Hoe kunnen donorkinderen hun biologische vader vinden?

een volwassen man ontmoet zijn biologische vader

Hoe kunnen donorkinderen hun biologische vader vinden?

Laatste update: 20-10-2025

In Nederland lopen vele duizenden donorkinderen rond: kinderen die verwekt zijn met het zaad van een donor. Tegenwoordig is anonieme spermadonatie in ons land verboden, maar vroeger was anonimiteit juist standaard. Hier lees je hoe dit ging en hoe donorkinderen hun biologische vader (en halfbroers en -zussen) soms alsnog kunnen vinden.

Sinds wanneer mogen donoren niet meer anoniem blijven?

In Nederland is het sinds 1948 mogelijk om kinderen te verwekken met donorzaad. In de beginjaren gaat dat allemaal nog heel geheimzinnig. Je wordt zelfs alleen behandeld als je een geheimhoudingsverklaring ondertekent. Veel ouders en donoren willen zelf ook liever niet dat hun omgeving ervan weet, omdat het nog taboe is. Ook is het idee dat het voor het kind zelf beter zou zijn om de waarheid niet te weten.

Esther kreeg op haar 28ste te horen dat haar vader eigenlijk niet haar biologische vader was. Bekijk de hele aflevering op NPO Start

In de jaren 80 verandert die gedachte. Het besef groeit dat het voor kinderen belangrijk is om te weten waar hun wortels liggen. In 1987 adviseert de Gezondheidsraad daarom aan ouders om donorkinderen te vertellen over hun afkomst. Pas in 2004 komt er ook een wet die anoniem sperma doneren in Nederland verbiedt. 

Tot 2004 hebben donoren de keuze of ze hun sperma anoniem willen doneren (A-donor) of later vindbaar willen zijn voor het kind (B-donor). Maar de wet heeft nog een ander – voor veel mensen ongewenst – gevolg. Mannen die vóór 2004 sperma hebben gedoneerd als B-donor, kunnen er nu alsnog voor kiezen om A-donor te worden. Hoewel ze dus eerder hebben afgesproken vindbaar te zijn voor hun toekomstige kinderen, komen sommige donoren daar nu op terug. Voor veel donorkinderen en hun ouders is dat een flinke klap. Deze kinderen hadden erop gerekend dat ze na hun 16e hun biologische vader konden leren kennen, maar dat kan nu ineens niet meer. 

De biologische vader van Maria heeft zich bedacht en wil niet meer vindbaar zijn. 

Het komt ook voor dat donoren juist wél gevonden willen worden, maar door administratieve fouten van spermaklinieken toch onvindbaar zijn voor hun kinderen. Sommige klinieken zijn jarenlang slordig omgegaan met de gegevens van donoren, met alle gevolgen van dien.

Wat ging er mis bij fertiliteitsklinieken in Nederland?

Er zijn de afgelopen jaren meerdere misstanden en schandalen bij Nederlandse fertiliteitsklinieken aan het licht gekomen. Zo zijn er vruchtbaarheidsartsen die hun eigen zaad gebruikten. Een bekend voorbeeld is Jan Karbaat, die tot 2009 jarenlang sjoemelt met spermadonaties in de door hem geleide kliniek Medisch Centrum Bijdorp. Karbaat gebruikt regelmatig zijn eigen sperma om vrouwen te insemineren, terwijl de vrouwen daar niet van op de hoogte zijn. Op die manier verwekt hij meer dan 100 kinderen. Ook gebruikt Karbaat meerdere keren het zaad van Louis, een donor met autisme. Hiermee worden – tegen de richtlijnen in – tientallen, misschien wel honderden kinderen verwekt. 

Het zaad van Karbaat

De driedelige VPRO-documentaireserie Het zaad van Karbaat vertelt hoe dit kon gebeuren en hoe het nieuws de ouders, kinderen en andere betrokkenen raakt.

Joey schrikt zich rot als hij een foto ziet van Karbaat in zijn jonge jaren. 

Karbaat is niet de enige arts die zijn eigen sperma heeft gebruikt. Er zijn steeds meer gevallen bekend van gynaecologen die hun eigen zaad gebruikten en zo tientallen kinderen hebben verwekt. Voorbeelden zijn Jos Beek, die een praktijk in het voormalig Elisabeth ziekenhuis in Leiderdorp had, en Jan Wildschut, die werkte als gynaecoloog in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle. Stichting Donorkind denkt dat het "om het topje van de ijsberg" gaat en dat er nog veel meer gevallen zullen worden ontdekt.

