Islamiseert Nederland?
Islamiseert Nederland?
Laatste update: 06-03-2023
Bij iedere moskee die gebouwd wordt, zijn er mensen die zich zorgen maken: gaat de islam niet een te belangrijke rol spelen in Nederland? Van oudsher is Nederland immers geen islamitisch land. Toch zie je in vergelijking met de jaren vijftig veel meer vrouwen met een hoofddoek op straat. Is Nederland aan het islamiseren?
Wat is de islam?
De islam is een godsdienst, waarvan de aanhangers moslims worden genoemd. Moslims geloven in God (ook wel Allah), en baseren hun religie onder andere op de Koran, het heilige boek. Hierin staat volgens hen de tekst die Allah via de aartsengel Djibriel (in het christendom bekend als Gabriël) doorgaf aan de profeet Mohammed.
Vrome moslims leven de vijf zuilen van de islam na. Op deze manier dienen zij Allah. Zo moeten zij minstens vijf keer per dag rituele gebeden uitvoeren met hun gezicht in de richting van de stad Mekka, en gaan ze eens per jaar een hele maand vasten. Dit laatste heet ramadan; moslims mogen dan een hele maand tussen zonsopgang en zonsondergang niet eten, drinken of roken. Bovendien moeten moslims doen aan liefdadigheid, ze zeggen meerder malen per dag de geloofsbelijdenis op, en ze gaan minstens één keer in hun leven op bedevaart naar Mekka, deze stad in Saoedi-Arabië wordt beschouwd als de heiligste stad.
Hoeveel moslims wonen er in Nederland?
Van alle volwassenen (18 jaar of ouder) in Nederland, is 4,9 procent moslim. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van het statistiekbureau CBS, uit 2015. Ter vergelijking: iets minder dan een kwart van alle volwassen Nederlanders is rooms-katholiek. Het rooms-katholicisme is daarmee in Nederland de religie met de meeste aanhangers. Verder is 16 procent protestants, en bijna 6 procent heeft een andere religie, zoals het jodendom, hindoeïsme of boeddhisme. Verreweg de meeste Nederlanders – de helft van de gehele volwassen bevolking – hangt geen enkele religie aan.
Nederland telt dus relatief weinig moslims. Maar dat aandeel is de laatste jaren wel toegenomen. Zo was in 1990 nog 3,1 procent van de volwassenen moslim, in 2010 was dit 4,5 procent, en in 2015 was dat percentage dus gegroeid tot 4,9. Bij de protestanten en de katholieken nam het percentage juist af. Zo was in 2010 nog 27,3 procent katholiek, en vijf jaar later was dit gedaald naar 23,7 procent.
Moslims lijken bovendien veel actiever te zijn in hun geloof dan de meeste andere religieuzen. Ze gaan over het algemeen veel vaker naar de moskee dan christenen naar de kerk gaan. Vooral de katholieke kerken raken steeds leger. Van de katholieken gaat slechts 6,2 procent één keer per week naar de kerk. Van de moslims gaat maar liefst 27 procent minstens één keer per week naar de moskee. De alleractiefsten zijn echter de gereformeerden (een stroming binnen het protestantisme). Maar liefst 55 procent van de gereformeerden gaat namelijk minstens één keer per week naar de kerk.
De Meiden van Halal
Wat houden de ontzuiling en de ontkerkelijking in?
In de vorige eeuw is de Nederlandse samenleving nog opgedeeld in zogenoemde zuilen. Dat betekent dat er duidelijke ‘hokjes’ zijn: iedereen behoort tot een stroming. Die stroming wordt bepaald door je geloof en/of je maatschappelijke opvattingen. Er zijn vier hoofdzuilen: de katholieke, de protestantse, de socialistische en de liberale. Iedere zuil heeft zijn eigen organisaties: van politieke partijen tot sportverenigingen, onderwijs, en media. Als je bijvoorbeeld katholiek bent, ga je naar een katholieke basisschool, je tennist bij een katholieke tennisclub, je kijkt naar tv-programma’s van de KRO (Katholieke Radio Omroep), en stemt op de KVP (Katholieke VolksPartij).
In de jaren zestig verandert de leefstijl en de normen en waarden van de Nederlanders sterk. Het is de tijd van de hippies en de seksuele revolutie. Vooral jongeren willen zich losmaken van het leven in hokjes met de bijbehorende gedragsregels. De zuilen brokkelen af, en de ontkerkelijking zet in rap tempo in.
