... en je weet het
Waarom is fouten maken belangrijk?

Iedereen maakt wel eens fouten. Toch zijn we bang om ze te maken. Dat komt omdat we succes nog vaak zien als ‘alles in 1 keer goed doen’.
En dat is jammer, want fouten leiden tot vooruitgang. Ze laten ons zien wat wel en niet werkt.
Als een kind leert fietsen, verwacht je toch ook niet dat het gelijk goed gaat? Iedereen leert door vallen en opstaan.
Dat geldt zelfs voor grote genieën, zoals kunstenaar en uitvinder Leonardo da Vinci.
Hij heeft talloze ‘mislukkingen’ op zijn naam staan, zoals een vliegmachine die niet kan vliegen. Maar die brengen ons juist verder.
“Al die stappen zijn nodig, je kan niet 1 schakel missen.”
Diederik en Da Vinci, AVROTROS
En dat geldt niet alleen voor Da Vinci. Heel veel uitvindingen zijn ‘per ongeluk’ gedaan.
Een man likte bijvoorbeeld tijdens een scheikundig experiment per ongeluk zijn vingers af. En dat smaakte heel zoet. Zo is de zoetstof sacharine ontdekt.
Dus door fouten te maken boek je vooruitgang?
Ja, het kan je bijvoorbeeld op nieuwe ideeën brengen.
Stel je voor: je speelt een racespelletje. Je bent bijna bij de finish, maar je vliegt uit de bocht. Flink balen natuurlijk, maar door deze ‘fout’ weet je de volgende keer dat je in de bocht moet afremmen. Of je kan door de fout zelfs een geheime route in de bocht ontdekken, die je anders nooit had gespot. Dat heet leren door trial-and-error. Ook dieren gebruiken deze strategie van vallen en opstaan.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit dit experiment met katten, die al rond 1890 voor het eerst werd gedaan door een Amerikaanse psycholoog.
1:35 min