Wat leerde Pavlov van zijn kwijlende honden?
Wat leerde Pavlov van zijn kwijlende honden?
Laatste update: 26-04-2024
Als je ooit flink ziek bent geworden van bijvoorbeeld het eten van mosselen, dan kun je daarna nog jarenlang misselijk worden van alleen al de geur of aanblik ervan, zelfs als je weet dat ze honderd procent veilig te eten zijn. Dat is een typisch voorbeeld van de pavlovreactie: een onvrijwillige reflex op een bepaalde prikkel, die je associeert met iets anders. Wanneer ontstaat een pavlovreactie? Hoe is het ontdekt? En wat heeft het te maken met effectieve reclames en fetisjisme?
Redacteur: Corlijn de Groot
Wie was Pavlov?
De pavlovreactie is vernoemd naar Ivan Petrovitsj Pavlov. Hij is geboren in de Russische stad Ryazan en leefde van 1849 tot 1936. Hij komt uit een zeer religieuze familie. Zijn vader is priester en zijn moeder de dochter van een priester. Ivan Pavlov kiest voor een carrière als fysioloog oftewel een wetenschapper die activiteiten in het lichaam van levende forganismen bestudeert. Hij is specifiek geïnteresseerd in de spijsvertering en met name in de rol van speeksel. Onbedoeld is hij met zijn theorie over klassieke conditionering een van de grondleggers van de psychologie geworden. In 1904 wint hij de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde, niet zoals je zou verwachten voor de ontdekking van de pavlovreactie maar voor zijn werk aan de fysiologie van het maag-darmstelsel.
Hoe is de pavlovreactie ontdekt?
Begin 1900 bestudeert Pavlov de spijsvertering en de lichaamssappen (zoals speeksel) die komen kijken bij een bepaald gedrag. Voor dat onderzoek gebruikt hij honden als proefdieren. Pavlov brengt buisjes aan bij de speekselklieren om het kwijl op te vangen zodat hij nauwkeurig kan meten hoeveel de dieren kwijlen en op welk moment. Een assistent van Pavlov legt vleespoeder in de bek van de beesten om het kwijlen op gang te brengen. Al snel ontdekt Pavlov dat de proefdieren al speeksel beginnen aan te maken ruim voordat het eten in hun bek belandt. Ze kwijlen al bij het ruiken van eten, als ze de deur horen opengaan en zelfs als ze de voetstappen van de assistent horen. Pavlov doet zo per ongeluk een grote ontdekking. Hier zie je hoe het experiment van Pavlov er waarschijnlijk uit gezien heeft.
Bij jou zal misschien ook het water in de mond lopen als je kijkt naar een vitrine met chocoladetaartjes. Anatoom George Maat legt in dit filmpje uit waar dat speeksel vandaan komt.
Na zijn ontdekking stopt Pavlov met zijn onderzoek naar spijsvertering en stort zich volledig op het onderzoek naar het fenomeen dat nu ‘klassieke conditionering’ wordt genoemd. Klassieke conditionering is een vorm van leren waarbij een geconditioneerde stimulus wordt gecombineerd met een ongeconditioneerde stimulus. Terug naar Pavlov en zijn kwijlende honden. Bij de honden is hun voedsel een ongeconditioneerde stimulus, een prikkel die automatisch de aanmaak van speeksel op gang brengt. Kwijlen is de ongeconditioneerde reactie op voedsel. Nu gaan we de honden een bel laten horen. Als ze de bel horen zonder tegelijkertijd voedsel voorgeschoteld te krijgen, is die bel een neutrale stimulus die geen gekwijl oplevert. Maar als we dezelfde bel een paar keer laten horen terwijl we de hond voeren, dan leert de hond dat voedsel en de bel samengaan. Vanaf het moment dat de hond eten associeert met de bel, is de bel een geconditioneerde stimulus geworden. Het belletje heeft een symbolische waarde gekregen. Als je nu de bel laat horen, begint de hond te kwijlen. Het geluid van de bel is veranderd van een neutrale stimulus in een geconditioneerde stimulus.
Een pavlovreactie krijg je pas als je brein onbewust een associatie heeft gelegd tussen twee situaties of prikkels, die in principe niks met elkaar te maken hebben. De ene is bijvoorbeeld de geur van mosselen en de ander is je heel beroerd voelen. De mosselgeur veroorzaakt daarna een onvrijwillige reflex van je lichaam: een golf van misselijkheid die je bijna doet braken.
Het verhaal gaat dat de speekselvloed die je produceert in een jaar zó groot is dat je er twee badkuipen mee kunt vullen.
George Maat, anatoom.
Wel of geen bel?
De bel van Ivan Pavlov is een beroemd symbool geworden binnen de psychologie, maar is dat terecht? De Amerikaanse medisch historicus Daniel P. Todes denkt van niet. In zijn biografie over Pavlov schrijft hij dat een bel veel te onnauwkeurig is voor wetenschappelijk onderzoek. In werkelijkheid heeft Pavlov andere voorwerpen zoals een metronoom, een harmonium, een buzzer en zelfs een elektrische schok als geconditioneerde stimulus gebruikt.
