Waarom is persvrijheid belangrijk?
Waarom is persvrijheid belangrijk?
Laatste update: 22-09-2024
Persvrijheid zorgt ervoor dat journalisten zonder angst hun werk kunnen doen en misstanden kunnen onthullen. Het wordt in Nederland als belangrijk fundament onder de democratie gezien. Het is vastgelegd in de Grondwet. Hoe belangrijk persvrijheid is voor ons en waarom die onder druk staat leggen we uit in dit artikel.
Redacteur: Marjolein Koster
Wat is persvrijheid?
Er is sprake van persvrijheid wanneer journalisten onafhankelijk van machthebbers kunnen publiceren wat ze willen, zonder daarbij bang te zijn dat ze hierdoor bedreigingen ontvangen of met geweld te maken krijgen. In de Nederlandse Grondwet staat bijvoorbeeld dat de overheid zich niet mag bemoeien met wat journalisten zeggen of schrijven. Dat wil zeggen: er is geen controle vooraf, maar wanneer informatie onjuist blijkt te zijn of op een illegale manier is verkregen, kan de gedupeerde naar de rechter stappen om te vragen om rectificatie of een schadevergoeding.
Ook kan iedereen na publicatie een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek. Deze onafhankelijke instantie bewaakt de ethische grenzen van de journalistiek. De raad toetst de regels die door de beroepsgroep zelf is opgesteld. Hij velt uitsluitend een oordeel over de berichtgeving maar legt geen sancties op. Voor een rectificatie of schadevergoeding kan een benadeelde naar de rechter.
Volgens de World Press Freedom Index is in slechts 52 van de 180 onderzochte landen sprake van persvrijheid. Dat betekent dat in slechts 3 op de 10 landen de pers vrij zijn werk kan doen. Vaak beperken overheden media door wetgeving en is er bij journalisten sprake van zelfcensuur vanwege angst voor geweld of vervolging. In het ergste geval worden journalisten vermoord. In tal van landen wordt de pers beknot, geïntimideerd of bedreigd. Door de staat; zoals in Hongarije of Polen. Door drugskartels; zoals in Mexico die journalisten het zwijgen opleggen als zij hun criminele activiteiten dreigen bloot te leggen. Of door terroristen; denk aan de aanslag in 2015 op het Franse blad Charlie Hebdo vanwege de publicatie van een sportprent van Mohammed.
Naast Freedom House heeft ook Reporters Without Borders een jaarlijkse ranglijst en deze organisatie houdt bovendien bij hoeveel journalisten er vermoord zijn en gevangen gehouden worden. Landen als Noord-Korea en Eritrea bungelen al jarenlang onderaan de lijsten. De overheid heeft daar totale zeggenschap over de media en voor journalisten is elke vorm van kritiek onmogelijk. Dichterbij huis zien we bijvoorbeeld dat de Hongaarse, Turkse en Russische overheid journalisten ernstig beperkt in hun werk door bepaalde kranten te verbieden of door televisiestations op te kopen. De vele conflicten in het Midden-Oosten en de journalisten die daarbij gedood worden, zorgen de laatste jaren voor een daling van de mondiale persvrijheid.
Hoe gaat het met de persvrijheid in Nederland?
We staat al jarenlang bovenaan de lijsten van persvrijheid. Het gaat dus relatief goed in Nederland. Media zijn onafhankelijk en journalisten hebben veel rechtsbescherming. Maar volgens Reporters Without Borders is er een stijging van het aantal schendingen van die persvrijheid. Hierdoor is de score van ons land in de afgelopen jaren naar beneden gegaan. In 2023 stijgt Nederland weer van plek 28 naar de zesde plek van 180 landen.
