Wat is de Hanze?

hanzestad

Wat is de Hanze?

Laatste update: 26-04-2024

Steden in het oosten van het latere Nederland floreren terwijl Amsterdam en Rotterdam nog piepklein zijn. Het economisch hart van Nederland ligt in de late Middeleeuwen grotendeels aan de IJssel. Daar bloeit de handel en dat is te danken aan een handelsverbond: de Hanze. Wat is dat voor organisatie? En wat zijn de Hanzesteden?

Redacteur: Niek van Lent

Wat is de Hanze?

Van de twaalfde tot de zestiende eeuw zijn Zutphen, Deventer, Tiel, Kampen, Zwolle en andere steden, vooral aan de IJssel, belangrijke en welvarende centra van handel. Handelaren in die steden zijn lid van het Hanzeverbond. Een Hanze (of: Hanza) is oorspronkelijk een samenwerkingsverband tussen kooplieden, in verschillende steden, die dezelfde producten verhandelen.

Hoe gaat de Hanze in de Nederlanden te werk? De hele aflevering zien? Kijk op NPO Start.

Vanaf de twaalfde eeuw groeit de economie in verschillende Noord-Europese steden. De handel wordt echter vaak belemmerd door tolheffingen en door rovers. Door samen te werken kunnen handelaren de kosten drukken, op grotere schaal inkopen of verkopen en zich samen wapenen tegen dreigingen. Dat doen ze in verbonden, die de economie stimuleren. 

In 1356 gaan hele steden - dus niet alleen handelaren - samenwerken in de Hanze. Dat wordt besloten op een vergadering in Lübeck, een stad in het latere Duitsland. Op het hoogtepunt reikt het netwerk van het West-Russische Novgorod tot aan Londen. Tussen die steden probeert het verbond zoveel mogelijk handelsbelemmering te slechten. De Hanze handelt ook met partners buiten het eigen gebied, bijvoorbeeld met Spaanse steden.

Hoe ziet de handel van de Hanze eruit?

Kooplieden van de Hanze handelen voornamelijk in zout, graan, hout, ijzer, vis (haring en stokvis), wijn, bier en dierenhuiden. Ze vervoeren hun goederen vooral over zee en over rivieren. Daarvoor gebruiken ze 'koggeschepen', van vijftien tot dertig meter lang. In het laadruim van een kogge passen ongeveer tweehonderd tonnen met goederen. Een Hanzeschip heeft verder een rood-witte wimpel aan de mast hangen. Daaraan kan je zien dat het tot het netwerk behoort.

Een nagemaakt koggeschip vaart tegenwoordig weer over de IJssel. 

Omdat de Hanzeschepen veel mooie en dure handelswaar vervoeren, zijn ze een geliefd doelwit voor piraten. Als die erin slagen een Hanzeschip te kapen, zijn ze in één klap rijk. Daarom krijgen koggen gewapende bescherming. De Hanze gaat ook de strijd aan met edelen die de handel belemmeren, bijvoorbeeld door hoge tollen te heffen.

Hanzehandelaren vervoeren hun goederen over zee en rivieren. Ze gebruiken koggeschepen, van 15 tot 30 meter lang.

koggeschip
 © ANP

De Hanze probeert een monopoliepositie te verwerven door concurrenten uit te schakelen en andere opkomende handelscentra te onderdrukken. Ook bemachtigen Hanzeleden voor bepaalde goederen het recht van stapel: goederen die via een stad worden vervoerd, moeten daar worden opgeslagen, en ze moeten er ook te koop worden aangeboden.

Hanzesteden organiseren ook jaarmarkten. Deze grote markten trekken kooplieden van verre aan. Een jaarmarkt levert een stad geld op omdat alle producten die worden verhandeld eerst tegen betaling moeten worden gewogen in de waag. Zo’n waag straalt vaak de welvaart van een stad uit. In veel steden zullen de gebouwen lang blijven staan.

Als munten niet het juiste gewicht hebben omdat er met de samenstelling is gesjoemeld, wordt de dader hard gestraft. De hele aflevering zien? Kijk op NPO Start.

Waar zien we de erfenis van de Hanze?

