Wat maakte Johan Cruijff uniek?
Wat maakte Johan Cruijff uniek?
Laatste update: 11-06-2024
Johan Cruijff (1947- 2016) gaat de geschiedenis in als één van de besten van de wereld, maar niet alleen zijn voetbaltalent maakte hem uniek. Cruijff was een visionair en een pionier en bemoeide zich met alles (zelden zonder ruzie).
Redacteur: Richard van Montfrans
Cruijff was 'hongerig'
Ook de allergrootsten zijn klein begonnen. Zelfs, nee zeker, Johan Cruijff. De jonge Johan, die dan nog Jopie wordt genoemd, is een mager scharminkel dat bij moet worden gevoed. Geen gram vet op de botten en ogenschijnlijk ongeschikt voor het fysieke voetbal. Toch is het liefde op het eerste gezicht als hij als kleuter zijn eerste bal krijgt toegestopt. Cruijff doet weinig anders dan voetballen, op straat in het Amsterdamse Betondorp waar hij opgroeit of langs de velden van De Meer, het vroegere Ajaxstadion dat pal tegenover zijn ouderlijk huis ligt. De moeder van Johan is eerst vrijwilliger in de kantine van de club en verdient later haar geld met het schoonmaken van de kleedkamers. Ajax helpt haar aan de baan als ze na het overlijden van haar man de groentezaak moet opgeven die ze samen runden.
Cruijff is twaalf als zijn vader sterft en het wordt het grote drama van zijn leven. Hij is te onrustig voor de schoolbanken, maar kan zijn energie kwijt in het voetbal. Zijn honger naar de bal is onstilbaar en hij wil altijd winnen. Misschien wil hij zich bewijzen aan zijn afwezige vader, met wie hij heel zijn leven 'gesprekken' blijft voeren. Zo bezien is hij ergens toch aanwezig als Cruijff op 15 november 1964 zijn debuut maakt in het eerste van Ajax, 'uit' bij GVAV. De wedstrijd wordt met 1-3 verloren, maar Cruijff scoort als debutant, iets dat een clubtraditie zal worden. In de daaropvolgende jaren begint Ajax tezamen met zijn fragiele talent aan een opmars in het voetbal.
Voetballen is heel simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen
Cruijff was revolutionair
Eind jaren zestig, begin zeventig groeit Cruijff uit tot de beste speler van de wereld, in het beste team van de wereld. Ajax wint driemaal op rij de Europacup 1 (tegenwoordig bekend als de Champions League), eenmaal onder leiding van Rinus Michels en tweemaal onder leiding van Ștefan Kovács, met een opwindende stijl die past in een tijdperk van protest, vrije seks en hippies. Spelers wisselen doorlopend van positie: verdedigers duiken op in de aanval, aanvallers helpen de verdediging en zelfs de doelman 'balt' mee als het zo uitkomt. Waar dit zogenaamde totaalvoetbal geboren is, is voer voor discussie onder deskundigen. Zeker is dat Ajax en het Nederlands elftal de stijl naam en faam geven. Cruijff is de dirigent van de chaotische orde en tegelijk eerste solist. Zijn techniek, start- en handelingssnelheid zijn ongeëvenaard, en bovenal zijn demarrages.
Cruijff beheerst als enige de kunst om binnen een versnelling te versnellen, zoals Messi dat nu beheerst, en is daarmee ongrijpbaar voor zijn tegenstanders. Met zijn revolutionaire spel verovert hij supportersharten over heel de wereld. Dat doet hij als de eerste speler die herkenbaar is aan zijn rugnummer, het legendarische 14. Hij trekt het aan op de dag dat het shirt met nummer 7 van teamgenoot Gerrie Mühren niet in de wasmand wordt gevonden. Cruijff is lang geblesseerd geweest en vindt dat Mühren zijn tricot met de 9 maar moet nemen. Ajax wint met 1-0 van PSV en omdat het "zo lekker ging" draagt hij de volgende wedstrijd opnieuw nummer 14. De rest is geschiedenis.
