Van nozems tot hipsters: is de jeugdcultuur 'dood'?
Van nozems tot hipsters: is de jeugdcultuur 'dood'?
Laatste update: 14-04-2023
Nozems, kikkers, hippies, punkers en hipsters. Behoorde jij ook tot een jeugd(sub)cultuur? Al was het maar om even te proberen? Als jongere wil je zelf bepalen hoe je je leven inricht en met wie. Maar waarom zet je je als tiener eigenlijk af tegen anderen? En welke grote jeugdculturen hebben wij sinds de tweede helft van de twintigste eeuw in Nederland zien verschijnen?
Programma: Andere Tijden (NTR)
Waarom zet je je als tiener af?
Je zet jezelf af van anderen om je zelf zijn te benadrukken. Kinderen ontlenen hun identiteit direct aan hun ouders, maar jongeren experimenteren tijdens hun tienerjaren juist steeds meer met vrijheid en zelfstandigheid: ze zoeken naar een eigen identiteit. Jongerenculturen bieden, door middel van een set normen en waarden, een blauwdruk voor verschillende identiteiten waarmee jongeren kunnen experimenteren.
Zo begin je je in je tienerjaren tegen van alles te verzetten. Alles wat je niet wilt en stom vindt, zegt namelijk ook iets over wie jij bent (en wilt zijn). Door niet te doen wat je ouders willen, sla je een eigen weg in en benadruk jij je eigen zelfstandigheid. Zo wijk je in jouw identiteit af van jouw ouders, omdat je de dingen anders doet.
Tieners zetten zich niet alleen tegen hun ouders af, maar soms ook tegen leraren en politie. En niet te vergeten: tegen elkaar! Iedere jeugdcultuur heeft een eigen specifieke stijl. Alles aan die stijl moet aan de normen van de jeugdcultuur voldoen, anders hoor je er écht niet bij. Maar ook hier geldt dat alles wat je niet bent, ook iets zegt over wie je wel bent. Door de tegenovergestelde kenmerken van een andere jeugdcultuur te benoemen en te benadrukken, laat je zien dat die anderen het echt totaal niet begrepen hebben.
Jeugdculturen
Wat is het verschil tussen een jeugdcultuur en een subcultuur?
Een jeugdcultuur (ook wel jongerencultuur) is een set van normen, waarden, opvattingen, gedragsvoorschriften, rituelen en stijl die gedeeld wordt door een groep waarvan de leden binnen de leeftijdsgroep 12 tot 21 vallen. Jeugdculturen zijn dus leeftijdsgebonden. Een subcultuur daarentegen, overlapt enerzijds wel deels met de dominante jeugdcultuur, maar wijkt anderzijds (in minimaal één aspect) toch af van de dominante jeugdcultuur. Hierdoor heeft een jongerensubcultuur een eigen specifieke karakter. Een jeugdcultuur is dus aantrekkelijk voor de massa en breed gedragen, terwijl subculturen uit kleinere groepen bestaan die afwijken van de breed gedragen jongerencultuur. Een voorbeeld zijn de indorockers van de jaren ’50: zij delen veel stijlkenmerken met de kuivencultuur, maar hebben een specifiek karakter dat de kuiven niet hebben.
Sinds wanneer kennen wij jeugdculturen?
In Nederland verschijnen de eerste twee jeugdculturen in de jaren ’50. De stijgende welvaart zorgt er dan namelijk voor dat jongeren genoeg vrij te besteden geld en tijd hebben.
Dit geld is noodzakelijk om de juiste kleding, schoenen, haarstijl en levensstijl te betalen die bij jouw jeugdcultuur horen. In je vrije tijd draag je deze stijl ook zichtbaar uit, zodat iedereen gelijk ziet tot welke jongerencultuur jij behoort.
Wat zijn de kenmerken?
In de jaren ’50 besteedt de jeugd de vrije tijd nog voornamelijk thuis met het gezin. Maar jongeren krijgen het daar benauwd en willen hun vleugels uitslaan buiten het overbekende gezinsleven. Het verzuilde verenigingsleven is voor hen ook niet meer aantrekkelijk, omdat ook dáár de volwassenen de touwtjes in handen hebben. Ze besteden hun tijd veel liever met gelijkgezinde leeftijdsgenoten.
De volwassenen weten niet wat ze zien. Wat moeten we toch met al die nozems? Daarmee komt het nooit meer goed. De jeugd is losgeslagen: wild!
Ze vonden het schandalig! Maar dat kon je allemaal niet schelen. Dat droeg er allemaal aan bij je juist fanatieker te maken.
Jules Deelder, 12 juli 1999
Wat zijn de eerste twee subculturen van Nederland?