Waar komt de term 'islamisering' eigenlijk vandaan?
Het is altijd lastig na te gaan wie een term voor het eerst gebruikte, maar in Nederland krijgt het begrip ‘islamisering’ vooral bekendheid doordat politicus Pim Fortuyn in 1997 een boek uitbrengt met de titel Tegen de islamisering van onze cultuur. Het boek veroorzaakt een hoop ophef. Fortuyn waarschuwt dat de islam een bedreiging vormt voor de Nederlandse normen en waarden. Volgens Fortuyn zijn de Nederlanders zo met zichzelf bezig, dat ze niet doorhebben dat belangrijke onderdelen van hun cultuur door de islam worden bedreigd.
Eén van de zaken die volgens Fortuyn op het spel staat, is de scheiding tussen kerk en staat. Dit is een belangrijk principe van de democratie. Het komt erop neer dat religieuze machten niets te zeggen mogen hebben over de manier waarop het land wordt geregeerd. En andersom mag de regering zich ook niet bemoeien met religieuze instituten. In sommige islamitische landen is deze scheiding er niet. In Saoedi-Arabië en Iran bijvoorbeeld heeft de islam grote invloed op de manier waarop het land wordt geregeerd. Religie is in die landen niet iets wat mensen in hun privéleven bezighoudt, maar het is een politieke machtsfactor.
Ook vreest Fortuyn in je jaren negentig dat de islam een gevaar zal vormen voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in Nederland, en voor de positie van homoseksuelen. Kortom: Fortuyn is bang dat Nederland - zonder dat het land het bewust doorheeft - de eigen culturele normen en waarden verliest, en daarvoor in de plaats normen en waarden krijgt die gelden in het heilige boek van de islam, de Koran.
Waarom spreekt men soms van een ‘multicultureel drama’?
Vanaf de jaren vijftig nodigt Nederland een hoop buitenlanders uit om hier te komen werken. Na de Tweede Wereldoorlog moet het land namelijk weer opgebouwd worden, en er is een groot tekort aan laaggeschoolde arbeiders. Veel zogenoemde gastarbeiders komen uit Turkije en Marokko, zij zijn bijna allemaal moslim.
Integreren is niet nodig. De gedachte is namelijk dat de immigranten weer zullen terugkeren naar hun eigen land, nadat ze hier een tijdje hebben gewerkt. De gastarbeiders mogen hun eigen taal, religie en gewoontes behouden, en hoeven zich niet te verdiepen in de Nederlandse normen en waarden: ze zijn hier immers toch maar tijdelijk.
Maar halverwege de jaren zeventig wordt duidelijk dat veel gastarbeiders blijven. Aangezien Nederland ze zelf heeft uitgenodigd, vindt de overheid het wel zo eerlijk hen een kans te bieden hier een leven op te bouwen. Ze mogen daarom ook hun families hierheen halen. Nog steeds is er geen streng integratiebeleid. Men vindt dat iedere cultuur even belangrijk of ‘goed’ is als een andere. De multiculturele samenleving is in die tijd het ideaal: allerlei verschillende culturen die op een gelijkwaardige manier samenleven.
In de jaren negentig blijkt echter dat de multiculturele samenleving toch niet zo goed werkt als men hoopte: uit onderzoeken komt naar voren dat verschillende etnische groepen in de samenleving totaal langs elkaar heen leven en weinig van elkaar weten. Bij etnische minderheden is bovendien de werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit veel groter dan bij autochtone Nederlanders. Sommige critici spreken zelfs van een ‘multicultureel drama’. Het integratiebeleid wordt daarom in die jaren strenger: voortaan moeten nieuwkomers verplicht leren over de Nederlandse waarden en normen en zich de Nederlandse taal eigen maken.
Wanneer komt er kritiek op de islam?
Lange tijd is het not done om kritiek te hebben op de islam; in de jaren zestig en zeventig is de heersende opvatting immers dat alle culturen gelijk zijn. Er zijn wel degelijk mensen die kritiek hebben (bijvoorbeeld politicus Hans Janmaat in de jaren tachtig), maar dat soort meningen worden allemaal afgedaan als ‘extreemrechts’. Veel mensen kijken daardoor wel uit om hun kritiek te uiten.
