Inflatie ontstaat als de gemiddelde prijzen van goederen en diensten stijgen.
Hierdoor kun je minder kopen voor dezelfde hoeveelheid geld. De hoogte kan wisselen; het kan de ene maand hoog zijn en een andere maand weer lager.
Klik om verder te gaan.
Bij een stijgende inflatie zul je bijvoorbeeld voor boodschappen waarvoor je normaal €50 betaalde, ineens €57,50 moeten neertellen.
Klik om verder te gaan.
EenVandaag - AVROTROS
Sommige mensen houden door een hoge inflatie bijna geen geld meer over.
Klik om verder te gaan.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt bij hoeveel de prijzen van producten stijgen of dalen. Denk aan voedsel, kleding, vervoer, meubels en energie.
Ook kijkt het CBS naar hoeveel we van ieder product kopen. Op die manier kan de inflatie worden berekend.
Klik om verder te gaan.
EenVandaag - AVROTROS
Een hogere uitkering of loonsverhoging kan koopkrachtverlies compenseren.
Klik om verder te gaan.
Een beetje inflatie is heel normaal. Gemiddeld is die zo’n 2 procent.
Maar een té lage inflatie is ook niet goed. Hierdoor kan de economie namelijk stil komen te liggen.
Klik om verder te gaan.
NOS op 3 - NOS
De Europese Centrale Bank speelt een rol in het beteugelen van inflatie.
Hoe de inflatie zich ontwikkelt is voor economen lastig te voorspellen. Onverwachte gebeurtenissen kunnen veel invloed hebben op de prijzen, zoals een pandemie of een oorlog.
Klik om verder te gaan.
Door de oorlog in Oekraïne bijvoorbeeld stegen de prijzen van grondstoffen en steeds meer producten worden duurder.
Klik om verder te gaan.
NOS op 3 - NOS
Er zijn meerdere factoren die de prijs van producten beïnvloeden.
Klik om verder te gaan.
De inflatie schommelt vaak, omdat bijvoorbeeld de kosten van energie sterk kunnen variëren.
Maar het inflatiecijfer kan ook indirect worden beïnvloed.
Klik om verder te gaan.
Bijvoorbeeld door de Europese Centrale Bank; als die besluit de rente te verhogen.
Hierdoor wordt het aantrekkelijker om te sparen, waardoor we minder geld uitgeven en de inflatie zal dalen.