Ik ben overal tegen. Tot ik een besluit neem, dan ben ik ervoor. Da's logisch
Cruijff was een (soort van) verlosser
Ofwel El Salvador. Een bijnaam die Cruijff overhoudt aan zijn periode bij Barcelona, waar hij van 1973 tot 1978 speelt, nadat hij met ruzie om het aanvoerderschap bij Ajax is vertrokken. Het is een misverstand dat Cruijff de naam dankt aan de Catalanen (een Nederlandse journalist bedenkt hem), maar dat neemt niet weg dat hij toch een soort verlosser voor de inwoners van de Spaanse regio wordt. Want wat voor tijd is het? Spanje zucht onder het bewind van dictator Franco, zeker Catalonië dat alle zelfstandigheid ontzegd wordt. Catalaanse symbolen zijn verboden en alleen bij het spreken van de eigen taal dreigt al de gevangenis. FC Barcelona is voor veel Catalanen een van de weinige manieren hun identiteit te tonen. In die tijd strijkt Cruijff bij de onderdrukte club neer. Met zijn wilde haren, bravoure en revolutionaire spel staat hij voor opstand tegen de gevestigde orde.
De verwachtingen zijn hooggespannen en Cruijff maakt ze glorieus waar. De clash met het gehate Real Madrid, de club van Franco, eindigt in een afgetekende 0-5. De overwinning wordt gevierd als een overwinning op Spanje, met een jubelfeest op Plaça de Catalunya, en geeft de Catalanen hun trots en zelfbewustzijn terug. Dát Cruijff tegen Real speelt, mag je een speling noemen van het lot, dat een duwtje in de rug krijgt van Rinus Michels. Op verzoek van de toenmalige Barça-trainer bevalt de vrouw van Cruijff, die op de zondag van de wedstrijd uitgerekend is, een week eerder met een keizersnede. Zoon Jordi wordt vernoemd naar de beschermheilige van Catalonië, iets wat op dat moment verboden is door het regime. Mede hierdoor is de populariteit van El Flaco (de magere), zijn echte Spaanse bijnaam, bij Barcelona tot op de dag van vandaag onaantastbaar.
Er is maar één moment dat je op tijd kunt komen. Ben je er niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat
Cruijff was een pionier
Op, maar ook buiten het veld is Cruijff zijn tijd vooruit. Zo is hij de eerste speler die zich bewust is van de commerciële waarde die hij vertegenwoordigt. Iets waar hij, met zijn schoonvader Cor Coster als zaakwaarnemer, wat van de club voor terug wil zien. En als trainer treedt hij alleen ergens in dienst als hij zijn eigen staf mag meenemen. Eisen die tegenwoordig als gewoon worden gezien, maar in die tijd levert het hem de predicaten geldwolf en lastpak op. Cruijff is een pionier, die de weg bereidt voor volgende generaties. In 1979 leidt die weg naar het beloofde land Amerika, dat op het gebied van voetbal nog achtergebleven gebied is.
Belangrijkste reden is een zakelijk fiasco met een varkensfokkerij. Cruijff, die eigenlijk al was gestopt met voetbal, is failliet en moet opnieuw beginnen. Geld is echter niet zijn enige drijfveer. Naar eigen zeggen kan hij in Europa veel meer verdienen, maar hij vindt van zichzelf dat hij op een missie is: het voetbal in Amerika tot een succes maken, laten zien dat het "de mooiste sport ter wereld is". Cruijff speelt een seizoen voor Los Angeles Aztecs en voor Washington Diplomats en wordt in Amerika geprezen vanwege zijn inzet en liefde voor de sport. Zo blijkt hij bereid uren te rijden als hij ergens kosteloos tien minuten op de televisie over voetbal mag vertellen.
Voordat ik een fout maak, maak ik die fout niet
Cruijff was wraakzuchtig
In het leven van Cruijff is wraakzucht niet zelden een drijfveer. Treffend voorbeeld daarvan is zijn transfer naar Feyenoord in 1983. Want wat is een betere manier van wraaknemen dan vreemdgaan met de aartsrivaal? Vreemdgaan met de aartsrivaal en kampioen worden, en dat is precies wat Cruijff doet. Nadat hij Ajax na zijn terugkeer in 1981 tweemaal de titel heeft bezorgd, krijgt hij van het clubbestuur niet de verwachte (financiële) waardering. Voorzitter Ton Harmsen moppert dat Cruijff niet te veeleisend moet zijn omdat Ajax zat aanstormend talent bezit om zonder hem te kunnen. Laat maar zien dan, moet Cruijff gedacht hebben en hij vertrekt getergd naar Rotterdam.