In de jaren negentig verandert die houding. Voor het eerst gaan er in Nederland kritische geluiden op over moslim-immigranten: ze zouden mogelijk een gevaar kunnen vormen voor de westerse vrijheid en democratie. Deze gedachte komt onder andere op doordat de Iraanse leider Ayatollah Khomeini oproept om de Brits-Pakistaanse schrijver Salman Rushdie te vermoorden. De schrijver zou namelijk in zijn boek De Duivelsverzen de islam hebben beledigd.
In Arabische landen gaan mensen de straat op om het boek te verbranden. In Europa is men geschokt, aangezien vrijheid van meningsuiting juist een heel belangrijk principe is voor Europese landen. Het idee dat je vermoord zou kunnen worden voor iets wat je schrijft, is een schok voor het Westen.
Fatwa
Pim Fortuyn is één van de mensen die in die jaren waarschuwt voor de islam, maar ook andere politici zoals Frits Bolkestein (destijds voorman van de VVD) zeggen dat het islamitische geloof niet samengaat met de westerse waarden. Die kritiek wordt nog veel luider wanneer filmmaker Theo van Gogh in 2004 wordt vermoord door de geradicaliseerde moslim Mohammed Bouyeri. In de jaren na Van Goghs moord richt VVD-politicus Geert Wilders zijn Partij voor de Vrijheid op, waarmee hij voortdurend openlijk kritiek uit op de islam.
Fitna + moslimjongeren
Hoe groot is de invloed van de islam op de Nederlandse samenleving?
Er is sprake van ‘islamisering’ als de Nederlandse samenleving steeds meer een islamitisch karakter krijgt. Dit klinkt natuurlijk best vaag, want: wat is ‘een islamitisch karakter’? Om het wat concreter te maken, kijken we onder andere naar zaken die we kunnen tellen, zoals moskeeën en scholen.
Nederland telt ruim 450 moskeeën. De eerste wordt geopend in 1955 in Den Haag door mensen van de Pakistaanse gemeenschap die de islam in het westen willen verspreiden. Het duurt een aantal jaar voordat ze met de bouw mogen beginnen, omdat de gemeente voortdurend aanpassingen wil maken in de bouwtekeningen. De gemeente vindt namelijk dat het gebouw anders te veel uit de toon valt tussen de Haagse huizen.
Het duurt nog tot de jaren zeventig voordat er veel meer moskeeën worden gebouwd. Tot die tijd moet het toenemende aantal islamitische gastarbeiders bidden in omgebouwde garages en krappe ontmoetingsplaatsen. Wanneer duidelijk wordt dat veel gastarbeiders niet van plan waren te vertrekken, en ze ook hun gezinnen naar Nederland halen, worden meer moskeeën geopend. In die beginperiode is er nog een subsidiepot voor het bouwen van een moskee, maar halverwege de jaren tachtig worden die regelingen afgeschaft.
Tegenwoordig is er vaak ophef over de manier waarop de moskeeën worden gefinancierd. Zo is het van landen als Saoedi-Arabië en Qatar bekend dat ze buitenlandse moskeeën financieren om zo te proberen hun versie van de islam onder de aandacht te brengen bij moslims. Het gevaar bestaat dat radicale stromingen zo meer invloed krijgen op de Nederlandse moslimgemeenschap. Dit zou kunnen leiden tot extremisme en daarmee tot terrorisme.
Het is echter lastig om financiering uit het buitenland te verbieden. In de grondwet staat namelijk dat iedereen gelijk moet worden behandeld. Waarom zou iemand uit België wel een gebouw mogen kopen in Nederland, en iemand uit Qatar niet? Bovendien is in Nederland godsdienstvrijheid bij wet geregeld. De overheid mag zich niet mengen in de samenstelling, inrichting, bekostiging of de koers van religieuze of levensbeschouwelijke situaties.
Imams
Een imam is een islamitisch geestelijk leider, en de man die het gebed voorgaat in de moskee. Hij geeft ook religieus onderwijs en leidt belangrijke rituelen bij geboorte, huwelijk en overlijden. De imam geldt bovendien als het aanspreekpunt en de raadgever voor moslims. Mensen kunnen bij hem terecht met vragen over het geloof. De imam is dan ook een invloedrijk persoon binnen de moslimgemeenschap.
