Het Koninklijk Huis en de jacht: een publiek geheim?
Het Koninklijk Huis en de jacht: een publiek geheim?
Laatste update: 22-01-2024
“Don’t let Willem kill’em!” Het is september 2018, tijdens een protest tegen de plezierjacht van de koninklijke familie worden borden met dit soort teksten omhoog gehouden. Al eeuwenlang is jagen een koninklijke traditie. Maar deze gewoonte komt steeds meer in opspraak. Hoe is de plezierjacht in Nederland begonnen? Hoe heeft de koninklijke familie het jachtlandschap beïnvloed? En hoe populair is jagen nog?
Programma: Andere Tijden (NTR)
Wie waren de eerste hobbyjagers?
De allereerste mensen jagen om zichzelf te kunnen voeden en te beschermen. Een prooi dient niet alleen als maaltijd, maar onze voorouders maken er bijvoorbeeld ook kleding, gereedschap of muziekinstrumenten van.
Tegenwoordig is jagen om te kunnen overleven niet meer nodig. Toch doen veel mensen in Nederland het nog als hobby. Om te mogen jagen in Nederland moet je je aan allerlei regels houden en een jachtakte[1] hebben. Ook leden van de koninklijke familie hebben er eentje. Prinses Amalia[2] haalde haar jachtakte in 2022 en mag sindsdien ook jagen. De jacht is al generaties lang een traditie binnen het Koninklijk Huis en van oudsher een hobby van de gegoede klasse.
In de oudheid is jagen voor mannen die veel geld en tijd hebben al een vorm van vermaak. Een leeuwenkop als hoofddeksel zorgt in die tijd dan ook voor veel aanzien.
In de middeleeuwen wordt de plezierjacht voor de adel een nog populairder tijdverdrijf. Het is niet alleen een gelegenheid om met je mede-edellieden over vervelende boeren of zeurende burgers te praten, het is ook een manier om met je geld te pochen en je mannelijkheid en kracht te tonen.
Aan het eind van de middeleeuwen komt actief wildbeheer op om er zeker van te zijn dat de edellieden altijd een dier kunnen schieten als ze dat willen. Hun knechten schieten ‘schadelijk wild’ zoals vossen en wolven zoveel mogelijk dood. Zo blijven meer herten, konijnen en eenden in leven waardoor de plezierjacht op elk moment plaats kan vinden. Alleen de adel mag in die tijd jagen.
Af en toe komt het voor dat iemand uit de lagere klasse een uitnodiging krijgt om mee te gaan op jacht op het landgoed van een edelman. Maar doorgaans is jagen voor ‘gewone’ mensen ten strengste verboden: op stroperij staan zware straffen.
Waarom daalt de wildstand in de zeventiende eeuw?
In de zestiende eeuw breekt de Tachtigjarige Oorlog uit. Er is weinig toezicht op de Nederlandse bossen. Stropers grijpen hun kans in deze turbulente tijden en jagen komt veel voor. Teveel, want na de Nederlandse Opstand is het dan ook slecht gesteld met de wildstand. Ook in de Hollandse duinen, een populaire plek voor de jacht, zijn de dieren verdwenen. In 1684 koopt stadhouder Willem III van Oranje daarom het kasteeltje Het Oude Loo met bijbehorend park. Hij breidt het gebied uit, laat een groot nieuw jachtslot bouwen en een Franse tuin aanleggen[3].
Na de Franse bezetting wordt dit gebied als kroondomein aan koning Willem I toegewezen: degene die de kroon draagt is de eigenaar over het terrein.
Welke invloed heeft het Koninklijk Huis op de wildstand?
Kroondomein Het Loo wordt het nieuwe jachtterrein van de Oranjes. Er is een overvloed aan wild, maar toch heeft het landschap zijn tekortkomingen. Het bestaat voor het grootste deel uit zand en paarse heidevelden. In 1895 mag niemand meer door de bossen van Het Loo wandelen; de Oranjes sluiten voor het eerst het kroondomein om er privé te kunnen jagen. Tot begin 1900 gebeurt er weinig met het gebied, maar dan gaan koningin Wilhelmina en haar Duitse echtgenoot prins Hendrik zich met het gebied bemoeien.
Het koninklijk echtpaar breidt het kroondomein enorm uit waardoor dit het grootste landgoed van Nederland wordt. Grootschalige ontginning en bebossen van het landschap zorgen bovendien voor vergroening van Het Loo. Het gebied wordt door al deze maatregelen van het koninklijk paar steeds meer het natuurgebied zoals wij dat tegenwoordig kennen. Het aantal bomen en gras nemen toe en dat geldt ook voor de biodiversiteit.
Prins Hendrik heeft een enorme liefde voor de jacht en legt verschillende wildbanen aan. Bij de bebossing van het kroondomein is gebruik gemaakt van het Duitse bosbouwmodel. Niet vreemd, gezien de afkomst van de prins.
Binnen het jachtgebied voeren de Oranjes het wild bij zodat er meer dieren overleven. Bovendien importeren ze extra wild vanuit bijvoorbeeld Duitsland en Spanje met de trein. Zo is 1902 hét jaar van de wilde zwijnen-import. Prins Hendrik is dol op deze dieren, die helaas in Nederland al sinds het midden van negentiende eeuw zijn uitgestorven. Maar Hendrik heeft geluk: onze buurlanden hebben genoeg zwijnen en schenken er graag een paar aan de prins. Vanaf dat moment zijn er weer wilde zwijnen te spotten op de Veluwe.
Er is af en toe wat protest tegen de jachttaferelen en de wildimport van het koningshuis, maar dat maakt de prins niet uit. Ook koningin Wilhelmina zou waarde hechten aan de traditionele jachtgebruiken en die dan ook in stand willen houden. De medewerkers van het kroondomein hebben zwijgplicht zodat tegenstanders van de jacht geen bewijs hebben van de jachtactiviteiten van de familie.
Wie komt in opstand tegen het jagende koningshuis?
Aan het eind van de negentiende eeuw ontstaat onder andere door beter onderwijs langzamerhand meer aandacht voor de natuur en het beschermen daarvan. We leren meer over de verschillende dier -en vogelsoorten die in ons land bestaan. Zo ontstaan er lokale studieclubs die uiteindelijk in 1901 samenkomen in de ‘Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging’[4].
Steeds meer mensen trekken zelf de natuur in om de flora en fauna te bewonderen. Hierdoor zien steeds meer Nederlanders het belang in van natuurbescherming en soortenbehoud. Het ontstaan van organisaties zoals Staatsbosbeheer en de invoering van de Boswet[5] laten zien dat ook de overheid deze koers volgt.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de rol van de mens in de natuur. Die blijkt ingrijpender te zijn dan men denkt en de protesten tegen natuurschade nemen toe.
In 1948 neemt Juliana het koninklijke stokje van Wilhelmina over. De echtgenoot van koningin Juliana, de Duitse prins Bernhard blijkt net als zijn schoonvader dol te zijn op jagen. Het feit dat hij ook president is van het net opgerichte Wereld Natuur Fonds lijkt niet te botsen met zijn jachtliefhebberij. Bernhard zet de Duitse jachttraditie voort en is vooral geïnteresseerd in jacht op wilde zwijnen op het kroondomein.
Het landgoed sluit nog steeds jaarlijks voor bezoekers. Maar dan schenkt Wilhelmina in 1959 haar privégronden, inclusief het kroondomein, aan de Nederlandse staat. De Veluwe wordt hierdoor een nieuwe toeristische attractie.
Kroondomein Het Loo is nu dus publiek terrein. Toch sluit een deel van het gebied elk jaar een paar maanden voor de koninklijke familie. De koning jaagt ‘gemiddeld één dagdeel per jaar onder toezicht van professionele faunabeheerders’[6]. Elk jaar neemt de druk toe om aan het publiek te verantwoorden waarom het domein nog dicht gaat. Het bos is toch van iedereen? Al jaren zijn er protesten tegen de gedeeltelijke sluiting en de subsidie die de koning krijgt om het gebied te onderhouden[7].
Vooral in de jaren zeventig komt de jacht zwaar onder vuur te staan. In deze tijd gaan zoölogen zich namelijk in het natuurbeschermingsdebat mengen. De belangrijkste actiegroep tegen de jacht is de Stichting Kritisch Faunabeheer[8] dat zich sinds 1976 inzet voor de belangen van in het wild levende dieren. Zij strijden voor moreel en wetenschappelijk verantwoord natuurbeheer en daar valt plezierjacht volgens hen niet onder. De stichting vindt het achterhaald dat het Koninklijk Huis jaagt en belachelijk dat daarvoor een voor publiek toegankelijk bos moet sluiten.
Hoe verandert de Nederlandse wetgeving rondom de jacht?
Er is niet alleen kritiek op de koninklijke familie. De actievoerders vinden ook dat de wetgeving rondom de jacht te kort schiet. Zo wordt pas in 1977 in de wet vastgelegd dat jagers een examen moeten afleggen voordat zij mogen jagen. Waar jagers mogen jagen en hoeveel dieren zij mogen schieten wordt steeds strenger.
In 1989 behaalt de Stichting Kritisch Faunabeheer naar eigen zeggen een overwinning als het Koninklijk Huis zijn traditionele jachtrecht in de duinen bij Noordwijk overdraagt aan Staatsbosbeheer[9]. Het jachtrecht van het kroondomein geeft het echter niet zo makkelijk op. Toch blijven de natuurbeschermers het winnen van de jagers, zo blijkt.
In 2001 wordt koningin Beatrix afgezet als beschermvrouwe van de Dierenbescherming vanwege de plezierjachten op het kroondomein[10]. Bovendien is er altijd veel kritiek op drijfjacht. Dit is een jachtmethode waarbij een aantal jagers in een lijn door het bos loopt en het wild voor zich uit jaagt. Vervolgens zijn heel makkelijk veel dieren af te schieten. De drijfjacht op wilde zwijnen wordt in 2002 verboden[11]. Het jagen lijkt afgelopen voor het koningshuis.
Stopt de koninklijke familie met jagen?
Al jarenlang groeit dus de kritiek op de jagende Oranjes. Toch lijkt juist sinds het opkomen van die kritiek in de jaren zeventig de geheimzinnigheid rondom de jacht alleen nog maar groter te zijn geworden. Want ook nu is ieder najaar het kroondomein nog steeds verboden terrein voor het publiek. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst kan in deze periode verantwoord faunabeheer worden uitgevoerd[12].
Toch blijven natuurbeschermers, politici en burgers twijfelen of de Oranjes er niet toch nog steeds jagen. Want ook de huidige koning Willem-Alexander blijkt niet vies van een jachtpartij. Foto’s van de koning op jacht circuleren op het internet en hij komt er voor uit dat het een hobby is.
Ondanks veel kritiek sluit het kroondomein nog steeds elk najaar. Voor het faunabeheer of voor de jacht? Dat blijft een vraagteken. Wat er ook plaatsvindt, er zijn geen pottenkijkers bij.
In het kort
Sinds de oudheid jagen mensen al voor hun plezier. Vooral de adel in de middeleeuwen heeft jachtrituelen die wij vandaag de dag nog kennen.
Door de chaos van de Tachtigjarige Oorlog wordt er teveel gestroopt en verdwijnt er veel wild.
De Veluwe worden groter en groener zodat Prins Hendrik daar zijn jachttradities voort kan zetten. Hij importeert ook dieren die in Nederland uitgestorven zijn. Hierdoor ontstaat het uitgebreide natuurlandschap dat wij nu kennen.
De interesse en liefde voor de natuur groeit na de oorlog en vooral de Stichting Kritisch Faunabeheer voert actie tegen de plezierjacht.
Ook de politiek keert zich tegen de jacht: de drijfjacht, een geliefde jaagwijze van de koninklijke familie, wordt verboden.
Ondanks veel kritiek sluit het kroondomein nog steeds elk najaar. Of de koninklijke familie er nog jaagt, is de grote vraag.
Geraadpleegde bronnen
En je weet het!
Anderen het laten weten?