevrijd. Jan: “Er kwamen drommen vliegtuigen en plotseling regende het parachutisten.” Dan is op 7 juni 1944 D-Day in de nauwste zin van de betekenis misschien voorbij, maar Operatie Overlord allerminst - laat staan de bevrijding zelf.
De geallieerde legers bouwen voor Operatie Overlord twee kunstmatige havens voor de Franse kunst - een in de Britse zone voor Arromanches, de andere in de Amerikaanse zone bij Omaha Beach. Dit doen ze omdat de Duitsers alle havenplaatsen hebben omgebouwd tot verdedigingsforten - het is essentieel voor de oorlogsvoering om zo de legers te bevoorraden met voertuigen, goederen en munitie. Vanuit Engeland worden de goederen naar de kunstmatige havens gebracht, waarna ze naar de troepen op het land worden gebracht, die op dat moment steeds dieper het Franse gebied binnen dringen.
Pas in augustus 1944 komen ook Nederlandse militairen op het Europese vasteland, de Prinses Irene Brigade. Tijdens de bezetting zijn de Nederlandse militairen gestationeerd in Londen, en steken die zomermaand eindelijk het water over richting Normandië. Hun deelname aan de operatie is misschien klein, maar zeker niet onbelangrijk. “De Irene Brigade moest even tonen dat ze iets konden,” vertelt militair Eduard Pannenborg. “Maar de symbolische waarde was ook belangrijk. Want als de geallieerden de Nederlandse zouden passeren, moesten daar ook Nederlanders bij zijn, en daar waren wij voor.”
De brigade reist vanaf Normandië de geallieerde troepen achterna die op 25 augustus Parijs bevrijden. Op dat moment is Operatie Overlord, en dus ook D-day, geslaagd - de rest is geschiedenis.
Hoe vergaat het de Nederlandse militairen na de invasie?
Het is juni 1994 en Jan Vriends loopt langs de Normandische kust. Hij draagt een net pak, op zijn borst prijken lintjes en medailles. Het is de plek waar hij vijftig jaar eerder als militair heeft gestaan. Om hem heen liggen met mos bedekte kraters, voormalige golfbrekers splijten de golven nog altijd in tweeën. Vriends kijkt om zich heen. “Alles wat je nu ziet, was toen kapot. Het was een ruïne.”
Vriends is met een groep Nederlandse toeristen naar de stranden van Normandië getogen en vertelt over de invasie. Het is voor de veteraan een emotionele rit, maar hij vindt het belangrijk om de herinneringen levend te houden. Als hij later in een museum filmbeelden van de landingen bekijkt, komt hij met tranende ogen uit de zaal. “Nu ik het weer zie, komt alles weer boven.”
In de collectieve herinnering is D-Day een grootste heldhaftige slag, maar voor de soldaten voelt het als een hel. Ze zijn niet zo geïndoctrineerd als bijvoorbeeld de SS, maar wel goed getraind en hebben hoge moraal. Sommige soldaten hebben in Engeland al geoefend met het kruipen door rook en bloed en ingewanden van varkens. Maar eenmaal in Frankrijk is het bloed niet afkomstig van varkens, maar van medesoldaten.
Voor veel militairen voelt het begin van de invasie als de zoveelste training, vooral bij de luchtvaarttoestellen. Zo heeft Commandeur Hans van der Kop tijdens zijn eigen vluchten boven de Franse kust niet door dat de invasie al is begonnen. “We beseften pas dat de invasie was begonnen toen we daarna de radio aanzetten.”
Gaan we te ver met het naspelen van D-Day?
Nog steeds beschouwen historici D-Day als een belangrijk kantelpunt in de Tweede Wereldoorlog, maar ze nuanceren het wel als alomvattend heldhaftig startpunt van het verval van Hitlers Derde Rijk. Zo ontstaan al eerder krasjes in de Duitse bezetting. Bijvoorbeeld bij de Slag om Stalingrad waar in 1943 de Duitsers een eerste grote nederlaag moeten verwerken.
Toch blijft D-Day belangrijk. In 2014, als de invasie zeventig jaar geleden is, spelen acteurs tijdens een herdenking de invasie na onder het toeziend oog van veteranen en wereldleiders als Obama, Merkel en Hollande. Ook is in de ochtend een speciale bijeenkomst voor de Nederlandse bijdrage, waar voormalige leden van de Prinses Irene Brigade aanwezig zijn.
