Was de moord op Armeniërs genocide?
Was de moord op Armeniërs genocide?
Laatste update: 19-02-2024
Op 24 april herdenken Armenen wereldwijd de moord op hun voorouders tussen 1915 en 1917 door het Ottomaanse Rijk, de voorloper van het moderne Turkije. Veel landen noemen deze massamoord de Armeense genocide. Maar Turkije wil daar niets van weten en noemt het de ‘Armeense kwestie’. Wat gebeurt er tussen 1915 en 1917? En hoe herdenken Armeniërs de moord op hun voorouders wereldwijd?
Redacteur: Salpy Ohanis
Waarom vervolgt het Ottomaanse Rijk de Armenen?
De vervolging van Armenen in het Ottomaanse Rijk begint tijdens het bewind van sultan Abdul Hamid, ook wel bekend als de Rode Sultan. Hij vindt het streven van de Armeense christenen naar meer rechten en minder achterstelling een bedreiging voor het islamitische karakter van het rijk. Dat leidt tussen 1894 en 1896 tot de zogeheten Hamidische bloedbaden. Die bloedbaden kosten vele christelijke Armenen en andere minderheden, zoals de Assyrische christenen, het leven. Het exacte aantal van vermoorde Armenen tijdens de Hamidische bloedbaden is nooit vastgesteld. Sommige historici schatten dat het aantal tussen de 80.000 en 300.000 ligt. Deze massamoorden beschouwen sommige historici als voorspel op de Armeense genocide.
Binnen de grenzen van het Ottomaanse Rijk wonen verscheidene volkeren en religieuze groepen, ook wel millets genoemd. Onder hen zijn ook twee miljoen christelijke Armenen, voornamelijk in de provincie Anatolië. Eind negentiende eeuw wordt het Ottomaanse Rijk beïnvloed met ideeën van nationalisme. Deze ideeën zijn tegenstrijdig aan het idee van de millets. Die strijden tegen het Ottomaanse Rijk om meer rechten te krijgen en streven naar onafhankelijkheid. Een verlangen dat ook de Armeense christenen aanspreekt.
De Armeense christenen krijgen daarbij steun van buitenlandse mogendheden zoals Rusland, Engeland en Frankrijk. De militaire groepering jonge Turken, die in 1909 aan de macht komt na een staatsgreep, ziet dit streven naar onafhankelijkheid als een bedreiging. Ze wil voorkomen dat het Ottomaanse Rijk uit elkaar valt en streeft ernaar om de inwoners binnen de grenzen van het huidige Turkije onder één gezag te krijgen.
In februari 1915 worden alle soldaten van Armeense afkomst gedemobiliseerd uit de Ottomaanse militaire eenheden. De reden is de angst voor collaboratie van de Armeniërs met de Russen. Maar het besluit tot etnische zuiveringen van de Armenen valt pas in het voorjaar van 1915.
Wat gebeurt er tijdens de Armeense genocide?
Op 24 april 1915 worden onder leiding van de Turkse politicus Talaat Pasj honderden leden van de Armeense elite, zoals intellectuelen, politieke leiders en bankiers, in Istanboel opgepakt en direct (zonder proces) geëxecuteerd. Hierna besluit het Ottomaanse regime officieel om alle Armenen te deporteren naar Syrië, dat toen nog onder het Ottomaanse Rijk viel. De Armenen gaan eerst naar de stad Aleppo en van daaruit naar de Deir-Al Zor woestijn. Tijdens deze zogenaamde 'dodenmarsen' sterft een groot aantal mensen aan verschrikkelijke omstandigheden: onder meer aan dorst en honger, maar ook aan martelingen en verkrachtingen.
Het precieze dodental van de Armeense genocide is nooit vastgesteld. Armeense autoriteiten spreken van minstens 1,5 miljoen doden. Turkije zegt dat er 300.000 tot 500.000 slachtoffers vielen. De mening van historici zijn nog steeds verdeeld. De algemene overeenstemming onder historici ligt tussen de 800.000 en 1 miljoen doden.
Wat gebeurt er na de genocide?
De Armeense genocide leidt tot een enorme vlucht van Armenen naar de buurlanden van het Ottomaanse Rijk. Degenen die de deportatie overleven, verliezen al hun bezittingen. Hun huizen, bedrijven, winkels en boerderijen vallen onder het Ottomaanse Rijk. Sinds die tijd leven er meer Armenen buiten Armenië dan in het land zelf. De verspreiding van Armenen buiten het huidige Armenië staat bekend als de Armeense diaspora. Die bestaat uit ongeveer acht miljoen mensen over de hele wereld, terwijl in Armenië nog ongeveer drie miljoen mensen wonen. De grootse Armeense gemeenschappen buiten Armenië bevinden zich in Rusland, de VS en Frankrijk.
Een beroemde zanger van Armeense afkomst is de Franse zanger Charles Aznavour. Hij is een zoon van Armeense vluchtelingen. Ook in het Midden-Oosten, zoals Libanon en Syrië, zijn grote Armeense gemeenschappen te vinden.
Naast het grote aantal slachtoffers is er ook sprake van vernietiging van de Armeense cultuur en de religieuze en historische erfenis van de Armenen. Veel Armeense kerken en kloosters zijn verwoest. Zo zijn er in 1914 zo’n 2.538 Armeense kerken en kloosters in het hele Ottomaanse Rijk. Daarvan zijn er slechts 34 overgebleven. Van de 1.966 Armeense scholen resteren er slechts 18.
Wanneer is sprake van genocide?
