Elf jaar zijn verstreken sinds het begin van de Syrische revolutie. Hoe waren de begindagen? Hier gaan we terug naar het verleden, terug naar 2011.
Klik om verder te gaan.
In maart 2011 beginnen de demonstraties in Syrië. Na het uitbreken van de zogenoemde Arabische Lente in Tunesië, Libië en Egypte beginnen ook de Syriërs met demonstraties.
Zij roepen op tot democratische hervormingen en corruptiebestrijding.
Klik om verder te gaan.
Het Syrische regime erkent de demonstraties niet en pakt de demonstranten hard aan. Het regime beschuldigt de demonstranten ervan gewapende terroristen te zijn.
Klik om verder te gaan.
Hoewel de demonstraties vreedzaam zijn, schiet de veiligheidsdienst op hen en worden veel betogers gearresteerd.
Na dit gewelddadige optreden, beginnen de demonstranten de val van het regime en het vertrek van Bashar al-Assad te eisen.
Klik om verder te gaan.
Op 15 en 16 maart vallen de Syrische veiligheidstroepen een menigte van 150 mensen.
Zij komen bijeen om de vrijlating van gevangenen en democratie in het land te eisen. Bij deze demonstratie worden ongeveer 30 mensen gearresteerd.
Klik om verder te gaan.
In het NOS Journaal van 18 maart 2011 wordt over de demonstraties in Syrië gesproken.
Klik om verder te gaan.
Op vrijdag 18 maart verspreiden de protesten zich. Volgens activisten van de oppositie gaan de mensen in steden en op het platteland de straat op. Er zijn demonstraties in Daraa, Damascus, Homs en Baniyas.
Klik om verder te gaan.
Op dezelfde dag schieten Syrische veiligheidstroepen in Daraa op vreedzame demonstranten. Daarbij vallen 4 doden.
Demonstranten eisen de vrijlating van kinderen die leuzen schreven tegen de Syrische president Bashar al-Assad.
Klik om verder te gaan.
In de week na deze gebeurtenissen worden de stad Daraa en de omliggende dorpen het toneel van gewelddadige botsingen tussen veiligheidstroepen en demonstranten.
Tegen het einde van de week zijn 100 tot 150 demonstranten gedood.
Klik om verder te gaan.
Fatima was een van de eerste demonstranten in Syrië.
Klik om verder te gaan.
Op 31 maart houdt de Syrische president Bashar al-Assad zijn eerste toespraak sinds het begin van de protesten. Hij belooft spoedig enkele hervormingen door te voeren.
Hij belooft ook de noodwet op 21 april op te heffen en een deel van de gearresteerde demonstranten vrij te laten.
Klik om verder te gaan.
De protesten nemen toe in Syrische steden en dorpen. Na de dood van meerdere demonstranten wordt de afzetting van het regime geëist.
Klik om verder te gaan.
Op 22 april volgt volgens de oppositie een van de bloedigste dagen van protesten.
Ruim 100 mensen komen om bij demonstraties in de steden en dorpen.
Klik om verder te gaan.
Op 25 april trekt het Syrische leger voor het eerst de steden binnen om deel te nemen aan de onderdrukking van de protestbeweging.
Het leger valt Daraa binnen en bestookt de stad met artillerie. Ook valt het leger de steden Douma en Moadamiya op het platteland van Damascus binnen.
Klik om verder te gaan.
Sommige tegenstanders nemen uiteindelijk de wapens op, om zichzelf en de demonstranten te verdedigen.
Klik om verder te gaan.
Later wordt het doel om de veiligheidstroepen en het leger uit de door hen gecontroleerde gebieden te verdrijven.
Assad omschrijft hen als 'van buitenaf gesteund terrorisme’ en zweert de tegenstand te vernietigen.
Klik om verder te gaan.
Door de onverzettelijkheid van het heersende regime en de weigering om de eisen van de demonstranten te erkennen, breekt er een felle oorlog uit.
Deze oorlog veroorzaakt een grote humanitaire crisis.
Klik om verder te gaan.
Bijna niemand zag de oorlog in Syrië aankomen.
Klik om verder te gaan.
De oorlog leidt tot honderdduizenden doden en honderdduizenden vermisten.
Meer dan de helft van de Syrische bevolking wordt gedwongen hun huizen te verlaten en toevlucht te zoeken in andere landen of andere steden in Syrië.
Klik om verder te gaan.
In 2015 is de wereld getuige van de grootste vluchtelingenstroom ooit.