De invasie blijft mensen die D-Day niet hebben meegemaakt, intrigeren: de militairen op de Franse stranden zijn onderwerp van vele boeken en speelfilms - denk aan The Longest Day (1962) en Saving Private Ryan (1998).
Ook krijgt een nieuwe generatie de invasie mee via computerspellen als Battlefield en Call of Duty (inmiddels meer dan 250 miljoen exemplaren verkocht). Misschien wel iets te vaak, zo schrijft NRC Handelsblad in 2017, bij het uitkomen van een nieuw deel. “Alwéér bestormen we de stranden van Normandië. (…) Natuurlijk, de volgende generatie vijftienjarigen heeft zich inmiddels aangediend. Zij hebben misschien wel recht op hun eigen beleving van D-Day.”
Sommigen gaan nog verder: ze trekken een legeruniform aan en togen naar de Franse stranden. Je kan alles wel in boeken lezen of in een museum zien, maar soms is begrijpen zelf voelen, redeneren zogenoemde re-enactmentgroepen, die jaarlijks in juni D-Day naspelen.
De American Airborne Association- Netherlands’, History Group is zo’n groep. Het gaat hen niet per se om het ‘soldaatje spelen’, is te lezen op hun site. De schijngevechten bestaan slechts uit 10 procent van de re-enactment. Het gaat hen vooral om de historische beleving, een stuk verdieping om te begrijpen hoe zo’n invasie is verlopen.
Nicolaas op oorlogspad
Meer dan zeventig jaar na dato spreekt de Tweede Wereldoorlog nog steeds tot de verbeelding. Nicolaas Veul heeft deze oorlog vaak ‘beleefd’ in Hollywood-films en videogames die de strijd echt voelbaar willen maken. In vier afleveringen onderzoekt hij wat WO II zo aantrekkelijk maakt.
In de eerste aflevering gaat Nicolaas mee met Nederlandse jongens die de oorlog zo nauwkeurig mogelijk naspelen in grote re-enactments in Normandië. Hier wordt de bevrijding zo waarheidsgetrouw herbeleefd. Ook doet hij mee aan een game-event waar WO II-videogames populair zijn en toetst zijn aannames bij een van de laatste nog levende veteranen.
Maar hoe dicht mensen ook bij het herbeleven van D-Day komen, echt begrijpen zullen ze het nooit. En het aantal mensen dat écht begrijpt hoe vechten tijdens de Tweede Wereldoorlog voelt, slinkt.
Een van de laatste nog levende Nederlandse veteranen is Paul Moerman, 101 jaar oud. Voor hem is de oorlog geen beleving of een keuze - hij moest vechten voor het vaderland, tijd voor kameraadschap of romantische voorstellingen was er niet. Want Moerman draagt de herinneringen voor altijd met zich mee: dan kan je niet je legeroutfit uit doen of op een escape-knop drukken. Een echte oorlog stopt voor niemand.
In het kort
Op zes juni 1944 begint de grootste landingsoperatie in de geschiedenis: Operatie Overlord. Meer dan 150.000 militairen, 50.000 voertuigen en 7.000 schepen beginnen aan de bevrijding van Europa - een kleine 11.000 vliegtuigen zorgen voor luchtdekking.
Het succes van de operatie komt door het grote aantal militairen, maar ook door de relatieve onverwachtheid van de invasie: het slechte weer en de locatie van Normandië, dat slechter te bereiken is dan havensteden bij Calais, spelen mee.
Hoewel D-Day het begin van de bevrijding is, zijn er ook ander factoren die voor het einde van nazi-Duitsland zorgen, zoals de Slag bij Stalingrad in 1943, waar de Duitsers een eerste nederlaag lijden.
De Nederlanders spelen een bescheiden rol bij de invasie: er zijn drie boten aanwezig en meerdere luchtgevechtseenheden. In augustus sluit de Prinses Irene Brigade aan.
Het aantal slachtoffers is moeilijk in te schatten. Sommige schattingen spreken over 3000 doden bij de Britten en Canadezen, zo’n 1500 bij de Amerikanen - ook bij de Franse burgerbevolking zijn veel doden gevallen: zo’n 3000.
Tot op de dag van vandaag spreekt D-Day tot de verbeelding: er zijn films zoals Saving Private Ryan (1998), boeken en videogames, maar ook spelen zogenoemde re-enactmentgroepen de invasie regelmatig na.
En je weet het!
Anderen het laten weten?