Nederland is niet immuun voor het verslechterde politieke en sociale klimaat in Europa
Reporters Without Borders
De daling komt onder meer door toenemend geweld tegenover journalisten aldus Reporters without Borders. Politici van politieke partijen als PVV en FvD trekken de legitimiteit van traditionele media in twijfel, wat wantrouwen creëert richting serieuze media. Hierdoor krijgt de pers bijvoorbeeld minder toegang tot bepaalde bronnen en kunnen ze minder goed onderzoek doen. Ook zorgen discussies over nationale identiteit, stikstof en immigratie voor meer bedreigingen tegen Nederlandse journalisten. De NOS besluit in 2020 zelfs om logo's van satellietwagens af te halen vanwege de constante intimidatie en bedreigingen waar medewerkers mee te maken krijgen.
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 80% van de journalisten te maken heeft met bedreigingen, geweld en intimidatie. Zo is er in 2018 een aanslag op het gebouw van de Telegraaf. Misdaadverslaggever John van den Heuvel is al jarenlang zwaar beveiligd vanwege doodsbedreigingen uit de onderwereld. Peter R. de Vries meldt in 2019 op een dodenlijst van crimineel Taghi te staan. Hij maakt dit openbaar om de 'zaak stuk te maken' en weigert zich te beveiligen. Hij raakt op 6 juli 2021 in Amsterdam zwaar gewond bij een aanslag op zijn leven en overlijdt een aantal dagen later aan zijn verwondingen.
Als gevolg van bedreigingen breken sommige journalisten hun reportage af, vermijden ze bepaalde locaties en vindt er soms geen of een aangepaste publicatie plaats. Een groot deel van de ondervraagde journalisten geeft aan dat de terughoudendheid als gevolg van de bedreigingen toeneemt. Met andere woorden: Nederlandse journalisten doen steeds vaker aan zelfcensuur.
Enkele andere voorbeelden waarbij de persvrijheid in Nederland door overheidsbeleid onder druk staat:
- De invoering van de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv). Deze staat ook bekend als de Sleepwet en stuit op zoveel kritiek dat er in maart 2018 zelfs een referendum over plaatsvindt. Door deze wet kunnen journalisten minder goed hun bronnen beschermen.
- In de zaak over de drugsoorlog in de Amsterdamse onderwereld luistert het OM een gesprek van een journalist af tijdens gesprekken met een bron. Eerder gebeurt dat ook bij een journalist van het Brabants Dagblad, waarmee het OM achter de bron van een burgemeesterslek wil komen.
- De Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) functioneert niet zoals hij zou moeten. Wanneer journalisten bepaalde informatie opvragen krijgen ze zwartgelakte formulieren terug. Hoe ver dit gaat toont de Toeslagenaffaire in 2021 aan. De opvolger van de Wob-wet, Wet open overheid (Woo) uit 2022 moet hierin veranderingen brengen en zorgen voor meer openheid naar burgers en de mogelijkheid tot waarheidsvinding voor journalisten.
Ook vormen de dalende inkomsten voor de dagbladpers een beperking. Die leiden tot verschraling van de lokale journalistiek en hierdoor wonen steeds minder journalisten de gemeenteraden bij. In de gemeente Oudewater denken ze daarvoor een oplossing te hebben gevonden: ze huren hun eigen ‘journalist’ in om de burgers te informeren over hun werk. Dit druist sterk in tegen de journalistieke onafhankelijkheid.
Waarom zijn vrije media nodig?
Vrije media zijn een belangrijk fundament voor een goed functionerende democratie. Media controleren de macht en moeten daarom onafhankelijk van die machten kunnen werken. Op die manier kunnen journalisten betrouwbare informatie verschaffen aan de burger, zodat deze goed geïnformeerd beslissingen kan nemen.
Het bekendste en meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld waarin de pers de overheid controleert is de Watergate-affaire in de Verenigde Staten. Twee journalisten ontdekken dat Republikeinse president Nixon de verkiezingen van 1972 heeft beïnvloed door het hoofdkantoor van de Democraten af te luisteren. Uiteindelijk treedt hij hierom af.
Om de overheid te kunnen controleren, heb je in Nederland bijvoorbeeld de Woo: de Wet open overheid. Deze wet maakt het voor iedereen mogelijk informatie van overheidsorganisaties op te vragen. Journalisten maken hier vaak gebruik van om bijvoorbeeld bepaalde geldstromen te controleren.