De volwassenen van de jaren ’50 zien de losgeslagen jeugd als nozems. Maar wat voor hen één pot nat is, zijn eigenlijk twee aparte jeugdculturen: de kuiven en artistiekelingen. Hoewel er ook wel gemeenschappelijke kenmerken bestaan, staan beide groepen in veel opzichten lijnrecht tegenover elkaar. Als je alleen de gelijkenissen beschouwd zie je één jeugdcultuur, maar als je beter kijkt zie je verschillen en blijken het twee jeugd subculturen.
Artistiekelingen
Artistiekelingen zijn voornamelijk afkomstig uit de hoger opgeleide middenklasse. Hun stijl is deels gebaseerd op Amerikaanse en deels op Parijse voorbeelden. Hun levensstijl kenmerkt zich door een bijzondere voorliefde voor kunst, filosofie, literatuur en jazz. Ze vertonen voorkeur voor zwarte, nonchalante, tweedehands kleding. Hoewel hun imago niet gewelddadig is, zetten ze zich sterk af tegen de cultuur van hun ouders. Zo staan ze bijvoorbeeld kritisch tegenover de seksegebonden rolverdeling die kenmerkend is voor de cultuur van hun ouders. Hoewel ze in de kern niet agressief zijn, gaan ze regelmatig op de vuist met de kuiven.
Kuiven
De kuiven zijn afkomstig uit de midden- en lagere arbeidersklasse. Ze halen hun inspiratie uit Amerika en organiseren zich in gangs. Hun imago is ruig: ze sjezen op brommers en vechten wat af. Van jazz moeten ze niets hebben, ze wenden zich namelijk liever tot rock-‘n-roll. Hun ruige imago dragen ze ook uit in hun kledingstijl. Ze dragen (nieuw gekochte), piloten-, bomber- of leren motorjacks en versieren zich met metalen studs. Ze zetten zich wél af tegen de dominante cultuur van de middenklasse, maar niet tegen die van hun ouders. Zo accepteren ze, in tegenstelling tot de artistiekelingen, bijvoorbeeld wel de seksegebonden rolverdeling.
Maar er zijn ook overeenkomsten tussen de twee groepen. Zo zoeken beide groepen hun plezier op straat, in uitgaansgelegenheden en op het strand. De kuiven en artistiekelingen gaan ook veel naar de bioscoop, soms zelfs naar dezelfde films. Maar dat is niet het enige. Beide jongerenculturen ontlenen elementen aan de Amerikaanse populaire cultuur. Ook kennen ze beide een liefde voor de – nieuw op de markt verschenen – jeans. Wanneer de politie ingrijpt, verbroederen de twee groepen kortstondig en keren de jongeren zich zij aan zij tegen de agenten.
In aanraking met de politie
Hoe laten jongerenculturen zich inspireren door hun voorgangers?
Tussen de jaren ’60 en ’00 schieten nieuwe jongeren(sub)culturen als paddenstoelen uit de grond. Sommigen verdwijnen op den duur terwijl anderen snel vermainstreamen.
Kikkers, hippies en soulkikkers verschijnen in de jaren ’60. In de jaren ’70 komen daar de metalheads, disco’s, rasta’s, punkers, skinheads en hiphoppers bij. Uit deze verschillende jeugdculturen verschijnen, als vertakkingen, weer allerlei jeugdsubculturen. Zo komen er begin jaren ’80 vier verschillende jongerensubculturen voort uit de punkscene, waaronder de new wave.
Hoewel al deze jeugd(sub)culturen het liefst de verschillen met hun tegenculturen benadrukken, bouwen ze allemaal voort op de eerste jeugdculturen uit de jaren ’50. Aan bestaande kenmerken van de artistiekelingen en de kuiven voegen de nieuwe jeugd(sub)culturen hun eigen twist toe.
Kikkers
De kikkercultuur (ook wel bekend als ‘beatniks’) die in de jaren ’60 in Den Haag verschijnt, combineert elementen van de kuiven en artistiekelingen en drukt daar een eigen stempel op. Als kikker drink je evenals de kuiven bier, je organiseert je in gangs en je rijdt op brommers. Wel een brommer van het juiste merk natuurlijk.
Naar het voorbeeld van de artistiekelingen kleed jij je als kikker nonchalant en koester je vrijere opvattingen over seks en de seksegbonden rolverdeling. Aan deze artistieke-kuivenmengelmoes voeg jij je eigen dansstijl en muziek toe: de beatmuziek, waarvan The Beatles het bekendste voorbeeld zijn. En, in contrast met de strakke broeken van je stamvaders, draag je als kikker een broek met uitlopende pijpen.