Imams worden vaak geworven in het buitenland. Zij zijn dan meestal nog nauwelijks bekend met de Nederlandse maatschappij, en moeten daarom eerst verplicht een inburgeringscursus doen. Tot drie jaar geleden was er in Nederland een hbo-opleiding tot imam aan de hogeschool Inholland, maar die werd opgeheven omdat er te weinig mensen afstudeerden. Toch wil de overheid nu dat hogescholen en universiteiten opnieuw samen onderzoeken of ze zo’n Nederlandse imam-opleiding kunnen opzetten. De opvattingen en werkwijzen van de buitenlandse imams zouden volgens de overheid namelijk niet altijd goed aansluiten bij met name de jongere moslims die zijn opgegroeid in Nederland.
Scholen
In de Nederlandse grondwet is vrijheid van onderwijs geregeld. Dat betekent dat in principe iedereen onderwijs mag geven – zolang je maar aan de kwaliteitseisen voldoet. De zogenoemde ‘bijzondere scholen’ geven les op basis van godsdienst, levensovertuiging of visie op het onderwijs. Zo zijn er bijvoorbeeld katholieke, protestante, Montessori, en vrije scholen. Ook moslims hebben recht op scholen die onderwijzen volgens hun eigen geloofsovertuiging.
Nederland telt 50 islamitische basisscholen, die in 2015 in totaal ongeveer 11.000 leerlingen hadden. Die groep is stevig gegroeid. Sinds 2010 nam het aantal leerlingen op islamitische basisscholen met maar liefst 22 procent toe. Op de islamitische basisscholen is er behalve het ‘normale’ onderwijsprogramma ook aandacht voor godsdienst en voor de Marokkaanse of Turkse taal en cultuur. Ook is er op deze scholen meer ruimte om specifieke leefregels te hanteren waaraan sommige moslims veel belang hechten, bijvoorbeeld dat jongens en meisjes gescheiden gymles krijgen.
Feestdagen en islamitische gebruiken
In Nederland zijn kerst, Pasen, hemelvaart en Pinksteren officiële vrije dagen. Dit zijn feestdagen die voortkomen uit het christelijke geloof. De islam kent ook feestdagen, zoals het Suikerfeest en het offerfeest. Dit zijn in Nederland echter geen vrije dagen.
Volgens de Koran, het heilige boek van de islam, is het verboden om varkensvlees te eten. Ander vlees moet op rituele wijze worden geslacht, het heet dan ‘halal’. Moslims kopen hun vlees meestal bij speciale islamitische slagers. In sommige supermarkten in grote steden wordt ook halalvlees verkocht.
In de meeste restaurants en eetgelegenheden is het niet vanzelfsprekend dat er halalvlees geserveerd wordt. In sommige kantines van bedrijven waar veel moslims werken, wordt er in de voedselbereiding wel rekening mee gehouden.
Hoofddoeken en boerka’s
Veel moslima’s dragen in het openbaar een hoofddoek (ook wel hijab genoemd). Uit sommige interpretaties van de Koran blijkt namelijk dat deze voorschrijft dat vrouwen hun lichaam en haren moeten bedekken. Er zijn ook moslims die menen dat dit niet zo letterlijk in de Koran staat.
In Nederland bestaat vrijheid van godsdienst en de uiting daarvan. Het staat moslima’s daarom vrij om hun hoofddoek te dragen – ook op het werk. Er gelden alleen uitzonderingen voor rechters en politievrouwen. Deze mensen moeten in hun baan iedere schijn van partijdigheid of vooringenomenheid vermijden, vindt de overheid. Hun kleding moet dus ‘neutraal’ zijn. Ze mogen bijvoorbeeld ook geen kettinkje met een kruisje dragen.
Sommige moslima’s bedekken nog veel meer dan alleen hun haren. Zij dragen bijvoorbeeld een nikab (een sluier die alleen de ogen vrijlaat), of een boerka (met voor hun ogen een gaasje om door te kijken). De overheid probeert al jaren om dit soort verhullende sluiers te verbieden. Eind 2016 stemde een meerderheid van de Tweede Kamer in met een wetvoorstel om deze sluiers in het onderwijs, het openbaar vervoer, ziekenhuizen en overheidsgebouwen te verbieden. Op straat zouden de boerka’s en nikabs wel nog zijn toegestaan. Voordat deze wet van kracht gaat, moet ze wel eerst worden goedgekeurd door de Eerste Kamer.