Bonnetjes van Teeven
Dit soort informatie over politici of overheidsorganen die niet conform de regels handelen is relevant, omdat het gaat om publiek geld. Zoals bijvoorbeeld in het geval van de toeslagenaffaire.
Als je niet weet wat er aan de hand is in je omgeving, hoe kun je dan goede besluiten nemen?
Free Press Unlimited
In Nederland is persvrijheid bijna een vanzelfsprekendheid, maar in veel delen van de wereld staat onafhankelijk nieuws onder druk en is betrouwbare informatie vergaren moeilijk, zo niet onmogelijk. De Nederlandse ngo Free Press Unlimited steunt in deze landen journalisten en persorganen om onafhankelijk nieuws te verzorgen. Zo brengt Radio Dabanga onafhankelijk nieuws vanuit Sudan. Vanwege de aanhoudende burgeroorlog in het land is het niet mogelijk dit vanuit Sudan zelf te doen. Daarom staat deze radiostudio in het kantoor van Free Press Unlimited in Amsterdam. Door gebruik te maken van betrouwbare bronnen ter plaatse weten Sudanezen dankzij Radio Dabanga hoe het conflict in hun land zich ontwikkelt en waar veilige gebieden zijn. In dit geval zijn vrije media letterlijk van levensbelang.
Beperking van de persvrijheid heeft allerlei gevolgen. Een voorbeeld hiervan is de negatieve berichtgeving in Hongarije over vluchtelingen uit het Midden-Oosten die via Hongarije Europa binnenkomen. “De stortvloed van officiële overheidspropaganda, gecombineerd met bevestigende media-items, blijkt vaak effectief, ondanks het gebrek aan subtiliteit”, zegt Roeland Termote, correspondent in Oost-Europa in het boek Blad voor de mond. Doordat premier Orbán van Hongarije steeds meer grip krijgt op de media, zijn er voor de Hongaren steeds minder alternatieven om betrouwbare informatie te verkrijgen. Hierdoor kan het negatieve sentiment tegenover mensen uit andere culturen groeien.
Wie beperken journalisten en waarom doen ze dat?
Gerichte beperkingen kunnen plaatsvinden wanneer journalisten kritiek hebben op een machthebber, bijvoorbeeld omdat deze bepaalde informatie geheim wil houden. Heel vaak is dat het politieke bestuur: presidenten, ministers of burgemeesters. Die wil haar macht behouden en zorgt er daarom voor dat de informatie die burgers krijgen, overeenkomt met het beleid van hun partij. In veel landen zijn media direct gelieerd aan de staat of controleren machthebbers ze op andere manieren, zoals in bovenstaand voorbeeld van Hongarije en zoals dit de laatste jaren in Turkije onder president Erdogan het geval is.
Ook Rusland daalt steeds verder op de ranglijst voor persvrijheid. Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 bloeit onafhankelijke journalistiek op, maar de laatste jaren legt president Poetin die weer aan banden. “De burger staat op een streng dieet van desinformatie”, zegt Peter d’Hamecourt, voormalig NOS-correspondent in dit land. In het boek Blad voor de mond noemt hij meerdere voorbeelden van compleet verzonnen televisiereportages. Beelden van kinderlijkjes uit de Krim blijken uit andere oorlogsgebieden te komen en een reportage over de opstand in Kiev, waarin een vrouw van een separatist achter een tank gebonden wordt en over het plein wordt meegesleurd, terwijl haar zoontje moet toekijken, blijkt gespeeld te zijn door acteurs. Op deze manier gebruikt de overheid media doelbewust om de publieke opinie te beïnvloeden en vervaagt het onderscheid tussen feit en fictie. Tijdens de oorlog in Oekraïne wordt de pers in Rusland verder ingesnoerd. Persorganisaties zijn gedwongen het land te verlaten en in 2023 wordt een Amerikaans correspondent in Moskou gevangengezet wegens verdenking van spionage.
