Wie was Charles Darwin?

Charles Darwin - portret
Wie was Charles Darwin?

Gepubliceerd: 21-6-2019

Laatste update: 24-07-2023

De Britse wetenschapper Charles Darwin dankt zijn bekendheid aan de evolutietheorie en zijn onderzoek naar de rol van natuurlijke selectie bij de ontwikkeling van soorten. Planten en dieren moeten zich aanpassen om te overleven. Zij die het beste zijn aangepast, overleven en geven hun eigenschappen door aan hun nakomelingen. Zo ontstaan ook nieuwe planten- en diersoorten. Maar wie was Darwin eigenlijk? Hoe verloopt zijn onderzoek? En kunnen we evolutie zien in de praktijk?

Redacteur: Willemien Groot

Wie was Charles Darwin?

Charles Robert Darwin (1809-1882) is een negentiende-eeuwse Britse wetenschapper. Als kind is hij al geïnteresseerd in de natuur. Hij leert zelfs dieren opzetten om ze beter te bestuderen. Zijn vader, een arts, wil dat zijn zoon geneeskunde gaat studeren. Die studie garandeert een goede toekomst. Het probleem is echter dat Darwin niet tegen bloed kan. Hij is daarom vaker niet dan wel in de collegebanken te vinden. Uiteindelijk stopt hij zelfs met zijn studie. Uit wanhoop besluit zijn vader dat hij dan maar priester moet worden. Dat is ook niets voor hem, maar in die tijd doen kinderen wat hun vader zegt.

Vijf jaar lang vaart Darwin over de aarde, en ontdekt daarbij talloze planten- en dierensoorten.

In diezelfde tijd ontmoet de jonge Darwin aan de Universiteit van Cambridge de arts en bioloog Robert Edmond Grant. Grant hangt ideeën aan over de evolutie van soorten, in tegenstelling tot zijn tijdgenoten die de leer van de kerk volgen. Zij denken dat het leven op aarde door God is geschapen. Dat gelooft Darwin zelf ook lange tijd, ontdekt bioloog en achter-achter-kleindochter Sarah Darwin (de interviewster in onderstaand fragment) in het reisverslag Beagle: in het kielzog van Darwin.

Darwin kiest niet voor de makkelijke weg door af te zien van het priesterschap, zie je in Beagle, in het kielzog van Darwin. Je kunt de gehele 35-delige serie van de Beagle terugkijken op NPO Start.

Darwin studeert af als priester aan de Universiteit van Cambridge. Toch wacht hij met een leven in dienst van de Anglicaanse Kerk. In plaats daarvan gaat hij mee op ontdekkingsreis met het zeilschip HMS Beagle.

evolutie van de mens

Hoe komt Darwin tot zijn evolutietheorie?

Darwin is nog maar 22 jaar oud als hij in 1831 aan boord gaat van de HMS Beagle voor een reis van vijf jaar. Het schip zeilt langs de hele Zuid-Amerikaanse oostkust, onderlangs de punt van Vuurland en verder langs de westkust: Chili, Peru en de Galapagoseilanden. Daarna zeilt de Beagle naar Azië, Australië, en langs de kust van Afrika terug naar Engeland.

“Als er geen zeeziekte zou zijn, zou iedereen zeeman willen zijn", schrijft Darwin in zijn dagboek.

Regelmatig legt het schip aan voor onderzoek aan land. Darwin gaat mee als gezelschapsheer voor de kapitein - om tijdens de lange reis zo nu en dan een interessant gesprek te kunnen voeren. Daarnaast is Darwin actief als geoloog. Hij moet de bodemsamenstelling beschrijven van de landen die het schip aandoet. De wetenschapper vult kratten vol stenen, aarde en ander materiaal om thuis te bestuderen. Hij verzamelt planten, dieren, en ontelbare fossielen en botten. Alle vondsten stuurt hij naar Engeland. De jonge wetenschapper verzamelt alles wat hij tegenkomt.

Op de Galapagos-eilanden voor de kust van Zuid-Amerika vangt Darwin verschillende soorten vinken. Die vogels leggen de basis voor zijn evolutietheorie.

Darwinvinken

Wat is de evolutietheorie van Darwin?

Terug in Londen ontdekt Charles Darwin dat de vinken van de Galapagos-eilanden er verschillend uitzien. Het verschil zit in de snavel van de vogels. Vinken op het ene eiland eten insecten en hebben een spitse snavel. Vinken op het andere eiland eten vooral noten en hebben daardoor een botte snavel. Door de verschillende omstandigheden hebben ze zich anders ontwikkeld. Toch hebben de vogels dezelfde soort vink als voorouder. Zo komt Darwin op het idee dat de ene soort uit de andere voortkomt.

Twee fundamentele fenomenen spelen hierbij een rol: genetische variatie en natuurlijke selectie. Vinken die het beste zijn aangepast aan de omstandigheden, hebben de meeste kans te overleven. Deze best aangepaste individuen geven hun eigenschappen door aan hun nakomelingen. Die twee fenomenen samen zorgen voor voortdurende veranderingen bij een soort. Dit noemen we evolutie door natuurlijke selectie.

