In de 16e eeuw komt roken op de markt als geneeskrachtig middel. Tabak zou je beschermen tegen de pest.
Maar pas tijdens de Eerste Wereldoorlog wint de sigaret echt aan populariteit. Veel soldaten roken omdat het de honger stilt en kalmeert.
Roken is dan overal toegestaan, ook in de wachtkamer van de dokter. Er zijn zelfs artsen die roken aanraden.
Tot die tijd was roken echt een mannending. Maar vanaf de jaren 20 probeert de tabaksindustrie ook vrouwen te bereiken.
Onder invloed van de reclame-industrie krijgt de sigaret dan een sexy imago.
Het populaire Lucky richt zich met de leus ‘neem een lucky in plaats van een snoepje’ voor het eerst op vrouwen.
Zo ontstaat ook het idee dat je slank blijft van roken. Deze gedachte is nooit meer verdwenen.
In de jaren 50 en 60 roken maar liefst 6 op de 10 Nederlanders. De tabaksindustrie is dan booming business.
Een Duitse longarts legt in die tijd wel een verband tussen longkanker en roken. Hierdoor begint de voorlichting over de schadelijke gevolgen langzaam op gang te komen.
De tabaksindustrie speelt slim in op emotie door de sigaret te koppelen aan een sexy imago.
Denk bijvoorbeeld aan de reclame van de Marlboro Man: een hardwerkend, stoer figuur uit de reclames van het Amerikaanse merk Marlboro.