Eerst lijkt het erop dat Harmsen gelijk krijgt als de jonkies van Ajax met liefst 8-2 van Feyenoord winnen, maar Cruijff blijft stoïcijns en steekt zijn somberende ploeggenoten na afloop in de kleedkamer een hart onder de riem. Het zijn (volgens de oude telling) maar twee punten, zegt hij, gevolgd door de uitgekomen voorspelling dat Feyenoord kampioen zal worden. Het bezorgt de fans gemengde gevoelens, maar de Coolsingel stroomt vol, zoals De Kuip volstroomt. Het legt de oude meester, die op basis van recettes in Rotterdam speelt, geen windeieren. Feyenoord belooft hem vijf gulden voor elk verkocht kaartje boven 20.000 toeschouwers. Cruijff: "Als Feyenoord niets verdient, verdien ik ook niks." Dat seizoen zitten er gemiddeld 25.000 man op de tribunes, goed voor nagenoeg een miljoen.
Je gaat het pas zien als je het doorhebt
Cruijff was een leermeester (en een betweter)
Als de zevendertigjarige Cruijff stopt als speler, ditmaal echt, maakt hij de logische overstap naar een trainerscarrière, omdat hij het trainingsveld en de rondootjes niet kan missen. Voor dit nieuwe hoofdstuk keert hij in 1985 terug naar de club waar het jongensboek begon, Ajax. Te wennen aan zijn andere rol hoeft hij nauwelijks, Cruijff was immers al trainer toen hij nog speler was. Als hij ergens aan moet wennen, dan is het aan de teleurstelling dat hij tijdens wedstrijden op de bank plaatsnemen moet. Daar zit hij overigens zonder diploma. Cruijff ziet zichzelf als een praktijkjongen en voelt er niets voor om een opleiding te volgen.
Omdat je geen trainer mag zijn zonder diploma creëert voorzitter Harmsen de functie technisch directeur. De KNVB zit met de situatie in de maag, maar durft de beste vaderlandse voetballer niet in de schoolbanken te dwingen en verleent hem dispensatie. De hand van Cruijff is onmiddellijk zichtbaar: Menzo is de meevoetballende keeper, rechtsbuiten Rijnink wordt rechtsback en talentvolle spelers als Koeman, Rijkaard, Bosman, Van Basten, Vanenburg en Van ‘t Schip wisselen veelvuldig van positie.
Ajax mist de titel, maar krijgt er veel voor terug: er wordt meer gescoord dan ooit en de spelvreugde spat er vanaf. Anderzijds worden de jonge spelers moe van Cruijff, die altijd overtuigd is van zijn gelijk en onophoudelijk op ze in blijft praten. Als het niet gezegd wordt, dan wel gedacht: hou toch eens je kop! Het is het beroemde leerproces dat voortijdig sneeft. Na anderhalf seizoen gaan Cruijff en Ajax voor de derde (en niet voor de laatste) keer met ruzie uiteen. De scheiding drijft hem terug in de armen van zijn andere liefde, Barcelona. Ook dit huwelijk brengt in het begin voorspoed en geluk. Barcelona wint onder Cruijff voor het eerst in de clubgeschiedenis de belangrijkste Europese beker.
Het is 1992, het jaar dat de cup met de grote oren Champions League gaat heten, en de finale tegen Sampdoria wordt op Wembley beslist door een daverende knal van Koeman. Het elftal gaat de geschiedenis in als het dream team, met grote namen als Laudrup, Stoichkov en Guardiola, die tegenwoordig zelf furore maakt als toptrainer. Tot de dag van vandaag toont de pupil van toen zich aan zijn leermeester schatplichtig: "We weten dat Barcelona veel meer is dan Johan alleen, maar zijn komst betekende de revolutie die ons heeft geleerd hoe we dingen moeten doen."
Podcast 'De Onbekende Cruijff'
In de vierdelige podcast 'De Onbekende Cruijff' hoor je alles over de minder bekende kanten van Cruijff. Abonneer je hier.
Cruijff in beeld
Italianen kennen niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen
Cruijff was onnavolgbaar
Wat Cruijff ook uniek heeft gemaakt is zijn taalgebruik, het Cruijffiaans. Van jongs af aan heeft hij zijn eigen manier van praten, met radde, onafgemaakte zinnen die over elkaar heen buitelen. Later zegt hij daarover: "Ik denk zo snel, dat de woorden me niet kunnen bijbenen." Zijn onbedoelde taalkunsten bereiken hun hoogtepunten in zijn periode als analist. Nadat Cruijff in 1996 vanwege tegenvallende resultaten bij Barcelona wordt ontslagen, schuift hij regelmatig aan in de studio bij voor- en nabesprekingen van wedstrijden uit de Champions League. De verdediging is "een geitenkaas" en een voorhoede kan worden gevormd met één aanvaller en wat "tutti frutti". Het woordje 'wie' speelt ook een opvallende rol in zijn vocabulaire met zinnen als "Dat vind ik een negatieve invloed wie geen enkele zin heb" en "utopieën wie nooit gebeuren" (in plaats van 'die' uiteraard). Meest berucht worden zijn oneliners die het midden houden tussen een paradox, een inzicht en een open deur. Een greep uit deze uitspraken komt verspreid over dit venster terug.