In sommige andere landen zijn criminele organisaties machtiger dan de overheid en beheersen zij de media. Dit is sterk het geval in Mexico, waar drugskartels de ene na de andere journalist bedreigen, mishandelen of vermoorden. In dit soort landen is het letterlijk levensgevaarlijk om de waarheid boven tafel te krijgen, ook wanneer het gaat om corrupte politici die dan vaak weer sterke banden hebben met criminelen. Journalisten kunnen zo niet hun taak als waakhond van de democratie uitoefenen.
Het Midden-Oosten is een van de gebieden die bekend staan om zeer beperkte persvrijheid. Israël voerde een wet in om buitenlandse zenders te kunnen sluiten. Dat overkomt de Arabische zender Al Jazeera tijdens de Gazaoorlog in 2024.
In 2018 is er wereldwijd verontwaardiging vanwege de verdwijning van de Saudi-Arabisch journalist Jamal Khashoggi. Er is een sterk vermoeden dat hij op het Saudische consulaat in Istanbul is vermoord. Khashoggi schrijft in zijn laatste column in de Washington Post dat hij zich ernstig zorgen maakt om de vrijheid van meningsuiting in de Arabische wereld.
Dichterbij huis hebben journalisten te maken met tegenstand van criminele organisaties. In 2017 komt Daphne Caruana Galizia om het leven. Zij is de enige journalist die schrijft over corruptieschandalen en maffiapraktijken op Malta. Toenmalig CDA-politicus Pieter Omtzigt - door de Raad van Europa aangesteld als speciaal rapporteur om de moord en nasleep te onderzoeken - stuit bij zijn onderzoek op ernstige gebreken in de Maltese rechtsstaat.
Een jaar later vindt de Slowaakse politie Ján Kuciak en zijn vriendin dood in hun huis. Kuciak staat dan op het punt te publiceren over banden van de Italiaanse maffia met de regerende Slowaakse politieke partij.
Hoewel oorlogsverslaggeving vanzelfsprekend bepaalde risico’s met zich meebrengt, zien we in dit vakgebied de laatste jaren een sterke stijging van gericht geweld tegen journalisten. De terreurgroep IS, bijvoorbeeld, schuwt het doelbewust gijzelen, mishandelen en vermoorden van journalisten niet. Denk aan James Foley, de Amerikaanse persfotograaf. In een video met de titel A message to America, onthoofden de terroristen hem.
10 jaar geleden bood het herkenbaar zijn als journalist bescherming. Dat is nu niet meer zo.
Hans Jaap Melissen, oorlogsverslaggever
Waar oorlogvoerenden en onafhankelijke staten in het verleden journalisten veelal met rust laten waardoor zij in staat zijn verslag te doen van oorlogshandelingen, is dit tegenwoordig niet meer altijd het geval. Zo verliezen in de oorlog tussen Israël en Hamas in 2023 tientallen Palestijnse journalisten de dood. Volgens de Palestijnse journalistenvakbond PSJ gebeurt dit doelbewust en wordt de vrije nieuwsgaring onmogelijk gemaakt door Israël. Volgens Israël komt het omdat ze de veiligheid van de media in de Gazastrook niet kan garanderen. Verslaggevers zonder grenzen dient hierover in oktober 2023 een klacht in bij het Internationaal Strafhof vanwege het begaan vaan oorlogsmisdaden.
Nederland kent ook verschillende journalisten die tijdens het uitoefenen van hun vak om het leven zijn gekomen in oorlogsgebied.
Omgekomen Nederlandse journalisten
Met de komst van sociale media groeit ook het aantal burgerjournalisten en hun belang voor de journalistiek in conflictgebieden. Zij zijn de eerste ooggetuigen en de video’s die zij maken zijn steeds vaker een bron voor nieuwsredacties. Deze burgerjournalisten zijn, net als lokale journalisten, echter veel kwetsbaarder voor het geweld om hen heen. De laatste jaren zien we dan ook een grote stijging van het aantal gedode burgerjournalisten. In tegenstelling tot correspondenten kunnen zij niet terug naar een veilig thuis. Bovendien hebben correspondenten vaak veel grotere budgetten, waardoor zij onder andere kogelvrije vesten kunnen dragen en beveiligers mee kunnen nemen tijdens hun reportages.