Waarom leggen we associaties?
Je hoort de kraan lopen en opeens moet je nodig plassen. Ook dat is een pavlovreactie. Sinds je allereerste plas op een potje heeft je brein geleerd dat het legen van je blaas en het geluid van stromend water samengaan. Dus als je bij het geluid van kabbelende rivier, een waterval of een vollopend bad opeens nodig moet plassen, is dat helemaal niet raar. In dit geval is het geluid van stromend water de geconditioneerde stimulus. Mensen die moeite hebben om te plassen, bijvoorbeeld na een operatie aan de prostaat, wordt dan ook aangeraden om de kraan te laten lopen als ze naar het toilet gaan.
Mensen, honden en vrijwel alle andere dieren zijn geëvolueerd om snel te leren van ervaringen en dat doen ze door associaties te leggen. Rode vruchten zijn lekker zoet, schrikdraad doet pijn en als het donker is slaap je. Je hoeft niet naar school om dat te leren, want je leert door te ervaren. Dat doet je brein ongevraagd en automatisch. Het is een prachtig systeem dat dieren heeft geholpen om te overleven. Maar soms kan het ook wat onhandig zijn. Je wordt bijvoorbeeld slaperig als je ‘s avonds over een onverlichte snelweg rijdt omdat je brein donker heeft gekoppeld aan slapen.
Zijn emoties ook te conditioneren?
De Amerikaanse psycholoog John Watson raakte geïnteresseerd in conditionering. In 1920 doet hij een beroemd experiment. Dit keer is de proefpersoon geen hond maar kleine Albert, een baby van negen maanden oud. Watson laat Albert spelen met een witte rat. Terwijl ze aan het spelen zijn, laat Watson een vervelend hard geluid horen. Albert schrikt en begint te huilen. Watson herhaalt dit een paar keer: elke keer als ze net leuk samen aan het spelen zijn, komt dat enge geluid weer. Na een paar sessies begint Albert te huilen zodra hij de rat ziet. Hij heeft de rat gekoppeld aan een angstig gevoel. Albert is daarmee één van de beroemdste proefpersonen uit de psychologie geworden. De beelden van het experiment met hem zijn bewaard gebleven. Omdat Albert misschien wel de rest van zijn leven angstig zal blijven voor ratten, wordt dit experiment tegenwoordig niet meer door de medisch ethische commissie goedgekeurd.
Maar is een aangeleerde associatie ook weer af te leren? De honden van Pavlov hebben geleerd om een bepaald geluid te associëren met het krijgen van voedsel. Pavlov wil ook weten of ze hun pavlovreactie op geluid ook weer kunnen afleren als hij ze een paar keer fopt door wel het geluid te laten horen, maar geen eten te geven. Pavlov toont aan dat de pavlovreactie na verloop van tijd uitdooft. De honden kwijlen niet meer wanneer ze het geluid horen.
Hoe maken reclamemakers gebruik van de pavlovreactie?
Reclamemakers maken slim gebruik van emotionele conditionering. Dat gebeurt bijvoorbeeld door in reclamefilmpjes muziekfragmenten te gebruiken die een positief gevoel geven. Zo hopen de reclamemakers te bewerkstelligen dat je dat zelfde aangename gevoel ook voor de merken in het filmpje gaat voelen. Communicatiewetenschapper Ivar Vermeulen doet onderzoek naar de invloed van muziek en vertelt over zijn bevindingen in het programma De Wereld Leert Door.
Ivan Pavlov en zijn kwijlende honden zijn wereldberoemd geworden en veel onderzoekers borduren ruim honderd jaar later nog steeds voort op zijn werk. Zou Pavlov zich omdraaien in zijn graf als hij wist dat reclamemakers zijn theorie gebruiken om meer producten te verkopen?
In het kort
Ivan Pavlov was een Russische fysioloog die begin 1900 onderzoek doet naar de spijsvertering. Hij vangt daarvoor het speeksel van honden op, zijn proefdieren. De honden beginnen te kwijlen als ze eten krijgen. Maar na verloop van tijd produceren ze ook speeksel ruim voordat ze het eten krijgen, namelijk als ze de assistent met het voer horen lopen. Dat vindt Pavlov interessant.
Honden, die elke keer een belletje horen op het moment dat ze eten krijgen, leggen onbedoeld een associatie tussen dat geluid en eten. Ze gaan dan al speeksel aanmaken op het moment dat ze het belletje horen. Het kwijlen na het horen van een bel is een voorbeeld van een pavlovreactie.
Een neutrale stimulus (het geluid van de bel) wordt na verloop van tijd een zogenaamde geconditioneerde stimulus. Dit proces heet klassieke conditionering. Klassieke conditionering verklaart ook dat je van het geluid van stromend water aandrang kunt krijgen om te plassen en hoe een fetisj kan ontstaan.
Ook emoties zijn te conditioneren. Zo wordt baby Albert angst aangeleerd voor ratten door een eng geluid te koppelen aan het zien van een onschuldige rat. Reclamemakers gebruiken emotionele conditionering om je een goed gevoel te geven over bepaalde producten.
En je weet het!
Anderen het laten weten?