Hippies
Eind jaren ’60 verschijnen de hippies. Zij kleden zich net als de kikkers en artistiekelingen. Als hippie heb je namelijk een voorkeur voor nonchalante, tweedehands kleding. Maar waar de kleding van de artistiekelingen zwart is, kleden hippies zich juist in alle kleuren van de regenboog. Ook het blowen, de opvattingen over vrije seks en de praatcultuur ontlenen zij aan het intellectuele voorbeeld van de artistiekelingen.
De pure hippiecultuur is maar van korte duur. Begin jaren ’70 treedt er namelijk vermainstreaming op: het revolutionaire gedachtegoed verwatert. Wat overblijft is een toegankelijke, commercieel gerichte massacultuur die nu het merendeel van de jongeren omvat. De hippies hebben wel een blijvende stempel op de Nederlandse samenleving achter gelaten: de festivalcultuur.
Punkers
De punkers verschijnen in de tweede helft van de jaren ’70. Zowel punkers als kikkers combineren elementen van kuiven én artistiekelingen. Als punker deel je met de artistiekelingen een voorliefde voor zwarte, tweedehands kleding, maar de lerenjassen en studs heb je van de kuiven afgekeken. Met de artistiekelingen heb je ook een liefde voor kunst gemeen. Punkers ontwikkelen zelfs eigen kunstvarianten: graffiti en collage. Ook sta je als punker in de intellectualistische traditie van de artistiekelingen. Je bent anarchistisch en maatschappijkritisch en (naar het voorbeeld van de kuiven) ben je bereid hiervoor te vechten.
Punkers
De hipsterparadox: is de subcultuur dood?
In de jaren negentig is de jeugd verdeeld over verschillende subculturen, maar dan verschijnt daar in 1999 plots de hipster. De hipster kenmerkt zich door het gebruik van moderne technologie zoals bijvoorbeeld een laptop, bombastische koptelefoon of camera. Ook heeft de hipster vaak een take-away koffie in de hand, een voorkeur voor duurzame producten en een ideologie van politieke correctheid. In hun kledingstijl grijpt de hipster terug op alle jeugdculturen van de vorige eeuw, maar zonder daarbij rekening te houden met de kleedregels van deze voorgaande jeugdculturen. Zo kun je als hipster prima grote kisten (ontleend aan de punk) onder een bloemetjesjurk (ontleend aan de hippies) dragen zonder de regels van de hipstercultuur te breken.
Hipsters
In de hipstercultuur bereikt het uiten van individualiteit een nieuw hoogtepunt. Waar voorgaande jeugd(sub)culturen als groep afwijken van de geldende normen van de massa, maar daarbij wel hun eenheid als groep benadrukken, is de nadruk op het individu hét kenmerk van de hipster. Als hipster ben je anders: anders dan de rest én anders dan andere hipsters.
Ook bij de hipstercultuur treedt er vermainstreaming op. Dit zorgt voor een lastige paradox: de hipsterparadox. Omdat je als hipster anders wilt zijn dan de massa en je eigen individualiteit benadrukt, zal je ten alle tijden ontkennen dat je een hipster bent. Hierdoor is ook de ontkenning onderdeel van de hipstercultuur. Als je ervoor uitkomt een hipster te zijn, ben je kennelijk een hipster omdat jij je zo identificeert. Maar ook als je beweert géén hipster te zijn, ben je een hipster omdat die ontkenning onderdeel is van de hipstercultuur. Zo is de hipstercultuur, die ooit begon als subcultuur, door vermainstreaming tot massacultuur geworden en zijn we samen één grote hippe massa geworden. Maar als iedereen een hipster is, kunnen er dan nog subculturen bestaan?
In het kort
Je gaat je in je tienerjaren afzetten van anderen om je eigen identiteit te benadrukken. Jeugdculturen kunnen daarbij te hulp schieten.
In de jaren ’50 verschijnen de eerste jongerenculturen in Nederland doordat de welvaart jongeren genoeg vrij te besteden tijd en geld biedt.
In de jaren ’50 verschijnen de kuiven en de artistiekelingen. Zij worden door ouders en autoriteiten aangeduid als nozems, terwijl het eigenlijk twee aparte jeugdculturen zijn met overeenkomsten én verschillen.
In de daarop volgende decennia verschijnen er allerlei jongerenculturen en jongerensubculturen. Sommige verdwijnen in hun geheel, terwijl anderen zo hip worden dat ze vermainstreamen waarna er een commerciële massa zonder ideologie overblijft.
In de hipstercultuur staat het individu centraal, maar omdat deze cultuur zich snel onder de massa verspreidt, ontstaat er een paradox. Als je zegt hipster te zijn ben je een hipster, maar als je ontkent hipster te zijn ben je ook een hipster waardoor iedereen ten allen tijden een hipster zal zijn.
En je weet het!
Anderen het laten weten?