Hoe gevaarlijk was autorijden vroeger?

Ruim 100 jaar geleden was dat wel anders. Verkeersregels waren er nauwelijks. Je mocht zelfs gewoon rijden zonder een rijexamen te doen.

Auto’s zijn dan nog een luxeproduct: je moet veel geld hebben om er een te kopen.

De Amerikaan Henry Ford wil een auto maken die iedereen kan betalen. Hij bedenkt een nieuw productieproces, waardoor aan de lopende band goedkope auto's uit de fabriek rollen.

Steeds meer Nederlanders gaan autorijden. Maar zonder rijexamen vraagt dat natuurlijk om ongelukken. Daarom moet je vanaf 1927 een medische keuring en een rijexamen doen. Al duurt zo'n examen slechts een kwartiertje.

Regels zijn er bijna niet. Er is geen maximale snelheid, je hoeft geen gordel om en je mag rijden met alcohol op.

Veel Nederlanders weten nog niet hoe ze zich moeten gedragen op de snelweg. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar sommige mensen draaien hun auto zelfs om op de rijbaan of rijden achteruit.

In 1972 bereikt het aantal verkeersdoden een recordhoogte met bijna 9 doden per dag. De overheid grijpt eindelijk in met meer verkeersregels, zoals een maximumsnelheid en een verplichte gordel.

Dat komt niet alleen door de nieuwe regels. Ook de auto's zelf zijn een stuk veiliger geworden, bijvoorbeeld door de komst van betere remmen, kreukelzones en airbags.