De term genocide is van toepassing als er sprake is van handelingen die zijn bedoeld om geheel of gedeeltelijk een nationale, etnische, raciale of religieuze groep te vernietigen. De Verenigde Naties gebruiken deze term ook voor de massamoord op Armeniërs die in 1915 begint onder het Ottomaanse bewind. Veel historici zien de Armeense genocide als een van de eerste moderne genocides. Dat komt door de georganiseerde manier waarop de moord op de Armenen is aangepakt.
Sinds 1985 erkennen de Verenigde Naties de moord op honderdduizenden Armenen als genocide. Twee jaar later, in 1987, doet het Europese Parlement dat ook. Tot nu toe erkennen 28 landen de Armeense genocide, zoals Canada, de Verenigde Staten, Frankrijk, België, Rusland, Zwitserland, Duitsland, Italië, Zweden, Libanon en Syrië.
In april 2015 noemt Paus Franciscus de Armeense genocide ‘de eerste genocide van de twintigste eeuw’. Dat gebeurt tijdens een speciale dienst om de gebeurtenissen van honderd jaar geleden te herdenken.
Van ‘Armeense kwestie’ tot de ‘kwestie van Armeense genocide’
Hoewel de Armeense massamoorden door veel landen worden erkend als genocide, ontkent de Turkse overheid dat daar sprake van is. Turkije erkent wel dat er in het Ottomaanse Rijk op grote schaal misdrijven zijn gepleegd tegen Armenen, maar niet dat het een vooropgezet plan was tot uitroeiing of volkerenmoord. In 1981 neemt Turkije haar officiële standpunt in: de Armeense doden zijn slachtoffer van een oorlogssituatie. Volgens de Turkse regering zijn er 300.000 tot 500.000 slachtoffers gevallen, waaronder ook Turken. Turkije ziet het gebruik van de term genocide als een provocatie. Ze gebruikt zelf de term ‘Armeense kwestie’.
De Armeense genocide is onbekend bij een groot deel van de Turkse bevolking. Dat komt doordat er nooit over gesproken wordt. Daarnaast is vastgesteld in de Turkse wet dat het strafbaar is om te spreken van de Armeense genocide.
Ook in Nederland is de Armeense genocide een gevoelig onderwerp. Dat heeft te maken met de diplomatieke banden met Turkije. En ook met het feit dat in Nederland veel mensen van Turkse afkomst wonen. Hierdoor duurt het lang voordat de Armeense genocide officieel wordt erkend. De Tweede Kamer besluit op 22 februari 2018 dat de moord op honderdduizenden Armenen als genocide bestempeld mag worden. Het kabinet blijft weigeren uit te spreken dat tussen 1915 en 1917 een genocide onder Armenen heeft plaatsgevonden. Het blijft spreken over ‘de kwestie van de Armeense genocide’.
De herdenking
In Armenië geldt 24 april als officiële herdenkingsdag voor de Armeense genocide. In de Armeense hoofdstad Yerevan is hiervoor een speciaal nationaal monument opgericht: de ‘Tsitsernakaberd’. Elk jaar verzamelen Armenen uit de hele wereld zich bij dit monument. Zij leggen verse bloemen bij de eeuwige vlam en staan even stil uit respect voor alle mensen die stierven tijdens de Armeense genocide. Op verzoek van de Tweede Kamer is er bij deze herdenking in 2018 voor het eerst een lid van het Nederlandse kabinet aanwezig. Maar het kabinet benadrukt hierbij dat het met deze aanwezigheid niet uitspreekt dat er sprake was van genocide.
Niet alleen de mensen in Armenië herdenken jaarlijks op deze dag de genocide. Wereldwijd staat de hele Armeense diaspora stil bij deze dag. Zo zijn er grote herdenkingen in bijvoorbeeld Syrië, Libanon, de VS en tal van andere landen. In Syrië bezoeken elk jaar op 24 april tienduizenden Armeense pelgrims uit de hele wereld de Armeense kerk, het monument en het museum in de Syrische stad Deir Al-Zor. Daar worden de slachtoffers herdacht, in aanwezigheid van hun religieuze leiders. Dat doen zij in Deir Al-Zor omdat deze stad de eindbestemming was van de Armeense vluchtelingen die door de Ottomanen uit hun land werden verdreven.
Ook Nederland kent een speciaal monument ter nagedachtenis aan de Armeense genocide. In Almelo staat sinds 2014 het grootste genocidemonument van Europa. Elk jaar op 24 april houden Armeense mensen in Nederland een herdenkingstocht bij het monument.
In het kort
Ieder jaar op 24 april wordt de Armeense genocide herdacht: de massamoord die het leven van zo'n één miljoen Armenen heeft gekost.
Decennialang worden Armenen bedreigd en vermoord. Die vervolging begint in 1894 tijdens de Hamidische bloedbaden waarbij tussen de 80.000 en 300.000 Armenen worden vermoord: het voorspel op de Armeense genocide.
Christelijke Armenen en andere religieuze volkeren strijden eind 19e eeuw voor meer rechten en onafhankelijkheid. De jonge Turken, een militaire groepering die in 1909 aan de macht komt, ziet dit als een bedreiging. In 1915 wordt overgegaan op een etnische zuivering van de Armenen.
Onder leiding van de Turkse politicus Talaat Pasj worden honderden leden van de Armeense elite in Istanboel opgepakt en geëxecuteerd. Vervolgens worden alle resterende Armenen gedeporteerd naar Syrië. Die tocht staat ook wel bekend als 'de dodenmarsen' waarbij het grootste deel van de groep sterft in de woestijn.
Hoewel de Armeense massamoorden door veel landen worden erkend als genocide, ontkent de Turkse overheid dat daar sprake van is. In Nederland besluit De Tweede Kamer op 22 februari 2018 dat de moord op honderdduizenden Armenen als genocide bestempeld mag worden.
En je weet het!
Anderen het laten weten?