De gedachte achter de wet is dat vrijheid van godsdienst weliswaar nog steeds belangrijk is, maar dat open communicatie tussen mensen essentieel is voor een goed onderling contact in de samenleving. Wanneer je door een sluier iemands gezicht niet kunt zien, is het moeilijker om met deze mensen te communiceren.
Wat is de sharia?
De sharia is de islamitische wet. Het is geen rechtssysteem zoals we dat in de westerse wereld kennen: zo is er geen wetboek en geen onafhankelijke rechter. De manier waarop de wet wordt uitgevoerd en geïnterpreteerd verschilt dan ook sterk per geval. De sharia wordt onder andere gebaseerd op de Koran en andere islamitische geschriften.
De sharia schrijft voor hoe moslims moeten leven ten opzichte van andere mensen en ten opzichte van Allah (de islamitische God). Zo is alcoholgebruik verboden, evenals homoseksualiteit en overspel, maar ook diefstal en moord. Ook familiezaken, kledingvoorschriften, en de verhouding tussen mannen en vrouwen wordt via de sharia geregeld. Mensen die de regels niet naleven, krijgen straffen opgelegd. Ook lijfstraffen en de doodstraf behoren tot de opties.
In Iran en Saoedi-Arabië geldt de sharia. In andere landen bestaat de sharia naast de niet-religieuze rechtbank. Dit is bijvoorbeeld het geval in Afghanistan, Egypte, Jordanië, Irak, Syrië en Indonesië. In westerse landen zoals Nederland is er een democratische rechtstaat. Dat betekent dat de burgers zelf kiezen wie hen in de Tweede Kamer vertegenwoordigt. Deze zogenoemde volksvertegenwoordiging controleert de regering en stelt nieuwe wetten voor.
Iedereen moet zich in Nederland aan de wet houden: zowel de burgers als de overheid. De rechter is onafhankelijk en onpartijdig – het maakt daarbij dus niet uit welke godsdienst je aanhangt. De regels zijn afkomstig uit het wetboek, en niet uit een religie. De rechter zorgt ervoor dat voor iedereen (mannen, vrouwen, homoseksuelen, heteroseksuelen, atheïsten, katholieken, moslims etc.) dezelfde regels gelden.
In het Engeland zijn er naast de Engelse rechtbanken ook shariaraden toegestaan. Hier worden bijvoorbeeld religieuze huwelijken ontbonden. Sommige moslims hechten namelijk weinig waarde aan het burgerlijk huwelijk (het huwelijk voor de wet), voor hen is vooral het religieuze huwelijk van belang. Dit kan worden ontbonden door de shariaraad. In Nederland zijn er geen shariaraden.
Kom hier nog meer te weten over de sharia.
In het kort
De islam is een godsdienst waarbij de aanhangers moslims worden genoemd. Ze geloven in God (Allah) en het heilige boek van de islam heet de Koran. De sharia is de islamitische wet en schrijft voor hoe moslims moeten leven. In Nederland leven 4,9% moslims.
De term islamisering werd bekend toen Pim Fortuyn zijn boek 'tegen de islamisering van onze cultuur' uitbracht. Het boek veroorzaakte een hoop ophef.
Na de tweede wereldoorlog nodigt Nederland veel gastarbeiders uit om Nederland weer op te bouwen. Zij komen veelal uit Turkije en Marokko en in de jaren zeventig mogen zij hun families hierheen halen. Vanaf dan worden er ook meer moskeëen gebouwd in Nederland.
De overheid wil dat hogescholen en universiteiten in Nederland samen gaan kijken of er weer een opleiding tot imam kan worden gestart om zo de opvattingen en werkwijzen van de buitenlandse imams aan te laten sluiten bij jonge Nederlandse moslims.
Nederland telt vijftig islamitische basisscholen waar ze naast het normale onderwijsprogramma ook aandacht schenken aan de godsdienst en aan de Turkse en Marrokaanse taal. In het openbaar dragen veel moslima's een hijab (hoofddoek) omdat zij dit zo interpreteren uit de Koran. Sommige moslima's bedekken nog veel meer dan alleen hun haren en zij dragen bijvoorbeeld een nikab of een boerka.
En je weet het!
Anderen het laten weten?