Tegenwoordig weten we dat erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd in de genen. Evolutiebioloog Roy Erkens van Maastricht University legt het in een uitzending van de Universiteit van Nederland heel toegankelijk uit:

Zonder nageslacht ben je evolutionair gezien een loser, vertelt Roy Erkens. Zijn hele college kun je hier bekijken. 

De enorme hoeveelheid onderzoeksmateriaal die Darwin tijdens zijn reis verzamelt, leidt tot twee baanbrekende boeken: het reisverslag The Voyage of the Beagle en On the Origin of Species. In dit laatste boek beschrijft hij zijn evolutietheorie en de rol van natuurlijke selectie. Maar het duurt twintig jaar voordat Darwin zijn boek durft te publiceren. Hij concludeert namelijk dat het scheppingsverhaal zoals het in de Bijbel staat niet kan kloppen.

Darwin realiseert zich dat zijn theorie woede en razernij zal oproepen. De hele serie van de Beagle vind je op NPO Start.

Uiteindelijk verschijnt zijn inmiddels wereldberoemde werk op 24 november 1859. In Nederland verschijnt het onder de titel De oorsprong der soorten (1890). De theorie is onmiddellijk invloedrijk, en geldt tot op de dag van vandaag als een van de belangrijkste wetenschappelijke theorieën ooit.

Is Darwin de enige die evolutie onderzoekt?

Darwin is niet de enige wetenschapper die zich in de negentiende eeuw bezighoudt met evolutie. Sterker nog: Darwin moet zijn theorie sneller publiceren dan hij eigenlijk wil. Hij heeft namelijk concurrentie. Alfred Russel Wallace (1823-1913) is een Britse bioloog die ook de evolutie van soorten onderzoekt. Beide mannen kennen elkaar goed en schrijven elkaar brieven over hun ontdekkingen. Wallace bestudeert diersoorten in Maleisië. Onafhankelijk van Darwin ontwikkelt hij zijn eigen evolutietheorie.

Al in 1855 publiceert hij zijn ideeën over het ontstaan van nieuwe soorten, maar heeft hiervoor nog geen verklaring. Die komt drie jaar later. In 1858 stuurt hij Darwin zijn theorie, waarin hij stelt dat natuurlijke selectie de aanjager is. Charles Darwin schrikt. Ze zitten op hetzelfde spoor. Razendsnel schrijft hij een samenvatting van zijn nog niet gepubliceerde boek. Beide publicaties verschijnen op hetzelfde moment.

Alfred Russell Wallace
Als Darwin langer had gewacht met de publicatie van zijn werk, zouden we dan Wallace kennen als de vader van de evolutietheorie?

Toch weet iedereen wie Darwin is, en is Wallace veel minder bekend bij het grote publiek. Die bekendheid heeft Darwin te danken aan zijn beroemde boek On the Origin of Species. Wallace komt pas in 1869 met zijn eigen boek The Malayan Archipelago (Het Maleise eilandenrijk).

Kunnen we evolutie nu nog steeds zien?

Het proces van evolutie gaat altijd door. Dieren en planten blijven zich aanpassen aan nieuwe situaties. Zelfs in Nederland, dicht bij huis in de grote stad, zien we daar voorbeelden van. Evolutiebioloog Menno Schilthuizen schreef er een boek over: Darwin in de stad. Dieren en planten kunnen daar overleven, terwijl ze er helemaal niet thuishoren. Een van de bekendste voorbeelden is de stadsduif, die in het verre verleden leefde in rotsachtig gebied. Inmiddels kennen we ook de metromug, de parkmuis en de stadsmerel. In het televisieprogramma VPRO Boeken vertelt Schilthuizen hoe de stadsmerel zich genetisch onderscheidt van zijn voorouders: de bosmerel.

"De stadsmerel heeft minder last van stress. Dat is echt genetisch veranderd". Het hele interview met Menno Schilthuizen in VPRO Boeken bekijk je hier.

De ontwikkeling van die nieuwe soort die genetisch anders is, duurt slechts enkele decennia. Veel korter dan Darwin in zijn tijd denkt. Hij denkt dat evolutie langer duurt dan een mensenleven. Evolutie kan dus heel snel gaan, als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.

In het kort:

  • Darwin is opgeleid als priester in de Anglicaanse kerk, maar geeft de voorkeur aan een wetenschappelijk reis met het zeilschip HMS Beagle.

  • De ontdekkingsreis met het zeilschip Beagle noemt Darwin zelf de belangrijkste reis die hij heeft gemaakt. Die staat aan de basis van de evolutietheorie.

  • Planten, dieren en mensen zijn ontstaan uit een enkele voorouder. Door genetische variatie en natuurlijke selectie ontstaan nieuwe soorten die het beste zijn aangepast aan hun omgeving.

  • Onafhankelijk van Darwin ontwikkelt de Britse bioloog Alfred Russel Wallace tegelijkertijd zijn eigen evolutietheorie.

  • Evolutie stopt nooit. Ook nu nog zien we dat soorten zich aanpassen, zoals de stadsmerel. Die is genetisch anders dan de bosmerel. Dat is de soort waaruit hij is ontstaan.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

auteur

Door Willemien Groot

Ook interessant

om te weten