Cruijff 'is' altijd aanwezig
Cruijff blijft een band houden met Ajax en andersom voelt de club de onlosmakelijke band met Cruijff, die soms als een wurggreep is. Als hij niet officieel in functie is dan hangt zijn geest, zelfs bij leven, boven de Arena. Zijn invloed is groot, zijn banden met de pers nauw en hij heeft de onvoorwaardelijke steun van de supporters, zeker van de luidruchtige. In 2008 keert hij terug naar Ajax om vorm te geven aan het voetbaltechnische beleid. Hij houdt zich bezig met het kiezen van de beste organisatievorm, maar legt na twee weken zijn taken alweer neer. Zijn denkbeelden komen niet overeen met die van de nieuwe hoofdtrainer Marco van Basten. De hervormingen gaan hem te ver: Cruijff wil heel de jeugdopleiding op de schop nemen en daarbij vrijwel iedereen ontslaan om met nieuw bloed talenten op te leiden. Als een onherkenbaar Ajax twee jaar later een kansloze nederlaag leidt tegen Real Madrid, komt Cruijff opnieuw in actie en begint wat door de pers wordt bestempeld als de 'fluwelen revolutie'. Hoofddoel is van Ajax, boven een beursgenoteerd bedrijf, weer een voetbalclub te maken, gerund door oud-voetballers en gericht op de jeugdopleiding.
Het zijn de mantra's van Cruijff, die niet bepaald zachtzinnig erdoor worden gedrukt. De revolutie krijgt ijzeren trekken en kenmerkt zich door moddergevechten, rechtszaken en beschadigde reputaties. Cruijff stapt op, samen met zijn medecommissarissen met wie hij de tent uitvocht. Nadien blijft hij nog wel betrokken bij Ajax in de rol van adviseur, maar eind 2015 komt het alsnog tot een breuk en trekt Cruijff zich terug. Reden die hij aandraagt, is dat zijn adviezen niet correct worden opgevolgd, al beweert Ajax anders. In dezelfde periode wordt bij Cruijff (die half zijn leven rookt als een ketter, maar na een hartaanval overstapt op lolly’s) longkanker vastgesteld. Een maand voor zijn overlijden uit hij zich nog positief over zijn vooruitzichten: "Ik heb het gevoel dat ik met 2-0 voorsta in de eerste helft van een wedstrijd die nog niet is afgelopen. Ik weet zeker dat ik uiteindelijk zal winnen." Het wordt wel zijn laatste schijnbeweging genoemd.
Op 24 maart 2016 overlijdt hij in Hospital Sant Pau in zijn woonplaats Barcelona. Twee jaar later wordt het voetbalstadion de Amsterdam Arena omgedoopt tot Johan Cruijff Arena. In 2019 volgt bij stadion Camp Nou in Barcelona de onthulling van zijn standbeeld en wordt het tweede stadion van de club Estadi Johan Cruijff genoemd. Daar speelt onder andere het vrouwenteam van de Spaanse club waar Oranjespeelster Lieke Martens voor uitkomt. Zo blijft Cruijff nog steeds aanwezig op de twee plekken waar hij zijn grootste successen vierde.
In zekere zin ben ik waarschijnlijk onsterfelijk
In het kort...
Cruijffs spel was revolutionair. Met zijn demarrages - een versnelling in een versnelling - was hij de Messi van zijn tijd.
Ook buiten het veld is hij zijn generatie vooruit. Een zaakwaarnemer, het uitbaten van zijn talenten en een eigen staf meenemen als trainer: Cruijff was er de eerste in.
Cruijff was een leermeester en een betweter tegelijk. Met zijn visie van aanvallend voetbal heeft hij Ajax, Barcelona en het Nederlands elftal blijvend beïnvloed.
Het Cruijffiaans. Met zijn soms onnavolgbare oneliners, met "Elk nadeel, heb zijn voordeel" als bekendste, heeft Cruijff de Nederlandse taal verrijkt.
En je weet het!
Anderen het laten weten?