In de noordelijke Nederlanden wordt de meeste handel gedreven aan de IJssel, maar ook andere steden bloeien op. De grootste Nederlandse Hanzesteden zijn Kampen, Zwolle, Deventer, Zutphen en Tiel. De steden floreren door de handel en worden verrijkt met stadsmuren, koopmanshuizen, opslagplaatsen en talloze andere gebouwen. Veel van deze gebouwen blijven goed bewaard en daardoor is de erfenis van de Hanze nu nog goed te zien; ook in kleinere Hanzesteden zoals Doesburg.

Erfenis van de Hanze

de sassenpoort in zwolle

De Sassenpoort is een stadspoort in Zwolle die is gebouwd rond 1400.

hanze_koggeoopgraving

In 2000 trekt een opgraving van een koggeschip in Antwerpen veel bekijks. 

cellebroederspoort in kampen

Een stadspoort van Kampen uit 1456, gebouwd ter verdediging van de stad.

drogenapstoren in zutphen

Een verdedigingswerk van Zutphen. De Drogenapstoren is gebouwd van 1444 tot 1446.

de waag in deventer

In de Waag van Deventer worden producten gewogen voordat ze worden verhandeld. Het gebouw wordt tussen 1528 en 1531 gebouwd. 

de koornmarktpoort in kampen

De oudste stadspoort van Kampen heet de Koornmarktspoort en dateert uit de veertiende eeuw.

de waag in doesburg

De waag van Doesburg is in 1478 in gebruik genomen. 

Tegenwoordig vaart er een nagemaakt koggeschip op de IJssel. In de rivier is ook een middeleeuws scheepswrak gevonden en geborgen. In de buurt van Kampen is in 2016 – na ongeveer vier jaar voorbereiding – het schip in zijn geheel uit het water gelicht.

Op de bodem van de IJssel is een middeleeuws koggeschip gevonden en geborgen. 

Hoe wordt Amsterdam het nieuwe handelscentrum?

In de bloeitijd van de Hanze is Amsterdam nog geen machtige stad. Het plaatsje staat in de schaduw van de grote concurrenten rond de IJssel. Maar als die rivier begint te verzanden, ziet Amsterdam mogelijkheden om de handelsroute naar de Oostzee over te nemen. De handel op dat gebied is van groot belang. Daar ligt de basis voor de latere rijkdom van de stad.

amsterdam in 1538

Een kaart van Amsterdam in 1538, als de stad voorzichtig begint aan een lange periode van bloei.

Een belangrijke oorzaak van de neergang van de Hanze is verdeeldheid. De Hanzesteden handelen steeds vaker vanuit eigenbelang, in plaats van dat ze elkaar bijstaan. De eensgezindheid, de basis van het oorspronkelijke succes, verdwijnt. De Hanze stort gedurende de zestiende eeuw in en de Oostzeehandel wordt vooral overgenomen door steden die niet bij het verbond zijn aangesloten.

Antwerpen wordt het nieuwe centrum van de handel, totdat de stad in 1585 in Spaanse handen valt. Veel kapitaalkrachtige kooplieden vertrekken en belanden uiteindelijk in Amsterdam, dat het nieuwe handelscentrum in die regio wordt. 

Na het verval van de Hanze verschuift het handelscentrum van de Nederlanden eerst naar Antwerpen en vervolgens naar Amsterdam. 

Kort daarna richten Hollanders de handel steeds meer op de wereldzeeën. Maar de handel op de Oostzee blijft economisch belangrijk. Daar ligt ook in de Gouden Eeuw de basis van de rijkdom van de stad.

In het kort

  • Van de twaalfde tot de zestiende eeuw zijn Zutphen, Deventer, Tiel, Kampen, Zwolle en nog meer steden, vooral aan de IJssel, belangrijke en welvarende centra van handel. Handelaren daar werken samen in het Hanzeverbond.

  • Kooplieden van de Hanze handelen voornamelijk in zout, graan, hout, ijzer, vis (haring en stokvis), wijn, bier en dierenhuiden. Ze vervoeren hun goederen grotendeels over zee en over rivieren. Daarvoor gebruiken ze zogeheten koggeschepen, van 15 tot 30 meter lang. 

  • De steden floreren door de handel. Er verschijnen stadsmuren, koopmanshuizen, opslagplaatsen en talloze andere gebouwen. Veel van deze gebouwen zullen lang blijven staan.

  • In de zestiende eeuw neemt de macht van de Hanze af. Het centrum van de handel komt eerst in Antwerpen te liggen en na 1585 in Amsterdam. 

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Niek van Lent

Ook interessant om te weten