Is er steeds minder persvrijheid?
Freedom House meldt in 2019 dat de wereldwijde persvrijheid steeds meer onder druk komt.
Er zijn een aantal hoofdredenen waardoor Freedom House zich zorgen maakt: de opkomst van autoritaire regimes, het groeiende populisme en de polarisatie in de maatschappij. Met name de wijze waarop president Trump in de grootste democratie van de wereld, de Verenigde Staten, tijdens zijn ambtstermijn de pers voortdurend zwart maakte, noemt de organisatie zorgwekkend.
Persvrijheid in het geding
Door autoritaire en populistische regimes ontstaat er polarisatie in de maatschappij, wat betekent dat groepen mensen meer tegenover elkaar komen te staan. Die ontwikkeling is ook terug te zien in diverse media. Zeker in de VS is er al jarenlang een trend gaande dat media steeds subjectiever worden en daarom ook als minder betrouwbaar worden gezien. Dit leidt tot groeiende kritiek en zelfs tot bedreigingen, wat via internet met een druk op de knop anoniem kan. Journalisten gaan hierdoor terughoudender te werk en passen de berichtgeving soms aan, vanwege angst voor bedreigingen. Zelfcensuur is daarmee een van de grootste beperkingen voor de persvrijheid in de westerse media.
Als we de ontwikkeling van de persvrijheid over een langere periode bekijken zien we ook positieve ontwikkelingen. In 1986 is nog 55% van de landen niet vrij, terwijl dat nu ongeveer een derde is. Dat heeft vooral te maken met de val van het communisme in Oost-Europa, waardoor in die landen media en overheid van elkaar losgekoppeld zijn.
De komst van internet zorgt ervoor dat mensen meer toegang hebben tot informatie. Ze hoeven niet meer alleen af te gaan op datgene wat ze op radio of televisie horen, maar kunnen zelf zoeken naar alternatieve bronnen.
Een nadeel van internet is dat het ook zorgt voor een toename van nepnieuws. Er is wel goede hoop: zowel in de VS als in Nederland lijkt de burger meer dan ooit behoefte te hebben aan serieuze journalistiek. Een aantal voorbeelden: het aantal digitale abonnees van The New York Times stijgt in een jaar met 63% en ook de NRC en de Volkskrant krijgen steeds meer lezers online. Mensen zien in dat persvrijheid belangrijk is en dat daarvoor een prijs betaald moet worden.
In het kort
Persvrijheid is een grondrecht. Het houdt in dat media onafhankelijk van machthebbers, en zonder toestemming vooraf, kunnen publiceren.
Nederland heeft een hoge mate van persvrijheid, maar volgens de onderzoekers hebben ook wij te maken met een verslechterd politiek en sociaal klimaat waardoor de persvrijheid daalt.
Vrije media zijn een belangrijk fundament van een goed functionerende democratie. Zij controleren de machten en zorgen ervoor dat een burger goed geïnformeerd is en beslissingen kan nemen.
Gerichte beperking van de pers kan plaatsvinden wanneer journalisten kritiek hebben op een machthebber, bijvoorbeeld omdat deze bepaalde informatie geheim wil houden.
Wereldwijd is de persvrijheid tot een dieptepunt gedaald. Oorzaken zijn de conflicten in het Midden-Oosten, de opkomst van autoritaire regimes en polarisatie. Dit leidt tot groeiende zelfcensuur.
Door internet zien veel burgers -ook in dictaturen - kans om online nieuws te vergaren. Nadeel is dat het ook nepnieuws biedt.
Geraadpleegde bronnen
En je weet het!
Anderen het laten weten?