Daarnaast blijkt dat klinieken zich ook lang niet altijd aan andere regels hebben gehouden of hun administratie niet goed bijhielden. Zo was er sinds de jaren 90 een richtlijn van de beroepsvereniging van gynaecologen (NVOG) om maximaal 25 nakomelingen per donor te hebben. Maar deze afspraak blijkt vaak te zijn overschreden. Sinds 2004 zijn er in Nederlandse klinieken minstens 85 massadonoren bekend. Dat zijn donoren die meer dan 25 kinderen hebben verwekt via spermadonatie. Donoren konden zich bijvoorbeeld bij meerdere klinieken aanmelden. Of klinieken wisselden sperma uit zonder dat de donor dit wist en zonder dat dit goed werd geregistreerd. Ook hebben sommige klinieken donorzaad bewust vaker gebruikt, zonder dat de donor of betrokken ouders daarvan afwisten. 

Ook zijn er donoren die zelf zoveel mogelijk kinderen willen verwekken. Zij doneren bijvoorbeeld expres in verschillende landen, gebruiken verschillende namen of staan op websites voor wensouders. In sommige gevallen heeft dat geleid tot honderden kinderen, zoals bij Ed Houben en Jonathan Meijer. 

Verder heeft de slordige administratie in sommige klinieken ook andere problemen veroorzaakt. Donoren die juist wel gevonden willen worden, blijken soms onvindbaar voor hun kinderen. Sommige klinieken zijn jarenlang slordig omgegaan met de gegevens van donoren, met alle gevolgen van dien.

Emi en Maartje waren 17 jaar op zoek naar hun biologische vader, maar de kliniek nam geen contact met hem op.

Hoe komen donorkinderen hun biologische familie op het spoor?

Veel donorkinderen gaan op zoek naar hun genetische oorsprong. Bijvoorbeeld om hun biologische familie (bloedverwanten) te leren kennen, om meer te weten te komen over erfelijke aandoeningen in hun familie en om te voorkomen dat ze onbedoeld een relatie beginnen met een halfbroer of -zus. Vanaf je 16e kan je als donorkind de naam, geboortedatum en woonplaats van de donor opvragen via donorgegevens.nl. De een kan niet wachten om meer over de donor te weten te komen, terwijl de ander er liever niet mee bezig is. Je kan dan altijd nog later de informatie opvragen als je dat wil. Meer informatie over wat hierbij komt kijken, vind je hier.

Voor kinderen die zijn verwekt met het zaad van een anonieme donor is het lastiger – maar lang niet altijd onmogelijk – om verwanten op te sporen. Tegenwoordig zijn er steeds meer mogelijkheden op dat gebied. Via (inter)nationale DNA-tests en databanken als de Fiom KID-DNA Databank, Familytree en Myheritage kunnen donorkinderen op zoek gaan naar hun genetische achtergrond. Door een beetje wangslijm op te sturen en gegevens over jezelf in te vullen, kan je een profiel aanmaken bij zo’n databank. Vervolgens wordt je profiel vergeleken met dat van anderen, in de hoop op een match. Op die manier vinden donorkinderen soms niet alleen hun biologische vader, maar ook halfbroers en -zussen van wie ze het bestaan niet wisten.

Milan heeft misschien wel meer dan vijftig broers en zussen. 

Ook gebeurt het soms dat zaaddonoren van voor 2004 terugkomen op hun eerdere besluit om anoniem te blijven, omdat ze inzien hoe belangrijk het voor hun kinderen kan zijn om te weten van wie ze afstammen. Hun profiel wordt dan alsnog opgeslagen in een DNA-databank, zodat het gematcht kan worden als iemand naar hen op zoek is.

Ben je donorkind en wil je op zoek naar bloedverwanten? Dan vind je tips bij Stichting Donorkind.

In het kort:

  • In de beginjaren wordt de behandeling met donorzaad geheim gehouden, maar door de jaren heen groeit het besef dat het voor kinderen belangrijk is om te weten waar hun wortels liggen. Sinds 2004 is anonieme spermadonatie in Nederland verboden.

  • Er zijn de afgelopen jaren meerdere misstanden en schandalen bij Nederlandse klinieken aan het licht gekomen. Zoals van artsen die hun eigen sperma gebruikten en van massadonoren die tientallen of zelfs honderden kinderen hebben verwekt.

  • Via (inter)nationale DNA-tests en databanken kunnen donorkinderen op zoek naar hun genetische achtergrond. Op die manier vinden ze soms niet alleen hun biologische vader, maar ook halfbroers en -zussen van wie ze het bestaan niet wisten.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Jessie van den Broek

Wil je nog meer?

Blijf op de hoogte met de
wekelijkse nieuwsbrief

Velden met een * zijn verplicht.

Volg ons op social: