Hoe werd het Koninklijke Philips groot?

Philips logo & gloeilamp

Hoe werd het Koninklijke Philips groot?

Laatste update: 14-08-2023

Bijna iedereen heeft een product van Philips in huis liggen. Zelfs al heb je geen televisie, stofzuiger of tandenborstel, dan ligt er vast ergens nog wel een cd of verdwaald peertje. Maar hoe is dit ‘koninklijke’ bedrijf eigenlijk zo groot en divers geworden?

Redacteur: Niek van Lent

Hoe ontstond Philips?

In 1891 stichten werktuigkundig ingenieur Gerard Philips (1858 -1942) en zijn vader – fabrikant, bankier en handelaar in tabak en koffie – Frederik Philips (1830-1900) de gelijknamige gloeilampenfabriek in Eindhoven. Zij starten een proeffabricage om zich te specialiseren in de ontwikkeling van de kooldraadlamp. Philips is dan een relatief late starter op de gloeilampenmarkt, want er zijn in Nederland al zo’n vier andere producenten actief. Vader en zoon beginnen bewust met een kleinschalige productie, om eerst ervaring op te doen en de kwaliteit van de lampen te garanderen. Zij experimenteren op dat moment nog met meerdere productiemethodes.

De eerste Philips fabriek

Een foto van het eerste Philipsfabriekje.

 © ANP

Tegen 1892 komt de productie op gang en ontwikkelen ze ongeveer tweehonderd gloeilampen per dag. In 1893 ontwerpt Gerard een innovatieve methode om kwalitatief hoogstaande gloeilampen te produceren, waarna de productie stijgt tot circa 45.000 gloeilampen per jaar. Ruim tien jaar na de oprichting maken vader en zoon voor het eerst winst.

Een kijkje in het productieproces van een Philipslamp in 1921.

Na dat eerste succes gaat Anton Philips (1874-1951), broer van Gerard, aan de slag als  koopman van het familiebedrijf. Er ontstaat een strijd tussen de broers om elkaar te overtreffen. De een probeert meer te verkopen dan de ander kan produceren en vice versa. In de daarop volgende jaren bereiken ze samen vele mijlpalen. Philips breidt uit in Eindhoven maar koopt ook andere fabrieken op.

Technologische ontwikkelingen zoals de komst van de stoomtram en mechanisatie in de fabrieken zorgen bovendien voor een gemakkelijker productieproces. De productieomvang stijgt tussen 1895 en 1905 van 40.000 naar 4 miljoen lampen per jaar. Een deel van deze afzet wordt door tsaar Nicholaas II voor zijn rekening genomen, wanneer hij het familiebedrijf de opdracht geeft zijn winterpaleis met 50.000 gloeilampen te verlichten. Anton stuurt zijn broer na deze overeenkomst een memorabel telegram vanuit Rusland met daarop de boodschap:

philips_quote

Wegens successen kan Philips verticaal integreren met een metaal-, glas- en papierfabriek. Hierdoor heeft het de volledige productie van hun gloeilamp in handen. Een weloverwogen risico is nog de overstap naar de metaaldraadlamp. Ook dit blijkt een snel groeiende productie en zal uiteindelijk de verkoop van de kooldraadlampen doen krimpen.

Philips produceert en levert hun eigen glas na verticale integratie.

Het succes van Philips brengt welvaart naar Eindhoven. Meer dan duizend werknemers zijn werkzaam in de fabrieken, driekwart daarvan is vrouw. Een groot deel van de werknemers zijn uit andere delen van Nederland aangetrokken. Anton Philips weet dat medewerkers ook in de buurt moeten wonen. Hij sticht in 1910 een fabrieksdorp genaamd Philipsdorp waarin medewerkers van alle gemakken zijn voorzien. Hij bouwt ‘gezonde’ woningen met moestuinen en in het dorp ontstaat een gemeenschap met verschillende voorzieningen zoals een Philipsbakkerij, -drogisterij en een sportveld – dat later zal volgroeien tot de bekende Philips Sport Vereniging (PSV). Philipsmedewerkers werken niet alleen bij het bedrijf, ze wonen er ook.

De beelden van het jubileum van Anton Philips tonen de betrokkenheid van de medewerkers bij het bedrijf. De hele aflevering zien? Kijk op anderetijden.nl.

philips_fabrieken

De Philipsfabrieken in het centrum van Eindhoven.

 © ANP

Hoe groeit Philips gedurende de Eerste Wereldoorlog?

In 1914 richt Philips NatLab op. Dit natuurkundig laboratorium is ontworpen om te experimenteren met een energiebesparende halfwattlamp. De 27-jarige fysicus Gilles Holst (1886-1968) krijgt van het bedrijf de mogelijkheid de eigen kennis van de gloeilamp zo groot mogelijk te maken in de hoop de concurrentie te overtroeven. Dit lab zal uiteindelijk de bakermat vormen van vele octrooien en technologische ontwikkelingen binnen Philips.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog spelen er echter problemen op. Hoewel Nederland neutraal is, wordt het voor Philips steeds moeilijker om aan bepaalde grondstoffen te komen. In 1915 ontstaat er een dringend tekort aan argon, waarop het bedrijf besluit een eigen gasfabriek te openen. Op de lange termijn blijkt de neutraliteit juist goed te zijn voor Nederlandse bedrijven. Zonder buitenlandse concurrentie hebben bedrijven vrij spel op de nationale en internationale markt. Inmiddels heeft Philips dusdanig veel takken van het productieproces in handen dat de succesformule groeit. De Eerste Wereldoorlog kenmerkt zich door relatieve groei ten opzichte van Duitse concurrenten zoals AEG, Siemens en Halske. In 1916 al ontvangt het familiebedrijf zelfs het predicaat ‘Koninklijke,’ een titel waar een bedrijf normaal gesproken honderd jaar voor moet bestaan.

philips_beatrix_abstract

Beatrix opent het Philipsmuseum in Eindhoven op 4 april 2013.

 © ANP

De laatste jaren van de eerste wereldoorlog zet Philips de eerste stappen in de gezondheidszorg en consumentenelektronica: de productie van zowel de röntgenbuis als de radiobuis wordt in samenwerking met het NatLab gestart.

De jaren na de oorlog staan vooral bekend om de productie van radio, maar ook televisie, scheerapparaten en medische apparatuur. Philips beperkt zich niet langer tot het maken van gloeilampen maar ontwikkelt zich langzaam tot het consumentenelektronicabedrijf dat wij kennen. Deze verandering begint met radio. Waar Gerard Philips voorheen aan radio had gerefereerd als ‘’een speeltuin voor militairen,’’ ontstaan er vanaf 1922 radio-omroepen waardoor het product binnen het bereik van de consumentenmarkt komt. Philips probeert in te spelen op de explosief groeiende markt, de gloeilampenfabriek is zelfs deels verhuisd om plaats te maken voor de productie van radiobuizen. Ondanks dat ze lange tijd niet kunnen voldoen aan de toenemende vraag, verkoopt het concern na vijf jaar al een miljoen radio’s.

philips_radio2

Een Philipsradio uit 1931.

Hoe overleeft Philips de Tweede Wereldoorlog?

Eind jaren dertig lopen de spanningen in Europa op en is het begin van de Tweede Wereldoorlog nabij. Het bestuur van Philips krijgt betrouwbare aanwijzingen dat de Duitsers in de nabije toekomst Nederland willen binnenvallen. De directie stelt een evacuatieplan op waarin wordt vastgelegd welke belangrijke personen, documenten en uitvindingen zo snel mogelijk achter de waterlinie veilig worden gesteld, om ze vervolgens met een Brits oorlogsschip naar Londen te vervoeren. Wanneer op 10 mei 1940 de invasie begint, gaat dit evacuatieplan van kracht. De familie Philips vertrekt met hun belangrijke werknemers naar Londen.

Belangrijke werknemers van Philips worden gedurende de invasie met een Britse ‘destroyer’ geëvacueerd. De hele aflevering zien? Kijk op anderetijden.nl.

Alleen de onervaren Frits Philips (1905-2005) blijft in Eindhoven om het bedrijf op Nederlandse bodem te leiden. Als ook Groot-Brittannië niet veilig blijkt, evacueert de familie naar de Verenigde Staten. Vanuit New York stichten zij kleine fabrieken en proberen zij het bedrijf verder uit te bouwen. Door de oorlog raakt het concern verspreidt. Het hoofdkantoor verplaatst naar Curaçao, de belangrijkste leden van de directie wonen in New York en Frits Philips probeert in Nederland de thuishaven te beschermen. Onder Duits toezicht moet de Eindhovense fabriek voor de oorlogsindustrie gaan draaien.

Philips produceert in die tijd voornamelijk radio-onderdelen voor de Duitsers. De productie loopt gewoon door, met Duitsland als grootste afnemer. Voor de bedrijfstop in het buitenland is het onduidelijk hoeveel invloed de Duitsers in de fabrieken hebben. Desondanks was de grootschalige radioproductie voor de geallieerden een reden om de Philipsfabrieken te bombarderen. Tijdens het ‘sinterklaasbombardement’ op 6 december 1942 proberen Britse bommenwerpers de fabrieken te treffen. Omdat deze grenzen aan de binnenstad van Eindhoven wordt hierbij een groot deel van het centrum verwoest en vallen er ruim 150 doden.

De Britse luchtmacht bombardeert de radiofabrieken in Eindhoven. De hele aflevering zien? Kijk op anderetijden.nl.

In 1943 krijgt Frits het verzoek een werkplaats op te richten in het concentratiekamp in Vught. Hij gaat met dit verzoek akkoord maar stelt wel een aantal voorwaarden. Zo wil Frits gevangenen uitbetalen en zeggenschap over werkzaamheden. Daarnaast verzorgt Philips de zogenaamde ‘Phili-Prak’: een warme maaltijd die de gevangen dagelijks ontvangen. De Duitsers stemmen niet in met een betalingsregeling maar gaan akkoord met de andere voorwaarden.

Kamp Vught

philips kamp vught

Arbeid in kamp Vught. Een illustratie uit een boekenserie over ons land tijdens de oorlog.

Kamp Vught philips

Een foto van het kamp (datum onbekend).

philips kamp vught

Een omheining en wachttoren in kamp Vught (2003).

philips kamp vught

Een omheining en wachttoren in kamp Vught (2003).

philips kamp vught

Omheining van kamp Vught (2003).

philips kamp vught

De gerestaureerde barak 1B in kamp Vught (2013).

philips kamp vught

De gerestaureerde barak 1B in kamp Vught (2013).

Het besluit van Frits om met dit Philips-Kommando in zee te gaan brengt een hoop dubbelzinnigheden met zich mee. Enerzijds biedt de werkplaats Philips de mogelijkheid om werknemers, waaronder zo’n 600 joden, veilig te stellen. Anderzijds profiteert het bedrijf van de arbeid van gevangenen.

Uiteindelijk blijkt de invloed van Frits Philips kleiner dan verwacht. In 1944 wordt Duitsland in Europa teruggedrongen waarop zij besluiten gevangenen richting de concentratiekampen in het Oostblok te transporteren. Alle joodse werknemers van het Philips-Kommando worden in 1944 haastig naar Auschwitz gedeporteerd. Toch helpt de status die zij verkrijgen door het Kommando, als geschoolde arbeiders, velen van hen het kamp door.

Twee ex-medewerkers vertellen hoe de status als kamparbeider van de 'Philips-Gruppe' hen meer aanzien gaf en het leven redde. De hele aflevering zien? Kijk op anderetijden.nl.

 

Veel werknemers worden in Auschwitz verder getransporteerd naar andere fabrieken. Uiteindelijk komen er van de 496 joodse medewerkers 382 weer thuis. Het bedrijf heeft in de oorlog weliswaar meegewerkt aan de Duitse oorlogsindustrie, maar heeft in die periode de kern van Philips en een deel van haar werknemers veilig weten te stellen. Na de oorlog zal het bedrijf weer een grote groei kennen.

Hoe veranderde Philips van gloeilampproducent tot multimediaconcern?

In 1948 voltooit Philips het bekende logo, waarin hun handelsmerken van licht- en radioproductie zijn verwerkt. Waar voor de oorlog al sprake is van een televisieproductie blijven Philips en NatLab ook daarna op meerdere gebieden innoveren dan slechts licht en radio. Een aaneenrijging van successen maken het concern groter dan tevoren.

philips_logo

Het Philipslogo op het hoofdkantoor. De sterretjes staan symbool voor de gloeilamp en de middelste lijnen verwijzen naar radiogolven.

 © ANP

Omdat grote innovatieve veranderingen plaatsvinden op het gebied van multimedia, begint ook Philips zich steeds meer te richten op consumentenelektronica. Audiovisuele media zijn tegen die tijd belangrijke producten voor het bedrijf, terwijl de lampenindustrie juist meer een zijtak vormt. Verschillende belangrijke doorbraken zijn kenmerkend voor de succesperiode van Philips, waaronder de volgende uitgelichte producten.

philips_ottens3

Portret van Lou Ottens met zijn uitvinding.

 © ANP

In 1963 introduceren ze de audiocassette, een uitvinding van een team ingenieurs onder Lou Otten, die ter vervanging van de moeilijk bedienbare spoelenrecorder dient. Het gebruiksgemak en formaat van het cassettebandje resulteert in grote belangstelling. Deze populariteit is mede mogelijk doordat Philips de licentie vrijgeeft voor andere bedrijven om ook cassettes te produceren. Het bandje kan op deze wijze snel een nieuwe standaard vormen voor (mobiele) geluidsdragers.

Interview met Lou Ottens door DWDD over het succes van zijn uitvinding: de audiocassette.

Al in 1970 begint Philips in het NatLab met experimenten in optische lasertechnologie met het oog op een opvolger van de grammofoonplaat en audiocassette. In 1979 besluiten ze zelfs samen te werken met concurrent Sony om de Compact Disc, een nieuwe standaard op het gebied van audio-opslag, te voltooien. Ondanks dat de eerste cd in 1982 klaar ligt, is het niet direct een succes. Pas in 1985, nadat de Dire Straits hun album ‘Brothers in Arms’ op cd lanceren, komt de verkoop op gang. Een paar jaren later overstijgt de verkoop van cd’s de plaat en cassette, een nieuwe internationale standaard is gezet.

philips_cdspeler

Een cd-speler van Philips.

 © ANP

Het cassettebandje en de cd zijn niet de enige belangrijke innovaties van Philips in de tweede helft van de twintigste eeuw. Zo zijn bijvoorbeeld de dragers van deze opslagproducten ook van belang. Bovendien leidt de vondst van de cd en optische lasertechnologie uiteindelijk ook tot de dvd en blu-ray discs. Andere noemenswaardige vindingen zijn de Synchrocyclotron, Philishave, breedbeeldtelevisie en het PM5544-testbeeld. Naast deze succesverhalen kent de periode echter ook een hoopje mislukte producten.

Welke geflopte producten kent Philips?

Een van deze producten is het Video 2000-systeem dat Philips in 1979 op de markt brengt. Het homevideosysteem, dat ook wel bekend staat als de VCC wordt een aantal jaren na de VHS en VCR geïntroduceerd. Alhoewel het product in sommige opzichten superieur is door een betere beeldkwaliteit, dubbele opslag, en een programmeerbaar opnamesysteem, slaat het niet aan. Philips mist de slag doordat de markt tegen die tijd al grotendeels is bezet met Betamax- en VHS-systemen. Bovendien geeft het gebrek aan porno op VCC-banden voor veel consumenten de doorslag om een van de andere apparaten aan te schaffen, mits ze er niet al een hebben.

Ook de Compact Disc Interactive oftewel cd-i is een product dat snel flopt. De cd-i is een interactief systeem waarbij audio, tekst en beelden zijn verweven. Er kunnen spellen op worden gespeeld, maar het apparaat draait ook films, muziek en interactieve educatievideo’s. Het apparaat vindt zijn oorsprong in een toevoeging, bedacht tijdens een samenwerking tussen Philips, Sony en spellenfabrikant Nintendo, bedoeld voor het populaire Super Nintendo-systeem. Deze toevoeging, die ‘Play Station’ zou gaan heten, brengt de mogelijkheid spellen vanaf een cd te lezen, hetgeen superieur is aan de verouderde cartridge die de Super Nintendo oorspronkelijk gebruikt.

philips_cdiportable

De 'portable' variant van de Philips cd-i die door toedoen van de Sony Playstation flopt.

 © ANP

Uiteindelijk besluit Nintendo toch niet in zee te gaan met de andere bedrijven en komt de productie van deze toevoeging niet tot stand. Philips reageert door in 1992 zelf hun eigen systeem genaamd cd-i op de markt te brengen, maar deze slaat mede door een hoge prijs van ongeveer duizend gulden niet aan. In 1994 countert Sony dan met hun eigen welbekende Playstation en tegen die tijd maakt zelfs een vernieuwde cd-i geen kans meer. In 1996 besluit Philips te stoppen met de productie van de cd-i, waaraan inmiddels miljoenen verloren zijn gegaan.

De introductie van een proefmodel van de cd-i. het bedrijf heeft tijdens de lancering het volste vertrouwen in het nieuwe product.

Waarom richt Philips zich nu op gezondheidszorg?

De diversiteit aan Philipsproducten begin 21e eeuw is enorm. Lampen, televisies, radio’s, tandenborstels, scheerapparaten, medische apparatuur en koffiezetapparaten behoren allemaal tot het assortiment. Na aanhoudende verliezen in 2009 en 2011, deels als gevolg van de economische crisis, besluit het concern plots een andere weg in te slaan en zich meer te focussen op de gezondheidszorg, zowel in het ziekenhuis als bij de consument thuis. Kort na elkaar verkoopt Philips de tak consumentenelektronica en brengt het hun lichtdivisie naar de beurs. Nadat de deal tussen het Japanse Funai en Philips betreffende hun audio- en videotak niet doorgaat, verkoopt het concern deze takken aan het Amerikaanse Gibson Brands, een bedrijf dat groot is geworden met de productie van elektrische gitaren. 

Journaal over het verkopen van de consumentenelektronica. Deze overname door Funai zal later stuklopen.

Philips Lighting zal een los bedrijf met eigen hoofdkantoor vormen dat deels in handen van aandeelhouders is. Een grote aandeelhouder is het Italiaanse Exor, het bedrijf van de FIAT-familie Agnelli. Bovendien is de naam Philips vanaf 2016 niet meer als hoofdsponsor te vinden op de PSV-shirts. De multinational blijft de club wel financieel steunen. In 2019 is het samen met enkele grote multinationals als ASML opnieuw shirtsponsor. Onder de naam Brainport Eindhoven promoot het de technologische kracht van de regio. Met name het na 123 jaar afstoten van de lichtdivisie – bakermat van het concern – leidt tot discussies binnen het bedrijf. De nieuwe focus komt vanaf 2014 te liggen op de afdelingen ‘Healthcare’ en ‘Consumer Lifestyle’, die samen het nieuwe begrip ‘HealthTech’ vormen. Philips ontwikkelt zich in de jaren erna steeds meer als gezondheidstechnologiebedrijf.

Philips neemt afscheid van de lampendivisie.

De lichtdivisie van Philips behoort tot het DNA van het bedrijf en had behouden moeten worden.

Zowel in het ziekenhuis als bij de consument moeten Philipsproducten de gezondheid van de mens bevorderen. In ziekhuizen gaat dit met name om MRI-scanners en ultrasound-apparatuur. Philips richt zich sinds 2017 volledig op productie en ontwikkeling van medische apparatuur en persoonlijke gezondheidsproducten. Het behaalt in 2018 een groei van 5 % en een omzet van 18,1 miljard euro. Maar in de jaren daarna krijgt het bedrijf ook te maken met tegenslagen. Zo worden in 2021 drie tot vier miljoen slaapapneu- en beademingsapparaten teruggeroepen vanwege gezondheidsrisico's. De defecte apparaten moeten worden vervangen en in meerdere landen lopen en rechtszaken tegen het bedrijf. Ook kondigt het bedrijf een grote reorganisatie aan, waardoor er duizenden banen verdwijnen.

Of het op de lange termijn voor Philips mogelijk is om op de medische technologiemarkt een groot aandeel in te nemen is nog de vraag. Het is echter wel aannemelijk dat gezondheid en technologie groeiende markten zijn waar winst te behalen valt, onder andere vanwege de vergrijzing

philips_ctscan3

Een PET-MRI scanner van Philips.

 © ANP

In het kort

  • In 1891 stichten Gerard en Frederik Philips een kooldraadlampenfabriek in Eindhoven. Na twee jaar ontdekken zij een goede productiemethode en groeit zowel het bedrijf als de stad Eindhoven.

  • Gedurende WOI profiteert Philips van de afwezigheid van internationale bedrijven. Door een grondstoftekort integreren ze verticaal, om meer zelf te innoveren stichten ze het NatLab. 

  • Tijdens WOII vlucht de directie naar de VS. Vanwege de radioproductie voor de Duitsers bombarderen de geallieerden de Eindhovense fabrieken. Frits Philips probeert vanuit Eindhoven gevangenen in leven te houden door in Kamp Vught mee te werken aan een Philipswerkplaats.

  • Na WOII blijft het bedrijf groeien, en lanceren zij meerdere producten op het gebied van multimedia. Belangrijke innovaties kenmerken de periode van groei zoals de audiocassette, cd en de Philishave.

  • Philips focust zich na de economische crisis steeds meer op apparatuur voor de medische industrie. De takken consumentenelektronica en licht worden naar de beurs gebracht. De focus komt op 'HealthTech' te liggen.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Niek van Lent

Ook interessant om te weten